Hoofdstuk 8
"Laat me los!" Riep Grondpoot voor de zoveelste keer. Alweer kwam er geen antwoord. De crème kleurige poes sleepte Grondpoot verder door het bos. De zure Schaduwclan geur vervaagde.
"Waar zijn we?" Vroeg Grondpoot. Dit was niet het Schaduwclan territorium meer. "Je bent in de -" begon de rood bruine kater die er ook was, maar de crème kleurige poes onderbrak hem snel. "Kop dicht, Keverhart!" Snauwde ze. Er was ook nog een zilvere ontvoerder, maar die zei niks.
"We zijn er bijna..." fluisterde Keverhart zachtjes tegen Grondpoot, die nogsteeds over de grond werd gesleept. "Opstaan" miauwde de crème kleurige poes bijna meteen daarna.
Grondpoot krabbelde overeind. Ze keek om zich heen. Misschien weet ik de weg naar huis nog wel... dacht ze even. "Mag ik mijn behoefte even doen achter dat bosje? Ik moet heel nodig!" Loog Grondpoot. "Vooruit dan, opschieten!" Riep de crème kleurige poes. Zij had duidelijk de leiding.
Grondpoot schoot naar het bosje en bleef daarachter zitten. Ze groef snel een kuil en stopte daar 3 grote stenen in, die bestwel dichtbij het bosje lagen. "Opschieten!" Riep de crème kleurige poes weer. "Ja, sorry!" Riep Grondpoot terug. Ze brak snel nog een tak af en zette die midden in de kuil rechtop in de grond. Als ik dit bosje terug kan vinden, weet ik dat ik alleen nog maar rechtdoor moet lopen en dan kom ik bij het Schaduwclan territorium. Grondpoot keek tevreden naar de kuil. "Ik noem dit het Steenkuilbosje" fluisterde ze tegen zichzelf.
"Nu is het genoeg!" De crème kleurige poes stormde op het Steenkuilbosje af. Grondpoot sprong er snel achter vandaan en botste tegen de crème kleurige poes aan. "Gaat het?" Vroeg Keverhart. Grondpoot had geen idee of hij het tegen haar of de poes had. "Wilgstaart?" Vroeg Keverhart toen de crème kleurige poes niks zei. "Het gaat prima!" Snauwde ze terwijl ze langzaam weer opstond. "Jij bent dus Wilgstaart" miauwde Grondpoot op een zo vriendelijk mogelijke toon. "Gaat je niks aan!" Bromde Wilgstaart. "Hoe heet jij?" Miauwde Keverhart. Hij leek een beetje verlegen. "Eh-" begon Grondpoot. Ze wist even niet of ze moest liegen of niet. "Ik heet Grondpoot" miauwde ze uiteindelijk. "Hallo Grondpoot, ik ben Keverhart," begon Keverhart, "en dit hier is Zuiverhart!" Hij wees naar de zilvere poes naast hem. Ze had witte oren en een wit puntje van haar staart. Keverhart was roodbruin met een zwarte rug en Wilgstaart was een langharige, crème kleurige poes met een witte borst. "Waar zijn we?" Vroeg Grondpoot voorzichtig. "Je bent op het territorium van de Zandclan. Eigenlijk ben je bij de grens" miauwde Keverhart. Zuiverhart knikte instemmend. "Z-Zandclan?" Stammelde Grondpoot. De clan van mijn vader? "Ja!" Riep Keverhart enthousiast alsof hij een kitten was die voor het eerst het kamp mocht verkennen. "Is Renwind er ook?" Vroeg Grondpoot. "Renster" verbeterde Zuiverhart. "Hij is de vader van mijn kittens!" Voegde ze er trots aantoe. "Oh, gefeliciteerd" mompelde Grondpoot. Het boeide haar echt niet. Ze had weleens verhalen over Renwind gehoord, en hij was geen aardige kater. "Laten we naar het kamp gaan!" Miauwde Wilgstaart en de patrouille vertrok. Grondpoot volgde.
