Hoofdstuk 12

Grondpoot opende haar ogen. Haar maag begon meteen te knorren. Met moeite hees Grondpoot zich omhoog. Alles deed pijn. De grond van de grot was ook niet bepaalt een lekker zacht nestje om in te slapen.

Grondpoot keek omhoog. De zon scheen door het gapende gat in het plafond. "Hallo?" Schreeuwde ze. Er kwam natuurlijk geen antwoord. Grondpoot zuchtte en keek om zich heen. Links van haar was een tunnel die verder omhoog ging en rechts was de tunnel die naar de ingestortte grot leidde. Ik kan beter omhoog gaan...

Grondpoot zette haar eerste stappen door de tunnel. Het licht werd steeds zwakker. Toch zette Grondpoot door. De tunnel leek niet dood te lopen, maar er leek ook geen einde. Gaat deze tunnel voor altijd door ofzo? Dacht Grondpoot geïrriteerd. Ze begon te rennen.

"Grondpoot?!" Hoorde Grondpoot opeens een luide stem voor zich. Grondpoot herkende de stem: Keverhart. "Laat nou," miauwde een andere stem geërgerd. Asstaart! "Grijsbuik stuurt Grondpoot heus niet een grot in. Kom, we gaan terug." Dat laatste was niet bedoelt als een voorstel. Grondpoot wist ook wel dat als Keverhart niet terugging hij straf zou krijgen. "Nee." Riep Keverhart opeens. "Grondpoot is mijn leerling en ik zorg ervoor dat ze veilig is!" Voegde hij eraan toe. Grondpoot kon het niet laten om te denken over hoe aardig Keverhart eigenlijk was. Hij was veel aardiger dan de andere Zandclan katten. Vanaf het begin had hij goed voor haar gezorgd. Tenminste, hij had het geprobeerd.

Nee!, zei Grondpoot tegen zichzelf, Keverhart is slecht, kijk wat hij met Grijsbuik deed! Hij zorgt alleen van je omdat je Zandklauw's dochter bent, anders zou hij je netzo behandelen als Grijsbuik! Toch geloofde Grondpoot dat niet helemaal. Ergens dacht ze te weten dat Keverhart echt om haar gaf.

"Grondpoot?!" Riep Keverhart weer. "Nu meekomen of ik zeg het tegen Renster!" Gromde Asstaart tegen Keverhart. "Ik ben hier!" Riep Grondpoot snel. Ookal wist ze niet wat ze van Keverhart moest denken, niemand verdiende het om Renster's straf te krijgen en te worden behaldeld als Grijsbuik. Waar is hij eigenlijk?

Grondpoot rende verder de tunnel door. Voor zich zag ze een groot, wit licht. Voor het licht stonden twee zwarte schaduwen, dat waren Keverhart en Asstaart. "Grondpoot!" Snorde Keverhart, "We waren zo ongerust!" Alleen jij was ongerust, de rest wilde me gewoon terug omdat ik Zandklauw's dochter ben en omdat ik meer over de Donderclan weet... Keverhart drukte zijn neus in Grondpoot's vacht, alsof hij haar al manen kenden. Grondpoot deed meteen een stap achteruit. "Kom, ik wil de rest van de clangenoten ontmoeten!" Riep Grondpoot snel omdat ze niet meer wilde dat Keverhart haar nog een keer aanraakte. "Ja, maar ik heb prooi voor je. Eet het snel op, dan kunnen we gaan!" Keverhart liep terug naar Asstaart, pakte een muis van de grond en gaf het aan Grondpoot. "Helemaal zelf gevangen!" Snorde hij trots. Hij lijkt soms net op een kitten... "Dankje" murmelde Grondpoot en ze schrokte hongerig de muis op.

"Genoeg zo" bromde Asstaart. "We gaan nu terug, je moet de rest ontmoeten en goed trainen." Met die woorden vertrok Asstaart. Keverhart en Grondpoot volgde hem.

"Dit zijn Kraaikit, Flitskit en Glinsterkit" miauwde Zuiverhart. De drie kitten waren van Zuiverhart en Renster. Kraaikit was een helemaal zwart poesje, wat vreemd was sinds Zuiverhart grijs was en Renwind wit was. Flitskit was grijs met witte vlekken. Hij had warme, oranje ogen. Glinsterkit was helemaal wit met een dikke, grijze staart. Ze had sterke achterpoten, net als haar vader.

