Hoofdstuk 23

"Keverhart, laat me los!" Gilde Grondpoot. Keverhart duwde de zandkleurige poes juist harder tegen de grond.
"Niks daarvan. Ik was blind door liefde. Nu zie ik pas dat je een verrader bent!" Grondpoot keek opzij. In de kraamkamer zag ze Rietpoot met sombere ogen naar Grondpoot kijken. Hij sprong op liep de kraamkamer uit, maar Grasvoet duwde hem meteen terug en schreeuwde iets naar hem.
Grondpoot voelde klauwen boven haar oog snijden.
"Hoorde je me?" Blies Keverhart. Grondpoot probeerde hem met haar achterpoten weg te schoppen, maar dat lukte niet.
"Laat haar los!" Grondpoot keek opzij. Ze was verbaasd toen ze zag wie het was.
"Hoezo? Is dit je zusje?" Gromde Keverhart tegen de kat.
"Nee, ik ben Doornpoot" miauwde Doornpoot. Hij keek met dichtgeknepen ogen naar Keverhart. "Ga weg of ik doe je wat!"
"Oja? Wat dan?", lachtte Keverhart, "ga je me aanvallen? Ga je me vermoorden?" Hij zou eens moeten weten... Doornpoot dook ineen om op Keverhart af te springen, maar er was iemand sneller dan hem. Een witte flits duwde Keverhart ruw van Grondpoot af.
"Niemand raakt mijn leerling aan!" Witbloem trok Keverhart's pels kapot met haar klauwen. Keverhart krijste van de pijn en probeerde te ontsnappen, maar Witbloem was helemaal doorgedraaid. Toen werd Witbloem door een andere krijger weggeduwd. Oh nee, Botpels!

Binnen de korste keren had Botpels Witbloem tegen de grond gedrukt. Ze wachtte geen moment en beet in haar keel.
"Nee!" Gilde Grondpoot. Ze krabbelde overeind. Ze voelde de wond in haar schouder prikken, maar rende toch naar Witbloem en Botpels toe.
"Ga weg!" Grondpoot beet in Botpels' vacht.
"Zo zo, het kleine verradertje is boos" grijnsde Botpels. Grondpoot kookte van woedde en haalde uit met haar klauwen. Botpels dook snel weg en gaf Grondpoot een klap. De Donderclan leerling viel bijna op de grond, maar bleef nog net staan.
"Grondpoot, ik mocht jou wel. Daarom laat ik je nu gaan. Maar pas op, ik heb al één van je geliefden gedood en ik vermoord er zó meer..." Grondpoot keek met open mond naar de witte poes. Botpels sprong weg en was meteen weer met iemand anders in gevecht. Grondpoot keek om zich heen.

In het midden van het kamp stond Renster. Hij keek tevreden rond. Als ik hem uitschakel dan vlucht de rest van de Zandclan waarschijnlijk! Snel rendde ze op de leider af. Ze sprong op zijn rug en liet haar klauwen er snel in zinken. Renster had zich niet voorbereid op Grondpoot's gewicht en zakte door zijn poten. Hij schudde wild heen er weer. Grondpoot pakte zijn nekvel met haar tanden en hield zich stevig vast. Renster stopte uiteindelijk met schudden omdat Grondpoot niet wegging. Grondpoot krabte Renster's rug open. Renster rolde op zijn rug en Grondpoot sprong snel weg. Ze belandde pijnlijk op één poot. Ze krabbelde overeind en probeerde op de poot te leunen. Ik moet het voor nu even met drie poten doen... dacht ze geïrriteerd.

Renster stond opeens recht voor haar neus. Hij opende zijn mond om iets te zeggen, maar Grondpoot krabte hem snel over zijn neus. Toen nog een keer en nog een keer. Renster sprong uiteindelijk weg. Hij rende nijdig op Grondpoot af en duwde hij op de grond. Renster werd zelf weggeduwd door Grindvacht.

Grindvacht dook naar voren en beet in Renster's voorpoot. Hij liet zijn tanden steeds verder in de poot van de witte leider zakken. Renster krabte Grindvacht over zijn oor en wang, maar Grindvacht liet nog steeds niet los. Grondpoot zag paniek in Renster's ogen. De witte kater trok hard aan zijn poot. Grindvacht liet los en Renster viel naar achter. Grindvacht duwde Renster om en drukte hem tegen de grond.
"Vertrek en kom nooit meer terug!" Blies de Donderclan krijger boos. Renster probeerde onder de grijze kater uit te komen maar dat mislukte.
"Geef antwoord!"
"Oké, ik ga, laat me los!" Grindvacht sprong van Renster af. De witte krijger sprong omhoog, maar ging niet weg. Hij grijnsde en krabte Grindvacht over zijn neus. Bloed druppelde over het gezicht van de grijze kater.

