Hoofdstuk 2
Klimopkit word wakker en kijkt om zich heen. Waar is iedereen? Ze hoort haar moeder en Roodstaart praten en dan komen Forelkit, Graskit, Lichtkit en als laatste Roodkit binnen. 'kom klimopkit, we geven een rondleiding door het kamp.' oja ze was oficieel een lid van de stam en mag dus naar buiten. 'ik kom er heel snel aan!' ik vind Forelkit wel aardig. Misschien kan hij later wel mijn partner worden.
wat een mooi kamp hebben we toch. 'kijk daar is de kampingang. de helling is speciaal zo gemaakt dat de andere stammen niet zo gemakkelijk binnen kunnen komen.' Graskit is een stuk minder aardig, hij klinkt niet zo lief. 'en dan is hier het potenhol. daar stapen alle poten.' (ik hoop dat jullie snappen dat poten leerlingen zijn XD) hij heeft echt een leuk stemmetje. 'mogen we daar naar binnen?' zie je wel Graskit is gemeen. hij mag niet zo naar Lichtkit kijken. 'eigenlijk niet. alleen als een poot je rondleid.' dan wil ik een poot vinden om me rond te leiden. 'waar zijn de poten dan forelkit?' wat kijkt hij nou? 'dat weet ik niet. wil je geen rondleiding van ons dan?' oeps, ik heb het verkeerde gezegt. 'ehhhh, nee hoor maar ehhh, ik wil gewoon graag daar kijken.' Graskit gaat me nu heel boos vertellen dat ik gewoon met hun mee moet komen. gelukkig komt er net een grote poes uit het "potenhol" zoals Forelkit het genoemd had. 'hallo kleintjes' wat een vriendelijke stem heeft ze 'hallo Luipaardenpoot' je kan horen dat Graskit en Forelkit broers zijn, ze praten precies tegelijk. 'mogen wij in het potenhol kijken Luipaardenpoot?' ze kijkt me lief aan 'ja hoor, jij bent toch de oudste kitten van dauwsprong? Klimopkit toch?' ze weet mijn naam nog van gisteren! 'ja ik ben Klimopkit, en of ik de oudste ben weet ik niet, dat moet je aan mijn moeder vragen.' ben ik weer brutaal geweest? 'oke Klimopkit, kom maar mee dan laat ik je het potenhol zien.' en ze liep voor ons uit het hol in. 'ik vind het wel een beetje spannend hoor.' 'niet bang zijn Lichtkit, ik vind het ook superspannend' 'zijn jullie dan de andere twee van Dauwsprong? Lichtkit en Roodkit toch?' Lichtkit en Roodkit keken elkaar aan. 'ja, en streepster is onze vader.' 'ik heb jullie gisteren gezien. toen jullie gepresenteerd werden.' Graskit ziet we een beetje geërgerd uit. 'laten we maar doorgaan met de rondleiding. hier slapen wij dus.' wat een mooie open plek met veel kleine plantjes, bladeren en zacht mos.
'kijk kleintjes, dit zijn mijn broers en zus. Valkenpoot, Havikkenpoot en Leeuwenpoot. Jongens, moeten jullie niet gaan trainen? ik zag Beswolk en Witvoet al naar jullie zoeken.' 'oeps, laten we dan maar snel gaan Havikkenpoot!' wat is ze toch lief. ze helpt haar broers! Klimopkit hoorde voetstappen achter haar 'halo Luipaardenpootje, zit je met die kits een plan te smeden om weer terug in de kraamkamer te komen? je hebt daar wel de goede maat voor.' ze zag dat Luipaardenpoot iets wilde zeggen maar Valkenpoot was haar voor. 'Tulppoot, je weet toch dat zij er niets aan kan doen dat ze zo klein is. en trouwens, voor een van de oudere Poten ben jij ook niet zo groot hoor.' Klimopkit zag dat Tulppoot niets meer durfde te zeggen. of hij wist gewoon niets meer te zeggen. 'laten we verder gaan met de rondleiding' Luipaardenpoot wilde net weer beginnen toen haar en Valkenpoots naam werden geroepen. 'sorry kleintjes, maar we moeten op parouille. maar Graskit en Forelkit kennen het kamp ook goed.' 'waarom gaat ze nu weer weg?' Gaskit kijkt me boos aan. 'dat zei ze toch? ze moet op patroullie.' hoe moest ik dat nu weten? 'gaan we nog verder? Volgens mama is er ook een "krijgershol". Daar sliep mama vroeger.' goed idee Lichtkit! Daar had mama het over. 'daar kunnen we ook wel naar toe. Je mag daar alleen niet in. Ook niet als er een krijger mee is.' o... Geeft niet Forelkit Ik wil gewoon weten waar het is. 'kom! Dan gaan we snel weer naar buiten!'
