Epiloog

"Regenveder! Grondbloem! Briessneeuw! Kersneus!" Riepen alle katten blij. Zonpoot snelde op haar broer en zus af.
"Gefeliciteerd, krijgers. Ik moet nog wel even aan jullie namen wennen" snorde ze. Regenveder's ogen glommen van trots, maar Grondbloem keek minder blij.
"Is er iets?" Vroeg Zonpoot.
"Ik wou gewoon dat Witbloem er was" miauwde Grondpoot. Witbloem was een kwart maan geleden begraven, samen met Zwarthart en Zilversteen.
"Ze kijkt mee, ik weet het zeker!" Stelde Zonpoot haar zus gerust. Grondbloem knikte en keek geforceerd blij.
"Ik kan niet wachten tot we naar de Grote Vergadering gaan!" Riep Regenveder. Grondbloem en Zonpoot knikte allebei instemmend.
"Dan kunnen we de krijgers van de andere clans weer zien, maar dan zijn we dit keer krijgers!" Snorde Grondbloem. Zonpoot zag een flits van verdriet in Regenveder's ogen. Wat is er met hem? Heeft het met die Vlierpoot te maken?

"Regenveder! Grondbloem! Jullie mogen meteen aan jullie eerste taak beginnen: mos verzamelen in het bos!" Miauwde Grindvacht vrolijk. De nieuwe clancommandant liep op zijn zoon en dochter af.
"Laten we gaan!" Riep Regenveder weer blij, ondanks dat het een stomme klus was. Grondbloem liep verveeld achter hem aan. Zonpoot keek naar Bladneus. Hij is er nog, dacht ze opgelucht, maar wat bedoelde de Sterrenclan dan?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top