Hoofdstuk 7

Ondanks het feit dat het bos gevuld zou zijn met Pavors kwam Ailith ze zelden tegen en elke keer was het de instructeur die ze het eerst doorhad en onschadelijk maakte.

Ailith, Weran en Alix waren meer versiering dan actieve medesoldaten.

Ailith vond dat eigenlijk wel best, ze wilde geen bloed aan haar handen hebben. En hoewel ze een doel prima kon raken met een pijl was een levend wezen doden toch wat anders.

Winter had hun ingehaald en de afgelopen dagen had het bijna onophoudelijk gesneeuwd, hetgeen de jacht ernstig belemmerde.

Alix had de vorige avond voorgesteld om strikken rond het kamp op te stellen om eindelijk weer vlees te kunnen eten. Weran ging met hen mee om de strikken te controleren, terwijl Ailith en de instructeur de wapens nakeken.

Een gil doorbrak de ongemakkelijke stilte en deed Ailith en de instructeur onmiddellijk opspringen. Alix had geen konijntje gevonden tijdens de inspectie.

De scene waarop Ailith binnenstormde zou ze nooit vergeten.

Weran lag bewusteloos op de grond met Alix die beschermend over hem stond. Een Pavor luttele meters voor hun gebalde vuisten.

Ailith was sneller dan de instructeur en had een onbelemmerd zicht op het slachtveld, terwijl een heuvel Alix aan het zicht van de instructeur onttrok.

De Pavor was te dichtbij en Ailith had haar boog in het kamp laten liggen, ze wist ook niet of ze het schot überhaupt had kunnen maken. De hoek was voor haar ongeoefende inzicht waarschijnlijk te lastig om een schot te wagen zonder Alix te raken.

Alix en de Pavor waren in eerste instantie in een soort staarwedstrijd verwikkeld geweest, maar nu viel Alix op de grond. Hun lichaam schudde en bevende, terwijl de Pavor het met ontblootte tanden stond aan te kijken.

Toen de Pavor zijn mond verder opende en een stap richting Alix zetten vloog er een pijl door de lucht.

De instructeur had Ailith ingehaald, maar stopte niet op een meer dan veilige afstand zoals Ailith had gedaan.

Zij liep zo snel ze kon richting Weran en joeg de Pavor de andere kant op. Weg van de weerloze jongeman.

De Pavor liet zich gemakkelijk leiden, kwaad als die was over de pijn die zijn lichaam voelde door de instructeur.

Toen de instructeur iets meer ruimte had gecreëerd tussen de Pavor en haar leerlingen viel ze aan. Dit keer had ze geen pijl en boog vast als wapen, zij lagen vergeten op de grond naast Weran.

Sabirah's messen flikkerden in het licht van de opkomende zon toen ze uithaalde en de slagader van de Pavor doorsneed.

De gil van de Pavor werd afgekapt voordat hij begon met een tweede welgemikte slag.

Ailith was tijdens het gevecht niet stil blijven staan, maar was naar Weran gerend. Ze checkte zijn hartslag en toen die sterk en regelmatig was, verlegde ze haar aandacht naar Alix.

Alix lag nog steeds op de grond te trillen, hun ogen waren stijf dichtgeknepen en hun handen waren nog steeds tot vuisten gebald.

"Er is niks wat je voor hun kan doen Ailith. De Pavor was eerder bij Alix dan ik, het enigste wat we nu nog kunnen doen is wachten of hun uit hun lijden verlossen."

De kou nestelde zich in Ailith's hart.

Weran bewoog zich rusteloos en kwam langzaam overeind.

"Alix? Wat is er gebeurd?"

"Jullie kwamen een Pavor tegen en waren ongewapend. We kunnen niets meer voor Alix doen, ik ga de vresiolg halen zodat jullie afscheid kunnen nemen."

De realiteit kwam als een mokerslag binnen bij Ailith, maar waar zij zich hier al op had voorbereidt was dat niet het geval voor Weran.

"Je liegt!"

Zijn stem brak en veranderde in een snik.

"Dat kan niet, Alix zou me nooit achterlaten!"

De instructeur stond met haar rug naar hen toegekeerd en was alweer halverwege de helling.

"Het is nou eenmaal zo, Weran. Daar kan niks aangedaan worden."

