Inmenging

Vrijdag kwam ook Draco weer uit de ziekenboeg en Fred was bezorgd, maar ik vastberaden. Het voorlaatste uur hadden we Verweer tegen zwarte kunsten en ik wist dat enkel de Zwadderaars er al zouden zijn, maar ik sloeg Fred's aanbod om met me mee te gaan af.

Ik had er echter geen rekening mee gehouden dat Draco wist dat ik altijd om de hoek wachtte. Ik stond met mijn rug tegen de muur en schrok toen Draco plots voor me stond met zijn handen tegen de muur, zodat ik niet wegkon.

"Joanne..", zei hij en ik keek hem geschrokken aan, maar herstelde snel.

"Ga weg Malfidus", zei ik, mezelf vervloekend dat ik Fred aanbod had afgeslaan.

"Joanne, we hebben niet veel tijd."

"Meer dan we nodig hebben!"

"Joanne.."

"Ga weg Malfidus", zei ik met een afkeer in mijn stem en duwde hem achteruit.

"Joanne, we moeten praten."

"Er is niets om over te praten, Malfidus!"

"Joanne, toe", fluisterde hij en hij kwam weer dichter: "Ik moet met je praten."

"Laat me met rust, Malfidus, mijn vrienden zullen hier zo zijn!" zei ik maar ik voelde mijn stem verzwakken doordat hij zo dicht bij me stond.

"Ja, je hebt gelijk", zei hij en hij liep naar de Zwadderaars. Een paar seconden later stonden mijn vrienden voor mijn neus.

"Ah de Griffoendors zijn er ook, kom binnen!" zei de professor. "Aha Meneer Malfidus, terug helemaal ok?"

"Ongeveer", mompelde Draco.

"Daar ben ik blij mee, dan heb ik weer een voorbeeld waar ik zelf niet in voorkom!" zei hij vrolijk. Ik draaide met mijn ogen en Ron grijnsde.

"Vandaag testen we de sterkte van ons schild! Dus gaan we ons niet in houden, maar volle kracht er in leggen! Meneer Malfidus, eerst ontwapenen."

"Expelliarmus!"

"Protego!" hij had slechts een voorzichtige spreuk gebruikt en mijn schild had hem doen vallen. "Andersom."

"EXPELLIARMUS!"

"Protego" Zijn stok kwam in mijn hand gevlogen. "Heel goed , Joanne! Malfidus, concentreer je jongen! Opnieuw."

"EXPELLIARMUS!"

"PROTEGO!" zowel Draco als ik zelf verloren nu ons evenwicht en vielen om, net als een paar mensen die te dicht bij stonden.

"Ja! Heel goed, zoveel kracht, zo veel talent! Nu gaan we ook sterkere spreuken gebruiken. Draco en ik verloren wel vaker ons evenwicht terwijl onze krachten tegen elkaar opbotsten. Na een half uur riep de professor ons bij zich.

"Jullie staan wel wat voor op de anderen", zei hij. "De les is over! Kunnen jullie even hier blijven?" De klas begon leeg te stromen. "Wat is er, juffrouw Griffel?"

"Niks professor! Ik ben onderweg!" antwoordde Hermelien een beetje geschrokken.

"Ik zou jullie graag al laten voor gaan op de andere studenten. De keuze is aan jullie, je kan er geen punten mee verliezen door op het niveau van de klas te blijven."

"Ik wil wel voorlopen en meer leren", zei Draco meteen.
"Goed zo jongen! Joanne?"

"Uh.." ik aarzelde, dit zou willen zeggen Draco en ik nog meer op elkaar aangewezen werden en dat was nu net niet wat ik wou.

"Je mag niet stil blijven staan", zei Draco en zo besliste hij voor mij.

"Zo is dat! Nu snel naar de volgende les!"

Verbijsterd verliet ik het lokaal, Draco niet aankijkend.
"Joanne? ... Joanne, kan je nu even naar me luisteren?"

"Waarom, omhooggevallen koekoek? Je mag toch niet stil blijven staan ?"

"Nee , Joanne. Zo bedoelde ik dat niet en dat weet je best." Ik had snel doorgestapt om snel bij de kerkers te zijn en bleef nu abrupt staan.

