Panterkit draaide zich met een ruk om, ze hoorde een schrille kreet. Was dat van de Donderclan of van de Schaduwclan? Ze wist het, ze zag een een grijs gestreepte kat midden in het kamp. Nee! Dat kan toch niet waar zijn? Het was Regenvacht. Ze rende halsoverkop naar haar vader. "Pap? Nee dit kan niet waar zijn, Regenvacht! Reageer nou!!" Ze zag haar vaders borstkas rijzen en dalen. Ja, hij leeft! "Regenvacht, moet ik een medicijnkat roepen? De schaduwclankatten zijn weg dus je hoeft niet te vrezen dat ze je vermoorden." Piepte het kleine grijze poesje. "Panterkit ben jij dat?" Hij knipperde met zijn ogen en zijn stem was schor. "Loofpoel!" De Medicijnkat trippelde met een paar kruiden in haar mond naar Panterkit toe. "Asjeblieft laat Regenvacht leven, Boshart zou kapot zijn als hij dood is en ik ook en Appelkit natuurlijk." Panterkit was zo blij dat Loofpoel er nu was en dat ze voor haar vader kan zorgen. "Wat is er gebeurd?" Vroeg Loofpoel aan Panterkit. "Ik weet het niet ik hoorde een gil en toen zag ik Regenvacht in het midden van het kamp." Panterkit hoorde geritsel achter zich, ze keek meteen om en zag dat het Boshart en Appelkit maar waren. Ze slaakte een zucht, was dit gevecht maar nooit gebeurd. Opeens klinken er pootstappen achter Panterkit, ze keek achterom en zag Vuurster staan. "Oh ik vind het zo erg dat dit is gebeurd!" Miauwde Vuurster. Maar haar vader was niet dood? Toch? "Laat alle katten die oud genoeg zijn om hun eigen te vangen verzamelen onder de hoge richel." Panterkit rende naar de hoge richel. "Ik heb een paar mededelingen, de 1e: er was vandaag een best wel heftig gevecht. We hebben veel gewonden en de ergste dat is Regenvacht, ik weet niet hoe het er met hem aan toe gaat dus: Loofpoel?" Riep Vuurster. "Ja?" Vroeg Loofpoel meteen, ze keek weg van Regenvacht, blijkbaar had ze hem een paar kruiden gegeven. "Hoe gaat het met Regenvacht?" Loofpoel liep naar Vuurster toe, terwijl ze een naam riep, die Panterkit niet kende, een grijze kater met fel blauwe ogen liep uit het medicijnhol. "Niet slechter maar ook niet bepaalt beter." Alle blikken vielen op Boshart. "Oohh nee." Jammerde Boshart, ze rende naar Regenvacht. Panterkit rende samen met Appelkit naar hun moeder. "Gaat het mam?" Vroeg Appelkit. "Nee, wat als het niet goedkomt met Regenvacht? Dan hebben jullie geen vader meer!" Jammerde ze harder. "De 2e mededeling is dat Zandstorm in verwachting is van kittens!" Miauwde Vuurster, hij keek blij naar zijn partner. Kwiklicht en Loofpoel keken elkaar verbaasd aan. Grijsstreep kwam naar voren. "Ik heb ook een mededeling: de Schaduwclan is op wraak uit en ze willen zo wat alle katten dood hebben, dus wees op jullie hoede." Appelkit rende opeens naar voren. "Ik word de beste krijger van de hele clan, ik kan de hele Schaduwclan aan!" Boshart werd alweer wat vrolijker. "Ik heb nog wat te bespreken: Wolkpoot, Beverpoot en Waterpoot kom naar voren." De drie leerlingen keken elkaar verrast maar ook verbaasd aan. "Jullie hebben dapper gevochten en nu krijgen jullie jullie krijgersnamen: Wolkpoot zweer je dat je de krijgscode in eren zult houden?" "Dat zweer ik!" Vuurster wuifde met zijn staart dat hij naar voren moest komen "Wolkpoot van nu af aan zal je bekend staan als Wolkhart, de Sterrenclan eert je moed en je vechtvaardigheden en we heten je welkom als volwaardige krijger." "Beverpoot kom naar voren, zweer je dat je de krijgscode in eren zult houden?" Beverpoot knikte "Dat zweer ik" "Oké van af nu aan zal je bekend staan als Beverstaart, de Sterrenclan eert je jachtvaardigheden en je kracht en we heten je welkom als volwaardige krijger!" Riep Vuurster enthousiast. "Waterpoot kom naar voren, zweer je dat je de krijgscode in eren zult houden?" Waterpoot keek Vuurster nerveus aan. "Ik zweer het" "Mooi zo, van nu af aan heet je Waterstorm de Sterrenclan eert je Moed en je kracht en we heten je welkom als volwaardige krijger." Alle katten riepen hun namen: "Wolkhart, Beverstaart, Waterstorm!" Panterkit vroeg wat aan Loofpoel: "Loofpoel? Mag ik je nog wat vragen? Hoe gaat het met Regenvacht?" "Het gaat iets beter, hij herstelt goed maar ik weet niet of hij bladkaal haalt." Panterkit zuchtte: hoe gaat Regenvacht bladkaal halen? Het grijze poesje rende naar haar moeder en vroeg: "Wanneer worden we leerling? En als we leerling worden, worden Hartkit, Bloesemkit en Sneeuwkit dan ook leerling?" Boshart ging zitten en miauwde: "Appelkit en jij worden over een maan leerling en Hartkit, Bloesemkit en Sneeuwkit moeten nog 2 manen." "Wie zijn jou vader en moeder?" Vroeg Panterkit. "Mijn vader heette Zonneval en mijn moeder Grastand, Maar mijn moeder stierf in een gevecht met de Windclan. Dus ik kende haar niet goed om dat dat gevecht vlak na mijn geboorte, eigenlijk mag het niet: een moederkat die jongen heeft mag niet vechten, maar we hadden toch iedereen nodig dus koos Eikenster mijn moeder." Panterkit staarde met angstige ogen haar moeder aan. "Oh dat is vreselijk, maar ik heb nog een vraag: had of heb jij broers of zussen?" Boshart zuchtte "Ja die heb ik: Vlinderkit, Maanpoel, Haaktand." "Waar zijn die allemaal gebleven?" Mauwde Panterkit. "Vlinderkit was te zwak dus die is gestorven, Maanpoel is vlak voor dat jij geboren werd gestorven en Haaktand...." Boshart maakte haar zin niet af. "Wat is er met Haaktand?" "Hij stierf zoals hij geleefd had, ruw, moordzuchtig en hij had onze commandant vermoord: Nachtveder." "Ooh dat is nog erger, oh trouwens ik moet weg want ik ga met Appelkit, Hartkit, Bloesemkit en Sneeuwkit spelen, Doei." Terwijl ze liep merkte ze dat er een kat met haar mee liep, dus ze stopte. "Wie ben jij?" Ze keek de kat aan. "Ik ben Gaaiveder de Leerlingmedicijnkat, ik dacht dat ik je een beetje op kon vrolijken: Regenvacht is aardig genezen, hij kan al lopen maar hij mag nog niet vechten of patrouille's doen, goed?" Miauwde Gaaiveder "Geweldig, maar mag ik je wat vragen?" Vroeg Panterkit. "ja" hij zuchtte "ja dat mag" "Kan jij zien?" Het grijze poesje had haar vraag gesteld. "Nee" hij draaide zich om en rende in de richting van het medicijnhol.

Dit was Hoofdstuk 2!