Hoofdstuk 16

'Nou ik ben geen snars wijzer geworden van die rare kater.' miauwde Bruinblad.
'Mmmhh...' mompelde Maanlicht.
Ze zag dat de zon al laag stond en dat ze zo maar in haar nest moest gaan liggen, ze liep eerst nog even naar de hoop prooi en zocht een lekkere merel uit.
Oh nee! Daar kwam Groenvacht...
Hij liep langs haar en fluisterde in haar oor; 'vanavond op de openplek?'
'Ehmm... kan het ook morgen ik voel me niet zo lekker.' Mompelde Maanlicht.
Groenvacht zuchtte en zei;
'Daar hou ik je aan.'
Maanlicht slaakte een zucht van opluchting en rende zo snel als ze kon naar haar hol.
Ze dacht al aan het moment wanneer ze Kraaiveder weer zou zien,
ze zag zijn liefdevolle ogen alweer en ze voelde zijn tong al weer over haar oor. Langzaam stroomde alle krijgers het hol in,
iedereen ging langzaam liggen en de meeste gingen nog even samentongen en naar mate van tijd sliep iedereen.
Maanlicht stond zachtjes op en sloop het hol uit.

Toen ze ongeveer het hol uit was deed Bruinblad voorzichtig een oog open en keek waar ze er uit ging.
'De vuilplaats, dacht ik al...' mompelde Bruinblad. Toen ze verdwenen was liep Bruinblad stilletjes het hol uit en spurtte haar achterna. 
Waar liep haar geurspoor heen?  Het liep Naar het meer...
'Wat heeft ze daar in hemels naam te zoeken?' Mompelde Bruinblad.
Hij volgde haar geurspoor en kwam aan bij het meer, hij bleef nog even in de struiken zitten om te kijken of hij ergens anders beschutting kon vinden maar tevergeefs.
Hij moest maar hopen dat ze hem niet zag.
Hij volgde haar  geurspoor verder en merkte tot zijn verbazing dat het niet bij het meer ophield, het ging er langs.
Het leidde naar het eiland!

Maanlicht kwam aan bij het eiland, waar Kraaiveder zoals gewoonlijk in het maanlicht zat te wachten.
Het was koud want het was nacht, wel koud voor wanneer groenblad al bijna begint, maar Maanlicht merkte er niets van, ze kreeg altijd een warm gevoel van binnen als ze Kraaiveder zag.
'Je bent er!' Miauwde hij blij.
'Natuurlijk ben ik er!' Miauwde Maanlicht geamuseerd .

Bruinblad schrok van wat hij zag,
'dit kan toch niet waar zijn...' mompelde Bruinblad.
Hij zag Maanlicht met een windclan kat! Het was Kraaiveder... ze draaiden om elkaar heen en gaven elkaar kopjes, toen begonnen ze samen te tongen.
Toen was Bruinblad er een beetje klaar mee.
Hij sprong woest uit de struiken en shreeuwde; 'MAANLICHT! WAT IS DIT?'
Maanlicht en Kraaiveder sprongen geschrokken uit elkaar.
'B...b..Bruinblad!' Kon Maanlicht nog net uitbrengen, 'Wat doe jij hier?'
'Waarom ben je ons gevolgd?'
'Omdat ik je niet vertrouwde.' Miauwde Bruinblad boos.
'En je komt nu mee naar huis en je gaat hier nooit meer heen!'
'Laat me op zijn minst afscheid nemen Bruinblad!' Smeekte Maanlicht Bruinblad.
'Hmmmpfff... oké doe maar dan...'
Kga jij maar alvast van het eiland af Bruinblad, ik kom er zo aan.'
Bruinblad liep geïrriteerd mompelend weg.
'Kraaiveder...' fluisterde Maanlicht geschokt.
'Het komt wel goed Maanlicht.' Zei hij zelfverzekerd, maar ze zag zijn verdrietige ogen en wist dat hij het niet zeker wist.
Maanlicht zei boos en vastberaden; 'ik laat Bruinblad niet mijn leven verpesten, ook al word hij binnenkort medicijnkat.'
Kraaiveder keek haar hoopvol aan.
'We moeten geduld hebben, Bruinblad moet weer vertrouwen in me krijgen.' Zei Maanlicht.
'Maar dan kan ik je heel lang niet meer zien!' Zei Kraaiveder.
'wil je me dan nooit meer zien?' Snauwde Maanlicht boos en geïrriteerd.
'Nee... Nee! Maanlicht ik zal geduld hebben.' Miauwde Kraaiveder geschrokken.
'Over ongeveer een maan zullen we elkaar wel een keer ontmoeten hier denk ik.8
'Oké Maanlicht...' Miauwde Kraaiveder triest met een hangende kop.
'Ik zie je weer in groenblad...' miauwde Maanlicht zacht.
Ze gaf Kraaiveder een lik over zijn oor en snelde weg,
De nacht in...

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top