"Dat weet ik best?" vroeg ik verontwaardigd. "Ik weet helemaal niks meer!"

"Joanne, ik weet hoe het er uit gezien moet hebben, maar ik wou niet.."

"Je kuste Park, Malfidus. Daar heb ik geen uitleg bij nodig!"

"Joanne.."

"Laat me gewoon met rust!"

"Joanne!" Hij greep mijn arm en duwde me tegen de muur. "Luister nu eens naar me!" riep hij en ik schrok van hem. Ik snakte naar adem en zijn gezicht verzachtte. "Toe!" voegde hij er zachter aan toe. Ik trok mijn arm los, maar bleef staan.

Zelfs nu verlangde ik naar hem, na alles wat er gebeurd was. Er was iets fundamenteel mis met mij. "Joanne..Het was niet mijn bedoeling om haar te kussen. Ze kwam om hoek, duwde me tegen de muur en kuste me, ik dacht dat jij het was. Voor een halve seconde maar! Toen ik na een seconde besefte dat jij het niet was, zag ik jou al achter haar staan. Ik was zo in de war, ik voelde me echt slecht."

"Natuurlijk", antwoordde ik terwijl ik zijn handen moeilijk van me af duwde. Ik draaide weg en liep naar de trap, hij volgde niet meteen dus wachtte ik aan de deur van het lokaal. Toen hij er was klopte ik op de deur en ging binnen voor hij iets kon zeggen.

"Haast je, die toverdrank moet af deze les", zei Sneep. "Als ze niet af is, blijf je langer tot ze dat wel is." Ik zuchtte.

Fantastisch, dacht ik.  Samenwerken was niet zo evident als anders, we zaten constant ik elkaars weg.

"Godverdomme, Malfidus. Dit ging makkelijker toen ik alleen werkte!"

"Ja, daar hebben we weinig boodschap aan als we hier om acht uur nog staan", sneerde hij terug.

"Blijf daar nu af!" brieste ik op mijn beurt.

De hele klas volgde het gesprek mee, aangezien het altijd heel stil was in Sneep's les. En inderdaad toen de les voorbij was, waren we slechts halverwege. Dat we langer moesten blijven maakte me alleen kwader. Ik zag mijn vrienden kijken terwijl ik Draco's hand opzij sloeg.
"Doe nu eens wat je moet, voor we weer opnieuw kunnen beginnen!" Draco rolde met zijn ogen en hield zijn handen naast zijn hoofd.

"Doe het dan zelf!" zei hij geërgerd en liet zich op zijn stoel vallen. Toen iedereen buiten was, werd het nog stiller in het lokaal, waardoor ik probeerde niet meer luidop op Draco te vloeken. Maar toen hij de beker met geperste gingersap omver stampte riep ik.

"Godverdomme, Malfidus!"

"Dhanes!" moeide Sneep zich.
"Wat is er in godsnaam mis met jullie? Jullie zijn een perfect team geweest!" Klaagde hij. We keken beide naar onze ketel die een zachtsissende paarse vloeistof bevatte.

Een witte flits waarschuwe me dat Sneep in mijn herinneringen wou zoeken en ik bande hem meteen uit mijn geest. Ik bleef naar de ketel staren, wachtend op zijn antwoord.

Na een tijdje besefte ik dat het te lang te stil bleef, ik keek op naar Sneep, maar die keek naar Draco, ik volgde zijn blik. Draco had tranen in zijn gezicht en ik schrok van wat Sneep deed. Ik trok Draco naar me toe om Sneep uit zijn gedachten te trekken, maar deze liet zijn blik niet van Draco. Ik besefte dat ik te laat was. Ik duwde Draco weer weg en keek van de een naar de ander.

Sneep keek Draco aan en slikte. Draco staarde voor zich uit en deed geen poging om zijn tranen te verbergen.

"Professor?" vroeg ik twijfelend en te koppig om tegen Draco te praten. Sneep keek me aan.
"Je mag je gerief opruimen", zei hij. Ik wachtte even maar begon dan mijn spullen bijeen te nemen. "Weet je Joanne, ik blijf erbij dat je een speciaal kind bent."

