Het grote Zweinsteindrama
De volgende ochtend werd ik langzaam wakker en voelde ik mijn hoofd op en neer gaan. Langzaam maar zeker herinnerde ik me hoe ik een paar uur eerder in slaap was gevallen in Draco's armen. Ik was wakker, maar had nog geen zin om mijn ogen te openen dus verschoof ik mijn hoofd wat en bleef zo nog wat liggen.
Even later opende ik mijn ogen een beetje. Het was al vrij licht en ik draaide mijn hoofd zodat ik naar Draco's gezicht kon kijken. Hij opende zijn ogen en lachte.
"Goedemorgen", fluisterde hij.
"Goedemorgen"
"Wil je naar het ontbijt gaan?" Vroeg hij, terwijl hij een lok haar uit mijn gezicht streelde. Ik wou niet maar dwong mezelf om rechtop te gaan zitten.
"Hoe laat zou het zijn" vroeg hij terwijl hij zijn arm boven zijn hoofd uitrekte en die dan terug op mijn been legde.
"Ik weet het niet, maar we zijn laat in slaap gevallen en ik heb goed geslapen."
"Ik ook", grijnsde hij. Toen we in de grote zaal binnenkwamen keken de vier jongere studenten bang op. Sneep keek door zijn zwarte gordijnen naar Draco, Perkamentus en Anderling stopte een gesprek, Zwamdrift's ogen werden nog wijder en ze begon tegen zichzelf te mompelen.
De andere professors gaven ons gewoon een snelle blik en een "Morgen."
Iedereen leek verrast door het feit dat we samen naar beneden kwamen, behalve Perkamentus, maar die was bijna nooit verrast, Anderling, waarover je hetzelfde kon zeggen, Sneep en de vier leerlingen die onmogelijk naast ons konden gekeken hebben.
Ik vermoedde dat ze het aan Perkamentus hadden verteld en die had het dan op zijn beurt warschijnlijk aan Anderling en Sneep had verteld.
Na het ontbijt verwachtten we bij hem geroepen te worden, maar dat was niet het geval en dus trokken we weer naar de leerlingenkamer. Op een gegeven moment kwam het hoofd van Ravenklauw binnen. Ik kon net op tijd van Draco's schoot springen toen het portret openging. Proffesor Banning kondigde aan dat Perkamentus ons wou spreken.
"We weten wel over wat dit zal gaan of niet soms?" vroeg ik hem.
"Ja, dat zal dan wel", zuchtte hij terug. Voor de rest zwegen we tot we in de grote zaal waren.
"Professor" groette ik Perkamentus en naast me knikte Draco. Ik wist dat hij wat bang was, maar hij verborg het wonderbaarlijk goed.
"Kom, we gaan even naar mijn bureau, we hebben wat te bespreken."
Draco werd daar enkel banger van en tegen de tijd dat we er waren en Sneep en Anderling ook nog eens op ons stonden te wachten, kon Draco zijn angst bijna niet meer verbergen.
"Ga zitten" zei Perkamentus vrolijk en hij ging zelf ook zitten. Nu we allemaal neer zaten werd ik ook wat bang.
Ze wisten het, binnekort zouden ook Hermelien en Fred en George en de anderen het weten! Wat had ik toch gedaan!
"Deze ochtend", begon het schoolhoofd rustig. "Kwamen een paar leerlingen met voor hen schokkende nieuws. Ik weet niet of het waar is en dat is natuurlijk waarom je afdelingshoofden en ik het jullie besloten te vragen."
Hij pauzeerde even, maar ik bleef hem gewoon aankijken en naast me probeerde Draco zo kalm mogelijk te blijven. Dan vervolgde hij: " De jonge studenten waren geshockeerd, ze hadden naar eigen zeggen iets extreem onverwachts gezien. Een griffoendor, die in een paar maand een soort befaamdheid heeft gekregen binnen deze muren, en een Zwaderaar voor wie bang zijn, bleken elkaar beter te mogen dan iedereen zou verwachten. Is het mogelijk dat jullie deze twee personen zijn? Of anders gesteld: Is het mogelijk dat jullie beter met elkaar opschieten dan verwacht?"