"Hallo!" Riep Kraaikit enthousiast. In haar groene oogjes glinsterde plezier. "Mogen we nu verder spelen?" Bromde Flitskit verveeld. Hij lijkt precies op Renster! Dacht Grondpoot en ze lachte even. "Wat is er?" Vroeg Glinsterkit nieuwschierig. Ze staarde Grondpoot aan. "Niks hoor" mompelde Grondpoot. "Jawel, er is wel iets!" Riep Glinsterkit. Ze is nog erger dan Kerspoot! Grondpoot voelde een steek van verdriet. Hopelijk overleeft Kerspoot het zonder mij. Aan wie moet ze nu al haar roddels en verhalen vertellen?

Keverhart duwde Grondpoot een andere richting op. "We hebben niet zoveel leerlingen, alleen jij en Rietpoot"  legde hij uit. "Waar is Rietpoot?" Vroeg Grondpoot. "Daar" Keverhart wees met zijn oor.

"Wat?!" ,Riep Grondpoot uit, "Hij is nog maar een kit!" Rietpoot was een kleine, oranje kater met een witte buik. Hij had groene ogen. "Hij is drie maanden oud, dus hij is al begonnen met trainen" miauwde Keverhart. "Veels te jong! Dit is tegen de krijgscode!" Snauwde Grondpoot. "Sttt, zeg dat maar niet al te luid", wasrschuwde Keverhart, "als Renster hierachter komt heb je een probleem!" Hij wierp een bezorgde blik naar Grondpoot. "Oké..." mompelde Grondpoot. Keverhart gaf haar een vriendelijke lik over haar oor. "Kom, we gaan een paar krijgers ontmoeten!"

Grondpoot schraapte het oor dat Keverhart had gelikt over de zanderige grond. Ik hoef zijn kwijl echt niet op mijn oor! "Ik heb een beetje jeuk" miauwde ze toen ze Keverhart en een paar andere krijger zag kijken.

"Hallo daar, Grondpoot. Ik ben Duistertand" miauwde een pikzwarte poes die net kwam aanlopen. "Duistertand is onze commandant" legde Keverhart uit. Grondpoot trok haar kop weg van de grond en knikte. Duistertand had een opvallend roze neus en haar tanden glommen in het zonlicht. "Ik ben Lila- ik bedoel Buizerdklauw" miauwde de lapjespoes die naast de commandant stond. Ze leek erg zenuwachtig. "Buizerklauw is nieuw. Ze is nog niet zo ervaren en nogal nerveus..." fluisterde Keverhart. "Oke, en wie ben jij?" Vroeg Grondpoot aan de magere, witte poes. "Ik ben Botpels" grauwde de magere poes. "Botpels gaat zich bij de oudsten voegen, helaas voor haar is ze straks de enige oudsten" miauwde Duistertand en ze glimlachte. "Helaas? Gelukkig zul je bedoelen! Niemand wil met Grijsbuik een hol delen!" Bromde Botpels. "Enige? Hoezo?" Vroeg Grondpoot paniekerig. Waar is Grijsbuik?! Haar keel werd langzaam dichtgeknepen.

"Weet je het nog niet? Grijsbuik is dood" lachte Botpels. Grondpoot staarde de oudere poes aan. Ze kon niks zeggen. "Hoe?" kreeg Grondpoot er na een tijdje met moeite uit. Botpels wees met haar oor naar Keverhart. "H-heb jij hem vermoord?!" Riep Grondpoot. Keverhart keek haar even emotieloos aan. "Hoezo, is dat erg dan? Hij had het toch niet lang meer overleeft" miauwde Keverhart alsof het niks was.

Grondpoot sprong op Keverhart af. Keverhart belandde verbaasd op zijn rug. "Ik dacht dat je aardig was" gromde Grondpoot terwijl ze met haar achterpoten over Keverhart's buik krabte. "Grondpoot stop, ik wil je geen pijn doen!" Riep Keverhart. "Ben je te bang?" Plaagde Grondpoot. Ze stopte met krabben over Keverhart's buik. "Als je ooit nog zoiets doet tegen een kat dan heb je een probleem. En blijf voortaan ook zo ver mogenlijk van mij vandaan" fluisterde Grondpoot in Keverhart's oor. Ookal word dat moeilijk sinds je mijn 'mentor' bent, dacht Grondpoot eracher aan. Ze krabte Keverhart nog één keer over zijn wang.

Keverhart trapte Grondpoot opeens van zich af. Grondpoot vloog door de lucht en belandde op haar rug. Keverhart sprong overeind maar deed verder niks. "Pas op, Grondpoot" waarschuwde Grondpoot's 'mentor' nog een keer voordat hij wegliep.

Grondpoot krabbelde overeind. Laat ik maar eens met Rietpoot praten, hij is waarschijnlijk degene waar ik het meest een soort vriend kan zijn. En met die gedachten rende Grondpoot naar het leerlingenhol.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top