"Sorry?"

"Goed in occlumentie, Zwerkbal, duelleren heb ik verstaan, mooi, slim, noem maar op en toch blijf je me verbazen." Ik keek weer van de een naar de ander en fronste.

"Hoezo?"

Hij zuchtte en liep naar zijn hersenpan, hij gebaarde me mee te komen. Hij voegde een herinnering toe en vertelde me voorover te bukken en zijn eigen herinnering te bekijken. Het was alsof ik in de pan getrokken werd en terug werd uitgespuwd een paar minuten eerder. Ik stond naast Sneep en zag Draco en mezelf bezig aan onze toverdrank. "Godverdomme, Malfidus!"

"Dhanes!" moeide Sneep zich. "Wat is er in godsnaam mis met jullie? Jullie zijn een perfect team geweest!" Dan vertroebelde het zicht een beetje en zag ik een wit licht. Ik keek terug naar mezelf en Draco. Het beeld vertroebelde weer en ik besefte dat hij nu Draco's herinnering keek.

Het was een soort slideshow van gebeurtenissen. Perkamentus kondigde aan dat er een nieuwe leerlinge was. Onze eerste ontmoeting, een opeenvolging van tedere en leuke momenten met ons tweetjes. Nieuwjaar in Villa Malfidus. Midden in die reeks komt een blond meisje op de kijker afgelopen kwam. Het gezicht was slecht zichtbaar door het licht dat achter haar binnen valt. Ze kust Draco, die een seconde zijn handen rond haar legt en haar dan wegduwd. Fred en ik staan achter haar. Dan volgde een schreeuwende Park en een luidere terug brullende Draco. Mijn kwade blikken op de zwerkbaltraining in de ziekenvleugel, in de gangen en tijdens de lessen. Draco, alleen op zijn kamer, huilend.

Dan spuwde de hersenpan me als het ware uit. Ik bleef voor de pan staan met mijn handen om de rand geklemd, verwerkend wat ik gezien had.

"Joanne?" Ik draaide me om en zag Draco naar me kijken, zijn ogen waren rood en gezwollen. "Geloof je me nu? Ik wilde dat helemaal niet.." Tranen rolde ook over mijn wangen. "Ik hou veel te veel van je!" fluisterde hij nu.

Ik schrok toen er iemand op de deur klopte. Nog verbaasder was ik toen Fred binnen kwam.
"Hallo professor, ik ...Joanne?" Hij kwam bezorgd naar me toegelopen, vergeten dat hij net Sneep's lokaal zonder uitleg was binnen gelopen. "Gaat het wel?" Ik knikte naar de hersenpan hij keek er naar en dan terug naar mij.

Ik knikte nog eens en hij boog zich in de pan. Hij zou een paar minuten later terugkomen en ik wist niet hoe hij zo reageren. "Professor", zei ik met een klein en gebroken stemmtje.

Hij hief zijn wenkbrauwen verbaasd op en zei dan: "Ja?"

"Wat bedoel je met 'je blijft me verbazen'? Ik bedoel je wist toch al van..ons." Dat laatste woord voegde ik er stiller aan toe.

"Ja maar ik dacht jullie echt van elkaar hielden."

"Is ook zo!"

"Waarom en hoe kon je dan zo koel zijn tegen Draco?"

"Omdat ik gekwetst was!"

"Is het dat? Of was je onzeker over wat je zelf eigenlijk te bieden hebt?"

Ik staarde hem aan niet wetend wat ik moest zeggen of denken.

"Ik was gekwetst", herhaalde ik.

"Natuurlijk, maar ondertussen heeft hij," en daarbij knikte hij naar Fred "Je wel een goed gevoel gegeven is het niet?"

Ik voelde me raar, alsof Sneep me las als een open boek. Ik werd gelukkig afgeleid omdat Fred net terugkam. Hij keek de hersenpan even aan, op dezelfde manier als ik dat ook gedaan had, dan draaide hij zich langzaam om.

"Fred?"