"Stop! Nu!" Riep Grondpoot en ze schoot haar vader tehulp. Ze sprong hoog in en lucht en landde met haar volle gewicht op Renster's hoofd. Renster viel meteen neer. Heb ik zijn nek gebroken? Grondpoot keek hem met open mond aan. Ze wist niet of ze daar blij mee zou zijn. Natuurlijk haatte ze Renster, maar ze wilde hem niet vermoorden.

Het gekrijs in het kamp welk langzaam minder. Veel Zandclan katten keken naar Renster. "Hij is dood" miauwde Grindvacht droog.
"Terugtrekken!" Riep de harde stem van Duistertand. Alle Zandclan katten rende het kamp uit. Grondpoot staarde verslagen naar Renster's lichaam.

"Ze zijn weg" mauwde Pluisstreep opgelucht. Ze snelde op Zwarthart af. Hij lag levenloos op de grond.
"Het spijt me, ik probeerde je nog te redden maar-" Kreeg Pluisstreep met moeite uit haar keel.
"Is Renster écht dood?" Vroeg Grondpoot, haar blik nogsteeds op Renster gericht. "Hij ademt!"
"Dat klopt, hij leeft nog. Maar het ziet er niet goed uit..." fluisterde Grindvacht.
"Dus wat doen we met hem?" Vroeg Grondpoot. Blood druppelde uit Renster's wonden. Hij zal doodbloeden als we niks doen!

"We houden hem als gevangene. We kunnen hem niet vrijlaten maar ook niet vermoorden" miauwde Uilster wijs. Hij tikte op Renster's hoofd.
"Weet je zeker dat hij nog leeft? Hij ademt alleen, verder lijkt hij dood..." Gifpoot kwam aanlopen. Hij rende meteen op Renster af toen hij hem zag liggen.
"Ik denk niet dat we hem kunnen redden", miauwde de leerling toen hij de witte kater had onderzocht, "hij heeft veel bloed verloren en de klap die hij op zijn hoofd kreeg was groot..."
"Zijn er nog andere gewonden?!" Riep Bladneus vanuit het Medicijnhol. Witbloem! Grondpoot rende op haar mentor af.

"Witbloem" jammerde Grondpoot. Ze zakte naast haar mentor ineen. "Dankje dat je me redde. Dankjewel..." fluisterde ze in Witbloem's oor. "Hé! Waar is Doornpoot?" Dacht Grondpoot hardop. Modderplons, die naast Witbloem stond, keek om zich heen.
"Misschien met de Zandclan meegegaan. Hij is vast ontsnapt..." miauwde de bruine krijger nadenkend.
"Zijn alle kittens oké?" Hoorde Grondpoot Zonpoot's stem vaag in de verte. Witbloem en Zwarthart zijn dood, zijn er nog meer doden?

Het antwoord op die vraag volgde vrijwel meteen.
"Zilversteen!" Jammerde Grasvoet toen Bladneus Zilversteen de open plek op sleepte. Uilster sleepte nog een ander lichaam achter hem aan, Grondpoot herkende de kat niet.
"Ze heeft goed gevochten. Ze redde ons, maar toen kwam er een poes het hol in. Dat heeft Zilversteen het leven gekost..." miauwde Bladneus.
"Hoe zag die kat eruit?" Vroeg Grondpoot meteen.
"Zwart. Volgensmij was ze de commandant" miauwde Bladneus. Duistertand dus...
"Waar is Regenpoot?" Riep Maanregen. Ze keek om zich heen, opzoek naar haar zoon.
"In het Medicijnhol. Het gaat goed met hem" miauwde Grindvacht en hij gaf Maanregen een geruststellende lik over haar oor. Grasvoet was de kraamkamer in verdwenen en Briespoot strompelde naar het medicijnhol. Zwartoor zat naast Zwarthart's lichaam en Pluisstreep nam afscheid van Zilversteen. Modderplons hinkte naar het medicijnhol om zijn leerling te bezoeken.
"Die wond op je schouder ziet eruit alsof hij gaat onsteken. Ik doe er wel wat op" miauwde Zonpoot. Ze had al wat kruiden bij zich en deed een papje op de wond. Grondpoot voelde haar wond meteen steken, maar ze protesteerde niet.
"Geef het wat rust en dan komt het goed. Je moet ook je poot rust geven, je mag er een paar dagen niet op leunen" miauwde Zonpoot. Grondpoot knikte alleen maar en Zonpoot snelde naar het volgende slachtoffer. Kerspoot ging zwijgend naast Grondpoot zitten. Grondpoot was blij dat ze niet meer zo alleen zat. Het is voorbij. We hebben een leider. Dit gevecht heeft wel wat levens gekost, maar iedereen heeft goed gevochten. Het gevaar is weg, voor nu...

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top