Hoofdstuk 7
Roodkit stond op en liep direct naar de speelkamer. het was weer even later en vandaag gingen ze hun plan uitvoeren, ze gingen het kamp uit. ze hadden veel met elkaar geoefend en op een dag was Lichtkit erachter gekomen dat er wat boomwortels uitstaken waar ze hun poten op konden zetten. Die wortels gingen ze vandaag ook gebruiken. 'Ik ben er,' zei Roodkit toen hij binnen kwam lopen. hij zag dat Klimopkit al begonnen was. 'Ik ga eerst en als ik boven ben komt Lichtkit achter mij aan en achter haar komt Roodkit.' Klimopkit, die de sterkste en snelste van hun drieen was, was alweer halverwege. Roodkit knikte en zag dat Lichtkit naast hem dat ook deed. toen Klimopkit boven was wenkte ze Lichtkit met haar staart. Lichtkit klom ook omhoog maar ze was veel minder sterk dan Klimopkit dus was het lastiger. toen ze boven was merkte Roodkit dat het kamp een beetje begon te ontwaken. hij klom zo snel als hij kon omhoog maar dat ging nog steeds niet zo snel. toen hij ongeveer halverwege was hoorde hij de moederkatten ontwaken, het zou niet lang duren voor zijn moeder hun ontdekte. de angst om opgemerkt te worden gaf hem nieuwe energie. hij klom nog sneller als hij al deed en was maar net op tijd boven. toen hij zich achter de varen struik had verstopt naast zijn zussen, hoorde hij zijn moeder beneden. 'Roodkit, Lichtkit, Klimopkit, waar zijn jullie! ik vind jullie wel!' Klimopkit stond op om meteen het bos in te rennen, maar als Lichkit haar niet had gestopt had de dageraad patrouille haar misschien opgemerkt. 'We moeten goed opletten Klimopkit, we willen niet dat we na een paar minuten het kamp al weer in moeten.' Roodkit merkte al meteen dat Lichtkit de leiding zou gaan nemen. 'Leid jij ons maar lichtkit,' zei Roodkit. hij zag Lichtkit haar oortjes spitsen en ze luisterde of er iemand aan kwam. 'Tot de struik daar kunnen we rennen,' zei ze. Roodkit ging klaar zitten om weg te rennen. 'Nu,' was Lichtkit's teken. en hij rende samen met zijn zussen naar de struik de Lichkit had aangewezen. ze waren nu recht voor de kampingang langs gerend. 'Weet je eigenlijk wel waar we naartoe gaan Lichtkit?' vroeg Klimopkit. Lichkit knikte en ze ging alweer door met de volgende oversteek. Omdat ze nog steeds in de buurt van het kamp waren lette Lichtkit goed op.
toen ze weer wat verder in het bos waren gingen ze spelletjes doen. Ze waren een keer een patrouille tegen gekomen, maar die had hun niet geroken. 'Wat gaan we nu doen?' onderbrak Klimopkits miauw de stilte. 'Laten we gaan Jagen,' opperde Roodkit terwijl hij zich in de jachthouding liet zakken. 'Gekkerd, dat kan toch niet! Jij bent een Medicijnkat!' riep Klimopkit uit. 'Ja, ik heb Nachtwolk nog nooit zien jagen,' voegde Lichtkit eraan toe. 'Laten we tikkertje doen!' riep Klimopkit ineens. Lichtkit en Roodkit sprongen op en rende meteen de struiken in. 'Waarom moet ik hem nou weer zijn!' hoorde Roodkit Klimopkit nog net roepen. hij merkte dat Klimopkit achter Lichtkit aan ging en dus stopte hij met rennen. Roodkit nam even de tijd om om zich heen te kijken, het bos was nu wel erg groot. Ineens miste hij zijn moeder in de kraamkamer, warm en veilig. Hij bedacht zich ineens dat het hier helemaal niet veilig is. er zou zomaar een wild beest uit de struiken kunnen komen en hem opeten of iets anders. De rillingen liepen over Roodkits rug. Hij hoorde Lichtkit en Klimopkit in de struiken en hij sprong op. Hij merkte dat Lichtkit, die nu de tikker was, achter hem aan ging. zo snel als zijn poten hem konden dragen rende hij door het lage gras. hij kwam op een soort open plek. Roodkit rende door tot hij tegen een enorme poot op botste. hij keek omhoog langs de oranje poot en hoorde Klimopkit roepen, 'Roodkit, pas op!'
-------------------------------
even een kort maar spannend hoofdstuk. Wat denken jullie dat er gebeurd? laat zeker even je stem achter en wacht op het volgende hoofdstuk!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top