Hoofdstuk 13

"Nou? Gaan jullie me nog vertellen waar jullie waren?" Herhaalde Zilversteen zichzelf. Het regende heel hard maar toch stond iedereen buiten. Ze wilden allemaal zien hoe Zonpoot, Gifpoot en Regenpoot straf kregen. Regenpoot slikte. Naast hem stonden Gifpoot en Zonpoot. Zonpoot keek naar de grond en Gifpoot stond erbij alsof het hem niet boeide dat al hun clangenoten boos waren.

"Als jullie niks zeggen kan ik jullie beter nog meer straf geven" miauwde Zilversteen nijdig. "Nee wacht! We waren bij..." begon Regenpoot. "De Windclan", voegde Gifpoot eraan toe. "Je weet toch dat daar van die zwerfkatten waren? Nou, we wouden die zoeken want we dachten dat ze Grondpoot hadden meegenomen" ging Gifpoot door. Hij kan goed liegen! "En?" Vroeg Zilversteen. "We hebben niks gevonden en zijn niemand tegen gekomen. De regen heeft onze geuren weggewassen dus de Windclan zal er nooit achter komen" antwoordde Gifpoot. "Ja, oke. Jullie krijgen nog wel straf, maar ga eerst maar slapen. Jullie zien er moe uit" miauwde Zilversteen. En koud!

Regenpoot rende door de regen naar het leerlingenhol. Toen hij daar kwam zaten zijn poten helemaal onder de modder. Ik was mezelf morgen wel, dacht Regenpoot en hij dook zijn nest in. Hij viel meteen in slaap.

——

Regenpoot opende zijn ogen. Het leerlingehol was leeg en buiten scheen de zon. Regenpoot stond gapend op en liep naar buiten. Hij waste snel zijn poten. "Hé Regenpoot! Kom bij mij zitten!" Riep Kerspoot toen Regenpoot klaar was. Ze had al een stuk extra prooi neergelegd dat waarschijnlijk voor Regenpoot bedoeld was. De grijze leerling trippelde op Kerspoot af.

Tegenover hem, aan de andere kant van het kamp, zat Doornpoot. Hij zag er slecht uit. Ongewassen vacht en zijn ribben waren te zien. Regenpoot voelde weer een klein beetje medelijden. Misschien moet ik hem eten brengen...

"Kijk maar niet naar hem" miauwde Kerspoot die blijkbaar zag dat Regenpoot naar Doornpoot staarde. "Mm" murmelde Regenpoot afwezig. Kerspoot is Doornpoots zus! Voelt ze niet een beetje medelijden! ,Dacht Regenpoot, Ookal heeft hij slechte dingen gedaan, niemand verdient het om uitgehongerd te worden!

"Regenpoot, ik wil even met je praten" miauwde Kerspoot opeens. "Oja?" Vroeg Regenpoot verrast. "Ja, maar niet hier. Laten we een stukje gaan lopen" miauwde Kerspoot en ze stond al op. "Moeten we niet eerst vragen of dat wel mag?" Vroeg Regenpoot. "Hoezo? Ik hoor al krijger te zijn. En die zwerfkatten zijn echt niet op ons territorium" mompelde Kerspoot. "Waarom ben je eigenlijk nog geen krijger? Je hebt die test toch gedaan?" vroeg Regenpoot. Hij zat nog steeds en slikte zijn laatste hap prooi door. "Ja, maar Bladneus mag niemand krijger maken omdat hij geen echte leider is" legde Kerspoot uit.

"Donskit! Nee!" Riep een luide stem. Het was Briespoot. Hij schoot op Donskit af en griste haar bij Doornpoot vandaan. "Kom niet te dichtbij hem" miauwde Briespoot streng tegen de kitten. "S-sorry" piepte Donskit.

"Ik doe haar heus geen pijn" gromde Doornpoot. Briespoot snoof alleen. Hij had Donskit nogsteeds bij haar nekvel vast. Samen met Donskit liep hij weg.

"Ga naar de oudsten" miauwde Briespoot en hij liep Donskit los. De verwarde kitten trippelde braaf naar de oudsten toe.

"Laten we maar gaan" miauwde Kerspoot. Regenpoot sprong op en volgde zijn mede-leerling-die-eigenlijk-krijger-hoort-te-zijn het kamp uit.

——

De hele weg had Kerspoot nog niks gezegd. Regenpoot had ook maar zijn mond gehouden.

"Laten we hier zitten" miauwde Kerspoot en ze ging op een uitstekende boomwortel zitten. Regenpoot ging naast haar zitten.

Even was het stil. Regenpoot hoorde vogels zingen. Dat herrinerde hem eraan dat het bijna nieuwblad was. De blaadjes groeide al een beetje aan de bomen. De zon scheen door de half kale takken.

"Regenpoot" begon Kerspoot. Regenpoot keek haar aan, maar Kerspoot keek naar de grond. "I-ik wil meer dan vrienden zijn" stotterde ze.

Regenpoot keek haar met open mond aan. Gelukkig kon Kerspoot het waarschijnlijk niet zien omdat ze wegkeek. "Kerspoot, ik denk dat ik al-" Regenpoot kon zijn zin niet afmaken. "Ik weet wat je wil zeggen: je bent nog een leerling en het is te vroeg. Maar over twee manen ben je ook krijger" miauwde Kerspoot.

"Nee, ik wilde zeggen dat ik denk dat ik al op iemand anders verliefd ben" miauwde Regenpoot. "Wie dan?!" Vroeg Kerspoot meteen. Oh help...

"Niemand. Ik loog" miauwde Regenpoot snel. "Je liegt nu in ieder geval wel!" Riep Kerspoot en ze keek hem recht in zijn ogen aan. "Nee! Ik wilde gewoon niet tegen je zeggen dat ik je niet leuk vindt"  miauwde Regenpoot. "Het was een excuus..." voegde hij eraan toe. Kerspoot kneep haar ogen tot spleetjes.

"Oké... dus jij voelt niet hetzelfde?" Kerspoot keek weer weg. Ze schraapte haar klauwen ongemakkelijk over de schors van de boom. "Nee, sorry..." antwoordde Regenpoot zachtjes.

"Dan ga ik maar" zuchtte Kerspoot en ze stond op. "We zijn toch nog wel vrienden?" Vroeg Regenpoot, maar Kerspoot zei niks meer en verdween snel in het bos.

Regenpoot stond ook op. Nu weet ik het zeker. Ik ben verliefd op Vlierpoot.

Regenpoot trippelde in de richting van het Schaduwclan territorium. Misschien is Vlierpoot daar wel...

——

Regenpoot keek over de Schaduw grens. Er was nergens een kat te bekennen.

"Regenpoot?!" Riep een stem opeens. Regenpoot draaide zich om. Het was Kerspoot.

"Wat doe je hier?" Vroeg Kerspoot. "Ik kan jou hetzelfde vragen" mompelde Regenpoot.

"Regenpoot!" Riep een andere stem. Het kwam van over de grens. Meestal kreeg Regenpoot een warm gevoel van de stem, maar nu had hij het gevoel dat hij voor zijn leven moest rennen.

Het was Vlierpoot. En Kerspoot zag haar.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top