"Voor de duidelijkheid" ,miauwde Keverhart, "als je niet doet wat Renster zegt krijg je straf. Dat is geen fijne straf. Niet als in de andere clans. Je krijgt pijn..." "Eh- oké" miauwde Grondpoot. "Waarom hebben jullie mij ontvoerd?" "Logisch, je bent Zandklauw's dochter. Je wilde altijd al naar de Zandclan komen, maar Vleugelster verbood dat. Toch?" "Ja ja, helemaal waar" loog Grondpoot. "En trouwens, Vleugelster is dood. De nieuwe leider is-" "VLEUGELSTER IS DOOD?" Riep Wilgstaart door Grondpoot's verhaal heen. "Ja, zijn laatste leven gaf hij aan Grasvoet" miauwde Grondpoot. "Grasvoet" gromde Keverhart. "Ja, is er iets?" Vroeg Grondpoot. "Ooit waren we vrienden, maar hij had de Zandclan verraden. Hij was doodgegaan is de strijd. Wat jammer dat hij weer een leven kreeg van Vleugelster" bromde Keverhart. "Ja, en nog wel zijn laatste leven! Zoveel was Grasvoet niet waard!" Riep Zuiverhart. "Maakt niet uit. Als we de Donderclan weer aanvallen dan vermoord ik hem. En jij, Grondpoot, gaat ons helpen. Je weet alles over de Donderclan, dus we hebben je hard nodig!" Miauwde Keverhart. "Tuurlijk, ik blijf voor altijd loyaal aan de Zandclan" riep Grondpoot. Ze probeerde het overtuigend te laten klinken. "Ja, we zijn er! Renster!!" Riep Zuiverhart en ze rende naar haar partner toe.
Renster gaf Zuiverhart een lik over haar oor. "Je bent terug!" Snorde hij. "Dit is haar, ze heet Grondpoot" miauwde Keverhart. "Grondpoot, welkom. Ik wist wel dat je mee zou willen komen!" Miauwde Renster. Willen... ik wil naar huis! Het kamp was een grote zandkuil. Er was een holle boomstam waar Renster nu voor zat. Dat was zijn hol. Er was een oud vossenhol gebruikt voor de kraamkamer, dat kon Grondpoot zien want er speelde kittens voor. Een ander hol was het krijgershol en een hol onder een bosje werd gebruikt als leerlingenhol. "Laat alle katten verzamelen onder de Hoge Tak!" Riep Renster. Hij stond opeens op een lange, stevige tak die aan hij hol vastzat.
"Vandaag is het zo ver: we hebben Grondpoot, Zandklauw's dochter, gered van de Donderclan!" Riep Renster. Iedereen juichte. "Grondpoot, kom naar voren" miauwde Renster. Grondpoot liep op de witte kater af. "Grondpoot, beloof je loyaal te zijn aan de Zandclan en de clan te verdedigen met je leven?" Vroeg Renster. Word ik krijger? "Ja, dat beloof ik" loog Grondpoot. "Dan zal Keverhart vanaf nu je mentor zijn. Over een maan wordt je getest of het tijd is om krijger te worden!" Besloot Renster. Keverhart kwam ook naar voren en raakte Grondpoot's neus aan. Keverhart is gelukkig niet de ergste kat van de clan... dacht Grondpoot half positief. Het maakt eigenlijk niet uit, ik ga zo snel mogenlijk naar het Steenkuilbosje en dan ben ik zo weer thuis!
"Grondpoot, ga een nest maken" miauwde Keverhart. "Zo behandelen wij gasten niet" miauwde een grijze kater die opeens achter Grondpoot stond. "Ja, Asstaart" miauwde Keverhart en hij boog zijn kop. "Laat Grijsbuik het maar doen" grinnikte Asstaart en hij verdween weer.
"Grijsbuik! Opstaan!" Riep Keverhart en hij stampte in de richting van een oude, witte kater met een grijze buik. De kater keek op. Grondpoot kon meteen zien dat 1 oog blind was. "Ja?" Kraste de oude kater. "Je mag Grondpoot's nest gaan maken" snauwde Keverhart. "Zelf mos halen! Het zachtste mos van het bos!" Voegde hij en grommend aan toe. Grijsbuik knikte. Grondpoot wist niet hoe, maar hij kreeg het voor elkaar om op te staan.
"Ik ga mee met Grijsbuik" miauwde Grondpoot. Keverhart opende zijn mond om te protesteren. "Ik ben Zandklauw's dochter dus je luistert naar mij!" Riep Grondpoot tegen haar nieuwe mentor. Ze dacht even aan Witbloem. Ik zou nooit zo tegen haar schreeuwen, Witbloem is wel aardig... "Goed" miauwde Keverhart. "Dan beginnen we morgen met de training" "Prima!" Riep Grondpoot en ze liep samen met Grijsbuik langzaam het kamp uit, want Grijsbuik was nogal sloom.
"Ik wil je iets laten zien" kraste de oude kater opeens. "Wat dan?" Vroeg Grondpoot. Grijsbuik begon opeens in een totaal andere richting te lopen. Nouja, lopen, het was meer alsof hij zich vooruit sleepte, zo oud was hij.
Na een lange tijd stond Grijsbuik stil voor een gapend gat in de grond. "In deze grot. Ga naar binnen en je vind antwoorden" miauwde Grijsbuik. Grondpoot keek hem verward aan. "Goed, blijf hier en wees voorzichtig" miauwde Grondpoot. Ze vertrouwde Grijsbuik. De oude kater werd helemaal misbruikt door de Zandclan krijgers. Grondpoot sloop langzaam de grot in en liet Grijsbuik buiten, helemaal alleen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top