3.2
"Hoe dan?" Vroeg Doornkit blij. Zuiverbes keek de Schaduwclan kitten tevreden aan.
"Hij is mijn neef" legde ze uit. "Zijn vader, Zwartklauw, was een Donderclan krijger. Zwartklauw was de broer van mij moeder. Hij kreeg een zoon met een Rivierclan poes genaamd Wolkstroom, en die zoon is dus Dasklauw." Doornkit staarde Zuiverbes met open mond aan.
"Hij begrijpt het niet" zuchtte Distelstreep. "Wat ze probeert te zeggen is dat we je kunnen helpen!" Doornkit knikte langzaam.
"Kunnen we meteen gaan, Zuiverbes?" Vroeg Vederster.
"Dat lijkt mij geen goed idee, Doornkit ziet er erg moe uit..." Doornkit knikte instemmend.
"Ik breng hem wel naar de kraamkamer, daar kan hij uitrusten" miauwde Zuiverbes en ze duwde Doornkit zachtjes in de richting van haar hol.
"Slaap lekker!"
———
"Wakker worden, Doornkit!" Riep een vreemde stem. Doornkit's ogen vlogen open. De kraamkamer is veranderd! En waar is Havikkit? Toen herrinnerde Doornkit zich weer dat hij helemaal niet in het Schaduwclan kamp was. Hij voelde een steek vab verdriet toen hij aan Havikkit dacht. Hopelijk is ze gewoon naar huis gegaan...
"We gaan meteen naar de Rivierclan" legde Zuiverbes uit. Ze schoof een muis naar Doornkit toe. "Eet dit en dan kunnen we vertrekken!" Snel schrokte Doornkit de muis op. Hij sprong omhoog. Zuiverbes nam hem mee naar buiten. Daar stond Distelstreep al te wachten.
"Mag ik echt niet mee?" Smeekte Ijzelpoot aan Distelstreep. Distelstreep zuchtte.
"Nee, het is te gevaarlijk. Je weet dat we pas een paad zonsopkomsten geleden een gevecht hadden om de Zonnerotsen. De Rivierclan zal niet blij zijn om ons te zien" legde de krijger uit.
"Die stomme rotsen verpesten alles! Waarom moeten we om een stuk steen vechten?" Mompelde Ijzelpoot geïrriteerd. De witte poes zwiepte met haar staart.
"We gaan" verklaarde Zuiverbes. Samen trippelde ze met Doornkit en Distelstreep het kamp uit.
———
"En nu?" Vroeg Doornkit uitgeput. Hij staarde naar de rivier. Het zonlicht glinsterde op het golfende water, waardoor het leek alsof er sterren in het water zaten.
"We moeten wachten op een Rivierclan patrouille" murmelde Zuiverbes.
"We hoeven niet lang meer te wachten" miauwde Distelstreep en hij wees met zijn oor naar een groepje katten. Langzaam kwamen ze dichterbij.
"Hallo" begroette Distelstreep de drie Rivierclan krijgers toen ze stilstonden aan de overkant van de rivier. Ze keken niet echt vriendelijk.
"We zoeken Dasklauw" ging Distelstreep verder toen de Rivierclan katten niet antwoordden.
"Wat moet je van hem?" Bromde een rode kater.
"Dat is geheim" miauwde Zuiverbes snel.
"Waarom hebben jullie een kitten mee?" Vroeg een bruin gestreepte poes.
"Als we Dasklauw mogen spreken, kunnen we het uitleggen" beloofde Zuiverbes.
"Breng ons naar het kamp, we hebben een medicijnkat en een kitten mee dus we doen niemand pijn" voegde Distelstreep er nog aan toe.
"Goed dan, maar als jullie iets stelen dan komen jullie nooit meer thuis" waarschuwde de rode kater.
"Doornkit, we moeten over die stenen heen. Je bent iets te groot om te tillen, dus je zal moeten springen" miauwde Distelstreep. Doornkit knikte. Ik kan dit!
Zuiverbes ging als eerst. Ze sprong lenig van steen naar steen en was binnen een halve minuut al aan de overkant.
"Nu jij, Doornkit. Ik blijf vlak achter je" miauwde Distelstreep. Doornkit sprong op de eerste steen, die heel dichtbij de oever lag. De tweede steen was ook niet zo ver. Doornkit sprong er zonder moeite op. Achter zich hoorde hij Distelstreep. Doornkit zakte ineen om een grote sprong te maken naar de volgende steen. Hij zette af en belandde op de volgende steen. Één van zijn voorpoten gleed weg en de bruine kitten belandde op zijn buik. Snel krabbelde hij overeind. Hij sprong met een aanloopje naar de volgende steen en sprong toen naar de oever.