'waar is het Forelkit?' het voelt fijn om de vacht van iemand anders naast die van jou te voelen. 'je moet een beetje schuin oversteken, en de drinkbeek weer oversteken!' bah moeten we daar weer doorheen. ik ben geen Waterkat! mama heeft me al vertelt dat er vier stammen zijn, de Stam van het Woud, de Stam van het Moeras, de Stam van de Heide en de Stam van het Water, en ik weet dat de katten van de Stam van het Water zwemmen. en wij, Woudkatten, niet. 'kom springen!' Graskit en Forelkit springen met een grote boog over de beek heen, ik weet dat ik en Roodkit en Lichtkit het ook kunnen. maar het is toch een beetje spannend. Roodkit en Lichtkit springen voor mij, en allebei springen ze mooi naar de overkant. ik doe ook mijn best, en kom net op het randje terecht. 'nog een beetje oefenen en dan lukt het je ook, het helpt ook niet mee dat de beek hier breder is dan voor de kraamkamer' dat is lief van Forelkit. 'hier is het krijgershol, daar gaan onze moeders naartoe als wij poten worden' 'we kunnen daar toch niet in?' 'Inderdaad klimopkit, daar mogen alleen krijgers komen. Zullen we naar de oudsten gaan?' 'de oudsten vertellen toch altijd mooie verhalen?' ja, toch? Roodkit heeft gelijk. Mama had het over. 'dan moeten we weer de beek over.' nee hé, niet weer de beek!
Roodkit, Lichtkit, Forelkit en Graskit sprongen weer netjes over de beek heen. nu ben ik aan de beurt, ik neem een aanloop en zet me met mijn achterpoten af. ik zweef door de lucht en denk even dat ik vlieg. ik strek mijn voorpoten en land bijna op Forelkit. 'Sorry Forelkit,' sprong ik zomaar bijna op hem hij had wel bij Nachtwolk kunnen belanden! 'geeft niet, hier is het hol van de oudsten' Graskit loopt daar zomaar naar binnen! mag dat dan? 'kom maar hoor! het is veilig' ik loop snel achter Forelkit aan en ik voel Lichtkits adem in mijn rug, aan het geluid het horen loopt Roodkit iets verder van haar af. 'welkom kleintjes.' deze stem komt uit het hol waar we net zijn binnengelopen. 'hallo Hulstvacht!' alweer kennen Graskit en Forelkit de naam van de mooie zwarte poes. 'hebben jullie, jullie nieuwe vriendjes meegenomen?' Forelkit keek Graskit even aan maar Graskit begon al te praten. 'ja Honingval, dit zijn de kittens van Dauwsprong.' en Forelkit vulde hem aan 'Klimopkit, Roodkit en Lichtkit.' Honingvals gezicht stond ineens heel blij. 'dan zijn jullie mijn kleinkittens! want Dauwsprong is mijn kit.' 'dat is leuk! nu hebben we een oma!' Roodkit was al de hele tijd stil geweest maar nu, bij dit onderwerp begon hij te stralen. 'inderdaad, ik ben jullie oma. ik stel jullie wel even voor aan de andere oudsten. dit is Langoor.' en ze wees op een bruine kater. 'en dit is Hulstvacht, de poes die jullie gedag zij.' nu wees haar staart naar de zwarte poes. 'en dit is Kwikhart.' en alle kittens keken naar de donkerrode poes die in het verste hoekje van het hol lag. 'kan je ons nog meer vertellen over onze familie?' ik dacht al wel dat Roodkit dat leuk zou vinden. 'misschien morgen kleintje, het is al best laat ik ga slapen.' de donkerrode poes die Honningval Kwikhart had genoemd kwam naar voren. 'en ik denk dat jullie ook naar bed moeten.' 'wij gaan dan maar naar onze moeders. tot mogen Honingval!' en nu heeft Forelkit dus besloten dat we teruggaan.
we springen allemaal weer over de beek en lopen naar de kraamkamer. 'waar waren jullie zo lang kleintjes?' ik zie Lichtkit en Roodkit meteen bij mama gaan liggen. 'we hebben een rondleiding door het kamp gehad! we zijn bij het potenhol geweest en het krijgershol en zelfs bij de oudsten! en morgen gaan we door!' 'wat een leuke dag lieverd. ga nu maar snel slapen.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top