Hoofdstuk 19
"Grondpoot!" Piepte een stem opgelucht. Grondpoot draaide zich snel naar de kat toe. Ze keek hem even doordringend aan.
"Waarom ben je hier?" Vroeg Grondpoot half geïrriteerd, half geamusseerd.
"We zouden toch samen ontsnappen!", riep Rietpoot, "Nou, hier ben ik dan. Laten we gaan!"
"Oké," snorde Grondpoot, "maar wees wel stil."
Rietpoot knikte en Grondpoot wees met haar staart naar de richting waar de Donderclan zou moeten zijn. "Laten we gaan!" Siste ze en ze begon te rennen. Eindelijk ga ik naar huis!
"En dit noem je stil?" Vroeg Rietpoot. Grondpoot kon hem nog net verstaan boven de wind die langs haar oren blies. Ze antwoordde niet en rende door. Ze realiseerde zich wel dat Rietpoot het best moeilijk vond om haar bij te houden, hij was ook een stuk kleiner. Toch deed hij zijn best en hij rende maar een paar staartlengtes achter Grondpoot.
Uitgeput bleef Grondpoot staan. Rietpoot kwam naast haar glijdend tot stilstand en ging op de grond liggen. Hij ademde snel in en uit. Grondpoot ging zitten. Even was het helemaal stil, op het gehijg van de twee leerlingen na.
"Ik.. heb honger" kreeg Rietpoot na een tijdje met moeite uit zijn keel. Grondpoot was al bijna helemaal hersteld.
"We gaan zo jagen, als het beter met je gaat" miauwde ze. Rietpoot knikte en ging rechtopzitten. Hij ademde een paar keer diep in. Toen stond hij op. Grondpoot kon zijn maag horen knorren. Zonder iets te zeggen liep ze voorop het bos in.
"Hé!", riep Rietpoot opeens, "Straks raken we verdwaald! We moeten iets hebben om de weg te weten!"
"We volgen gewoon onze pootstappen terug naar deze plek" stelde Grondpoot voor.
"Ik kan mijn pootstappen nu al nauwelijks zien!" Protesteerde Rietpoot.
"Dan maken we een spoor met onze poten in de grond" miauwde Grondpoot. Ze liet Rietpoot zien hoe ze een lijn in de grond maakte door het weg te duwen met haar poot.
"Ik doe dat wel, ga jij maar jagen" miauwde Rietpoot. Grondpoot liep voorop en achter haar maakte Rietpoot een lijn in de grond.
Grondpoot snoof de lucht op. "Stt!" Siste ze tegen Rietpoot toen ze een vleugje rat opving. Ze spitste haar oren en ving een geluidje van een rat op die over de grond liep. De rat stapte op een klein takje die knapte. Grondpoot dook ineen en keek in de richting van het geluid om de rat te vinden. Daar zat hij! Onder een grote tak die van een boom was afgebroken. De rat zat met zijn rug naar Grondpoot toe. Er was geen wind. Rietpoot zat zelf ook ineengedoken. Grondpoot sloop naar voren. Ze stapte over een paar drogen blaadjes heen zodat die niet onder haar poot zouden kraken. De rat bewoog en Grondpoot drukte zich achter een klein bosje tegen de grond. Dit bosje is veels te klein om achter te schuilen! Nu kan ik zeker weer een andere prooi gaan zoeken... Maar tot haar verbasing bleef de rat waar hij was. Hij krabte zichzelf achter zijn oor. Grondpoot sprong achter het bosje vandaan en landde op de tak waar haar prooitonder zat. De tak brak en Grondpoot greep haar maaltijd met haar klauwen. Ze doodde hem met een snelle beet.
"Wow!" Riep Rietpoot blij. Grondpoot liep met de rat in haar bek naar hem toe. "Verse prooi!" Snorde ze. Samen aten ze de rat op. Toen Grondpoot haar deel op had, zat ze vol. Rietpoot kreeg de laatste hap bijna niet door zijn keel. "Dat beest is groter dan ik dacht!" Riep hij toen hij klaar was. Hij likte zijn snorharen schoon. Grondpoot likte haar poot. "Laten we verder gaan!" Riep ze. Samen met Rietpoot volgde ze het spoor terug naar de plek waar ze waren.
"Dus hoe oud ben je?" Vroeg Grondpoot aan Rietpoot.
"Vijf manen" miauwde hij. "Wacht eens even. We zouden mijn moeder nog zoeken!" Riep hij uit en hij stopte meteen met lopen. Grondpoot slikte.
"Laten we eerst mijn clan zoeken" miauwde ze zachtjes.
"Nee, mijn moeder is de andere kant op. Nu moeten we omlopen" miauwde Rietpoot.
"Rietpoot," miauwde Grondpoot voorzichtig, "als we terug gaan dan vindt Renster en de rest ons en dan letten ze nog beter op ons. Dan kunnen we nooit onstsnappen! En wat ga je doen als je je moeder hebt gevonden?"
"Je wil mijn moeder niet zoeken, hè? Je vindt het nutteloos!" Riep Rietpoot uit. Grondpoot zuchtte.
"Ja, misschien een beetje. Ik snap niet wat we gaan doen als we je moeder hebben gevonden. Je wil toch in een clan leven?" Legde Grondpoot uit.
"Zou jij het leuk vinden als je moeder opeens weg is. Ze weet niet eens of ik nog leef! En ik mis haar." Riep Rietpoot uit.
"We kunnen haar zoeken als we in de Donderclan zijn. Zij zullen met een patrouille zoeken, samen met jou" beloofde Grondpoot. Hopelijk doen ze dat...
"Nee, laat maar. Ga zelf maar naar die clan van je. Ik ga mijn moeder zoeken" zuchtte Rietpoot.
"Hoe zag ze eruit?" Vroeg Grondpoot. "Wit" miauwde Rietpoot kortaf. Grondpoot bevroor.
"Ken je Sneeuwtje?" Vroeg Grondpoot. Rietpoot keek Grondpoot recht in haar ogen aan. Is Sneeuwtje zijn moeder? Maar zijn moeder heette Snoesje!
"Hoezo?" Vroeg hij.
"Beantwoord eerst maar de vraag!" Snauwde Grondpoot.
"Ja, ik ken haar. Ze was een vriendin van mijn moeder. Zelf had ze ook een kitten, een oudere. En toen verdween ze opeens..." miauwde Rietpoot. Hij staarde in de verte.
"Sneeuwtje kwam bij de Donderclan" miauwde Grondpoot.
"Is Sneeuwtje bij de Donderclan?!" Riep Rietpoot blij uit.
"Ja, nou, ze is vermoord door een moordenaar..." fluisterde Grondpoot. Ik zal Doornpoot nooit vergeven!
"En haar kitten?" Vroeg Rietpoot.
"Die heet Gifpoot. Hij is er nog, maar hij is nu blind" miauwde Grondpoot.
"Ik wil daar naartoe! Ik wil Gifpoot zien!" Riep Rietpoot uit. Zo leuk is Gifpoot nou ook weer niet. Hij is altijd in een bui... "Goed dan, kom mee. Dan moeten we naar de Donderclan!" Riep Grondpoot. Samen rende de twee leerlingen verder in de richting van de Donderclan.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top