"Heel goed" snorde Zuiverbes. Distelstreep landde met een plof op de oever.
"Volg ons" miauwde de rode Rivierclan krijger. Doornkit, Zuiverbes en Distelstreep volgde hem.
"Dasklauw" riep de rode krijger meteen toen ze het kamp in kwamen. Een pikzwarte kater met een witte snuit draaide zijn hoofd om.
"Ja?" Vroeg hij met een mond vol vis. Hij slikte zijn maaltijd door en trippelde naar het groepje katten. "Waarom zijn er Donderclan katten hier? En ruik ik nou Schaduwclan?"
"Ja, dat klopt. Ze wilden je spreken" miauwde de rode kater.
"Waarover?"
"Geen idee" antwoordde de rode kater en hij vertrok. Alleen Dasklauw, Zuiverbes, Distelstreep en Doornkit waren over.
"Wat moeten jullie hier?" Vroeg Dasklauw. Hij klonk een beetje boos.
"Ken je deze kitten?" Vroeg Distelstreep. Dasklauw schudde zijn hoofd.
"Ken je mijn moeder, Kikkerneus?" Vroeg Doornkit. Dasklauw trok zenuwachtig met zijn oor.
"Ja, ik ken haar van de Grote Vergadering maar verder niet" miauwde hij zo kalm als hij kon.
"Je liegt" gromde Distelstreep zacht. Dasklauw keek hem woest aan.
"Hoe weet je dat? En waar gaat dit over?!" Riep Doornkit's vader uit.
"Je liegt tegen je eigen zoon!" Siste Distelstreep.
"Zoon?"
"Ja, je zoon, Doornkit, van Kikkerneus."
Dasklauw bevroor. Een paar Rivierclan krijgers staarde de bekvechtende katten aan.
"Ik ken haar helemaal niet en ik heb geen zoon. Ga nu maar weg en kom nooit meer terug" miauwde Dasklauw.
"Ik ben wel je zoon!" Riep Doornkit uit. Dasklauw keek hem met dichtgeknepen ogen aan.
"Het boeit me niet of je mijn zoon bent of niet. Ik wil je hier niet meer zien" snauwde Dasklauw. Doornkit keek hem geschrokken aan en toen boos.
"Hoe durf je dat tegen hem te zeggen? Hij is nog niet een leerling!" Riep Distelstreep uit.
"Het is beter dat hij de waarheid nu al weet" miauwde Dasklauw nors. Zuiverbes staarde naar haar neef.
"Ik... ik dacht dat je hem zou accepteren" miauwde de Donderclan medicijnkat.
"Zuiverbes, hoe kan ik hem accepteren? Hij is mijn zoon niet en -"
"Hij is wel je zoon, jullie lijken spreken op elkaar. Jullie hebben allebei een korte staart en te grote poten en dezelfde oogkleur en-" Distelstreep stopte midden in zijn zin. Even was het stil.
"Als jij zijn vader niet wil zijn, ben ik dat wel" miauwde Distelstreep toen. Doornkit keek hem met grote ogen aan.
Wil ik dat wel? Ik ken hem amper! Maar ik ken mijn echte vader ook niet en Distelstreep is aardig en sterk en ik wou dat hij mijn echte vader was!
Dasklauw keek boos naar Distelstreep. "Je kan niet zomaar iemands zoon afpakken!" Riep hij boos.
"Het boeide je toch niet wie zijn vader was?" Vroeg Distelstreep. Hij draaide zich om naar Doornkit. "Vanaf nu ben ik je vader. Ik zorg ervoor dat je in de Donderclan mag blijven" miauwde hij tegen de Schaduwclan kitten.
"O-oké" stammelde Doornkit.
"Wil je me wel als vader?" Vroeg Distelstreep voor de zekerheid.
"Ja!" Riep Doornkit meteen. Distelstreep likte vriendelijk zijn oor.
"Laten we naar de Donderclan gaan om het Vederster te vertellen!" Distelstreep sprong het Rivierclan kamp al uit. Zuiverbes volgde hem en Doornkit rende er achteraan. Achter zich hoorde hij dat een paar Rivierclan krijgers hen achtervolgde, maar Doornkit maakte zich er geen zorgen over. Distelstreep is mijn nieuwe vader en ik wordt later net zo groot en sterk als hem!
Ik ga waarschijnlijk niet echt meer in dit boek schrijven :/
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top