"Kan het jou dan helemaal niets schelen dat Alix dood gaat?!"

Dat stopte de instructeur in haar stappen. Akelig langzaam draaide ze zich om en de kille blik die Ailith al tijden niet meer op haar gezicht had gezien deed haar verstijven.

"Zeg me eens, meneer Weran, hoe jij denkt dat ik aan mijn littekens ben gekomen. Het was geen draak als je dat had gedacht, dat zijn namelijk bijzonder zachtaardige dieren."

Ze liep nu terug naar waar Alix nog steeds op de grond lag. Elke pas was afgemeten, als een roofdier die een hertje probeert te grijpen.

"Ik vocht in de vorige oorlog, we wisten niets, niets, over die beesten. Alles moest uitgeprobeerd worden en ik zat bij de eerste lading. We waren met vijftig man, acht waren nog in leven na onze eerste confrontatie. De oorlog ging jarenlang door met geen enkele hoop op vrede."

Weran die Alix hoofd op zijn schoot had gelegd moest omhoog kijken om oogcontact met de instructeur houden, zo dichtbij stond ze.

"De mensen die niet konden vechten verloren alles, steden en dorpen werden ontruimd. Tenminste als dat lukte, sommigen gingen in vlammen op, anderen werden spooksteden. Er waren niet genoeg soldaten en te veel vijanden."

Haar gezicht was enkele centimeters verwijderd van Weran en met elk woord dat zij sprak probeerde hij achteruit te deinzen.

"De enigste reden dat dit land er nog is, is omdat ze zich terug trokken. Wat ze je ook verteld hebben, weet dat wij," ze gebaarde tussen hen in, "niet hebben gewonnen."

Ze stond razendsnel op en liep terug naar de tassen.

"Wij hebben het ternauwernood overleefd."

-

Toen de instructeur terugkwam met de tassen, was Weran nog lang niet klaar met afscheid nemen.

"De wereld is niet eerlijk, het spijt me dat dit gebeurd is, maar er kan niets aangedaan worden."

"Wat doet de vresiolg eigenlijk? Is het geen medicijn?"

Weran probeerde zich groot te houden, maar de snikken die zijn lichaam doortrokken, lieten zien hoe erg hij het vond.

"Het was in de laatste maanden gecreëerd in een laatste redmiddel om mensen die de initiële confrontatie hadden overleefd, zoals Alix te redden. In theorie zou het hen kunnen genezen, maar dat is nooit het resultaat geworden. Het enigste voordeel tegenover gewoon gif was dat het sneller werkte."

"Ik wil niet dat je het hen geeft."

Ailith begreep Weran's gedachtegang, maar vermoedde dat dit wel het beste voor Alix zelf zou zijn.

"Alix gaat dood, Weran. Of ik dit nu aan hen geef of niet."

"Jij zou het ook niet geven als je in mijn schoenen stond."

De instructeur verstijfde en staarde Weran met open mond aan.

"Waarom heb je dat niet eerder gezegd? Ik had jullie laten overplaatsen net als Dilan en Rixt."

Ze haalde een paar keer diep adem en blinkte de tranen die zich in haar ooghoeken hadden gevormd weg.

"Maar je hebt gelijk, ik zou het ook niet doen. Heb het ook niet gedaan toen ik in jouw schoenen stond. En dan ben ik maar een hypocriet om dit te zeggen, maar het is wel het beste wat je kan doen."

Ailith mistte iets, er was wat gebeurd waar zij geen weet van had, maar dat de anderen van elkaar begrepen.

"Doe het."

-

Ze begroeven Alix onder een boom en trokken verder richting de grens in het noordoosten.

De voorzichtige vrolijkheid die eerst nog aanwezig was geweest, was met Alix gestorven.

De nachten waren het ergst. Ailith probeerde wel te slapen, maar de zachte snikken van Weran maakten dat onmogelijk. Overdag kon hij zijn stoïcijnse masker ophouden, maar 's nachts alleen in het donker was dat onmogelijk.

Ailith wist niet hoe en of ze hem kon troosten en probeerde hem dus ruimte te geven.

Elke dag kwamen ze meer en meer Pavors tegen, het was duidelijk dat hun groepje ze nooit allemaal tegen kon houden. Dit zorgde ervoor dat ze nog beter op moesten letten, het gevaar kon van alle kanten komen.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top