Deel 2, Hoofdstuk 6
Ailith was voor dag en dauw wakker geschud door Alix.
"Wakker worden Ailith we vertrekken."
Alix had de paniek niet uit hun stem kunnen houden en dat meer dan het feit dat het te vroeg was, maakte Ailith bang.
Alix was voor niks en niemand bang.
Ze moesten zich opstellen bij de andere soldaten, iets dat behalve de eerste ochtend niet eerder was gebeurt.
De commandant schreeuwde namen en groep na groep marcheerde van het terrein af.
De oorlog was begonnen.
Sommige groepen gingen naar het westen andere naar het oosten. Degene die naar het oosten gingen hadden een grimmige uitdrukking op hun gezicht. Zij zouden de eerste verdediging vormen en zorgen dat de vijand niet dichter bij de oostelijke hoofdstad zou komen.
Spird was maar drie dagreizen ver en huisveste het winterseizoen van de regering. Het kon, mocht, niet zo vroeg vallen.
Wat er over was van Ailith's groep werd in tweeën opgedeeld. Bodil, Ona, Ava en Ihme zouden zich terugtrekken richting Spird en daar worden opgevangen door een andere instructeur. Ailith, Alix en Weran zouden naar de frontlinie vertrekken samen met de instructeur.
-
Het was een helse tocht geweest om voor de voorhoede te komen. Ailith en de anderen waren later vertrokken dan de meeste andere soldaten, maar moesten ze toch inhalen. Daar kwam nog bij dat de training waar de instructeur hun aan onderwierp zwaarder dan ooit was.
Nu waren ze een dagreis van de grens en twee voor de frontlinie. Er waren nog verscheidene andere groepen in de buurt, maar die zouden alleen als scout verkenningstochten maken. Het zou op Ailith en haar groep aankomen om de scouts van de Pavors uit te schakelen.
Ze zouden doorlopen tot zonsondergang en dan pas onderdak zoeken. Ailith verheugde zich er nu al op om straks lekker naast het vuur te kruipen. Het had de hele dag geregend en ze was tot op het bot verkleumd.
"We slaan hier ons kamp op."
De verlossend woorden van de instructeur waren eindelijk gekomen, bijna een uur nadat het donker was geworden. Een vuurtje maken zou nu een stuk moeilijker zijn.
"Neem een van de bomen in de buurt en probeer zo veel mogelijk te slapen, morgenochtend gaan we weer verder. We hebben nog een flink eind te gaan voordat we vijandige verkenners tegenkomen."
Een boom, waarom moesten ze precies in een boom klimmen? Gingen ze niet het kamp opzetten?
De instructeur was al halverwege een dennenboom en maakte het zichzelf gemakkelijk tussen een tak en de stam.
"Ik stel voor dat jullie een keuze gaan maken. Je kan natuurlijk een vuur maken maar de gloed daarvan zal bijzonder ver zichtbaar blijven. Als je zin hebt om in je slaap gedood te worden doe vooral dat dan."
Alix en Weran kozen een boom links van de instructeur en klommen langzaam naar boven. Enkele meters boven de grond begonnen ze het zich gemakkelijk te maken.
"Pavors kunnen weliswaar niet klimmen, maar dat betekend niet dat hun reikwijdte niet alleen horizontaal werkt."
Ailith besefte opeens waarom de instructeur zo ver boven de grond een slaaplek zocht. Weran en Alix hadden de implicatie ook door en klommen snel tot ver boven de tien meter grens. Ailith volgde hun voorbeeld en nestelde zich tussen de takken van haar eigen boom.
-
Dagen regen zich aaneen zonder dat een Pavor werd gezien of gehoord. Ailith vreesde half dat ze volledig de verkeerde kant op hadden gereisd en de rest van het leger nooit meer zouden terugvinden.
Helaas was haar vermoeden onjuist.
Ze waren die ochtend weer voor dag en douw vertrokken, boog in de hand met een pijl klaar om te schieten. De hele dag lang was er niets gebeurd en nu waren de schaduwen langer aan het worden, de zon zou snel ondergaan.
Dit was het moment waar de Pavors hun jacht zouden beginnen en de mensen in het nadeel waren.
Ailith was met haar gedachten al bij haar slaapzak toen de instructeur plots haar hand opstak om de groep te stoppen. Verlamd van schrik hield Ailith scherp haar adem in.
Toen er niks gebeurde liet ze de hap lucht voorzichtig ontsnappen.
Een takje knapte doormidden, in het stille bos klonk het als een kanonschot. De instructeur had zich vliegensvlug omgedraaid en liet haar eerste pijl gaan.
Een kreet van pijn vulde de geladen stilte, maar het geluid van stampende poten op de bosgrond was nog steeds te horen.
Een tweede en derde pijl volgden de eerste voordat Ailith met haar ogen kon knipperen, Alix en Weran stonden net zo verstijfd toe te kijken.
Beide pijlen boorden zich in het hout van de omstaande bomen zonder hun doel te halen.
"Klim, idioten! Klim!"
De schreeuw van de instructeur haalde Ailith uit haar verlamming. In veiligheid komen, dat was belangrijk.
Binnen luttele seconden was Ailith samen met de anderen boven de tien meter grens en keek toe hoe de instructeur nog een pijl afschoot die opnieuw een kreet van pijn aan het wezen ontlokte. Daarna rende ook zij op een boom af en verdween tussen de bladeren.
Net op tijd was ze verdwenen toen de Pavor tussen de bomen verscheen en op de plek afstormde waar de instructeur zojuist nog had gestaan.
Een jank steeg op uit de keel van de wolfachtige die onmiddellijk veranderde in een doodskreet toen een derde pijl zijn lichaam doorboorde.
Het lichaam zakte in elkaar op de grond. Ailith wilde het liefst naar beneden klimmen om zo ver mogelijk van deze plek vandaan te rennen, maar wist beter dan een actie te ondernemen zonder goedkeuring van de instructeur. Zolang zij in de boom bleef wachten zou Ailith ook blijven zitten.
De nacht was gevallen voordat de instructeur haar positie in de boom verliet. Ze verzamelde de geschoten pijlen om daarna het lichaam te onderzoeken.
Ailith voegde zich bij haar, bij de instructeur in de buurt blijven zou het veiligst zijn.
"Ze zijn sterker dan voorheen, die eerste pijl heeft zijn pezen doorboort en de tweede zijn long."
De instructeur was de rest van de wereld vergeten en was volledig gericht op haar slachtoffer.
"Wat verwachten ze toch van mij, Nimra. Ik kan geen wonderen verrichten hoe graag ik dat ook wil."
"Uhm, pardon mevrouw. Gaan we hier overnachten?"
De instructeur keek vanuit haar gehurkte positie op naar Weran.
"Als het jouw een goed idee lijkt om hier in de buurt te blijven ga vooral je gang. Ik ga zo snel mogelijk hier weg, een Pavor is zelden volledig alleen. In de ochtend zal het hier van die beesten zwermen, en hou toch op met die formaliteit. Ik ben jullie instructeur, noem me zo of Sabirah," ze vervolgde die zin na bedacht te hebben dat ze zich nooit had voorgesteld, "dat was mijn naam."
Ze klopte de aarde van haar kleding en stond op.
"Een, twee uur afstand tussen ons het lijk moet genoeg zijn. Nou hup, opschieten."
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top