"Hmm?" Ik keek hem vragend aan. "Malfidus...", zei hij dan. Zowel ikzelf als Sneep als Draco schrokken. Draco slikte:

"Ja?"

"Jij.." nu pas keek hij Draco aan, met afkeer en woede. "Ik mag jou niet." Draco reageerde niet en wendde zijn blik af terwijl Fred naar mij kwam en  zijn hand op mijn schouder legde.

"Gaat het?" Ik trok mijn schouders op.

"Joanne, ik wil niet grof zijn, maar ik zou graag hebben dat jullie het hier en nu uitvechten."

Ik keek Sneep geschrokken aan. Was zijn loyaliteit aan de Malfidussen echt zo groot? Hoe dan ook keek ik naar Draco, zijn ogen waren rood en gezwollen. Zijn haar niet gekamd en hij zag er maar bleek uit. Ik voelde me een beetje schuldig en fluisterde: "Het spijt me." Hij keek op, zijn ogen kregen een glinstering en er verscheen een glimlach.

"Mij ook", zei hij "Wel ja..Niet dat ik bewust iets fout deed."

"Ik weet het", lachte ik.

"Ok, ga maar", zei Sneep. We verlieten met zijn drieën het lokaal. Ik had het moeilijk en dacht er over na terwijl we naar de trappen stapten, toen we daar aankwamen begon Draco: "Joanne?"

"Het lijkt me best dat we elkaar sowieso niet meer zien, Draco."

"Wat, hoe bedoel je?" Hij stopte met lopen en keek naar me, ik stopte ook met lopen maar bleef naar de trappen staren.

"Is het niet duidelijk wat ze bedoelt dan?" reageerde Fred.
Het horen van Freds stem gaf me weer kracht. Ik keek naar Draco en vervloekte mezelf meteen dat ik in zijn ogen keek. Het fonkeltje was er weer uit verdwenen en er was alleen verwarring te zien.

"Ik denk gewoon dat het beter is.."

"Maar waarom?"

"Verdorie Draco, Fred is de enige die hiervan weet en dat is al zo een ramp! Hij mag jou ook nog steeds niet."

"Maar.."

"Ik denk dat het gewoon echt beter is", ging ik verder. "Het kán gewoon niet werken. Dat heb ik van in het begin gezegd."

Hij zuchtte en zijn ogen werden weer vochtig.
"Draco...", fluisterde ik en ik stapte dichter naar hem toe. "Doe dit nu niet, alsjeblieft, je weet best dat het beter zou zijn.." Ik nam zijn kin tussen mijn wijsvinger en middenvinger en deed hem naar mij kijken. "Dat weet je toch he?" Achter mij verstijfde Fred, dat merkte ik zo.

"Joanne, dit hebben we al eens gedaan."

"Draco, het is..."

"Ik kan het niet, Joanne. Dat weet ik nu al", onderbrak hij me en hij nam met zijn beide handen mijn gezicht vast. "Joanne", fluisterde hij en hij negeerde Fred, die verontwaardigd blies.

"Je zal wel moeten", antwoordde ik en ik trok zijn handen terug weg. Hij keek een aantal seconden naar de grond en staarde dan even in mijn ogen.

"Ik probeer het", besloot hij terwijl zijn stem stokte. Ik gooide mijn armen rond zijn schouders en hij sloot me in zijn sterke armen.
"Ik ga je zo missen!" fluisterde hij in mijn oor.

Hij kuste me voor wat de laatste keer zou zijn en keerde dan naar de Zwadderich leerlingenkamer. Fred zei geen woord terwijl Draco pijnlijk mijn hand lostte.

"Joanne?" vroeg Fred, toen Draco uit het zicht verdwenen was. "Gaat het een beetje?" Ik knikte gewoon. "Dat was," hij aarzelde even: "sterk en zo, maar wil je dit ook echt?"

"Het is een onmogelijke relatie.."

"Ja, maar nu ik dit alles gezien heb, begin ik te denken dat dit echte liefde is. Een vriend zou geen goede vriend zijn moest hij dat niet aanvaarden. Je moet hem de kans geven om de shock te overleven natuurlijk."

Ik glimlachte, "Bedankt Fred."

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top