"Wel", antwoordde ik sneller dan hij verwacht had, zodat zelfs Perkamentus even verrast was. "In acht genomen dat al mijn vrienden zowat Malfidus' vijanden zijn, kunnen we stellen dat wij het beter met elkaar kunnen vinden dan dat, ja"
Perkamentus glimlachtte en ik zag ook Anderlings mondhoeken opkrullen.
"Wil je dat ik deze vraag concreter en in alle respect misschien ook gênanter stel, Joanne?"
"Nee, maar ik denk dat u uw antwoord heeft. Hij glimlachtte nog eens.
"Ik moet zeggen dat ik je wel mag, Joanne. De verhalen die over jou rond gaan schijnen te klopen." Ik knikte in appreciatie voor het compliment dat iemand als hij me net maakte. "Goed, ik heb het er met jullie afdelingshoofd over gehad. Ze weten wat ik er van denk en willen julie graag ook even apart spreken "
"Uhm professor"
"Ja?" Hij keek me van boven zijn brilletje priemend aan. Nu werd ik wel wat nerveus.
"Uhm" Gelukkig begreep hij wel wat ik bedoelde.
"Niemand hoeft dit te weten."
"De vier leerl.."
"Hun geheugen is een fragiel iets, juffrouw Dhanes" Ik lachtte dankbaar
en volgde vervolgens Anderling naar buiten.
"Dus juffrouw Dhanes", begon Anderling in haar eigen lokaal. "Ik weet niet goed wat ik je moet zeggen."
"Wel ik kan je zeggen dat er niks gebeurd is."
"Wat bedoel je met niks?"
"Wel ik kon niet slapen, hij bood me steun en we zijn zo in slaap gevallen."
"Niks meer?"
"Nou we hebben wel een paar keer gekust, maar.."
"Gekust? Dus jullie zijn een koppel dan of wat?"
"Nee, wel ..uh Ik weet het niet. waarschijnlijk..of niet. Het is ingewikkeld", besloot ik. Ze lachtte even.
"Je moet voorzichtig zijn."
"Weet ik."
"Ik denk niet dat meneer Malfidus meteen een slechte jongen is. Het is zijn vader die ik niet vertrouw, zijn vader en misschien jouw twee lange, roodharige vrienden." Ik wendde mijn blik af. "Die jongens hebben alleen het beste met je voor."
"Ik weet het."
"Ik wou je vooral waarschuwen dat de familie Malfidus echt niet het soort is om je vrijwillig bij aan te melden, juffrouw Dhanes."
"Professor, ik weet dat het niet bepaald het ideale scenario is." Onbeholpen haalde ik mijn schouders op. "Maar ik kan er niets aan doen." Anderling zuchtte en vervolgde: "Ik ga nu even met Severus en Malfidus praten, loop je nog even mee?"
"Ja professor."
Ze verliet het lokaal en ik volgde in stilte, mijn hoofd was echter niet stil. Hoe kon dit gebeuren, hoe was het mogelijk, waarom had ik dit laten gebeuren? Het was een totale ramp! Dan dacht ik aan Draco en hoe ik van hem hield, hoe had ik hem ooit kunnen teleurstellen. Nee, dit was de enige manier van hoe dit had kunnen lopen. Ik voelde tranen in mijn ogen opwellen, maar wist ze weg te slikken.
Ik voelde me nu zo slecht als ik die morgen gelukkig was geweest. Anderling deed me eventjes buiten wachten en ging alleen binnen. Ze liet me in mijn eentje op de gang, alleen met mijn gedachten.
Iets later kwam ze me dan ook binnenroepen. Ik liep binnen en keek naar Draco, die mij niet durfde aan te kijken. Dus keek ik naar Sneep, zijn ogen stonden strak op mij gericht. "Wat dachten jullie?" Anderling keek hem ontzet aan: "Severus!"
"Nee, Minerva. Ik vraag me dit echt af. Waar zaten jullie met jullie gedachten?" Ik keek hem opstandig aan terwijl ik antwoordde: " Ik dacht vrij was om te doen wat ik wil." Ik was nog niet uitgesproken of Sneep kwam naar me toe gegleden.
"Joanne, je bent niet werkelijk zo naïf", stelde hij waarop ik mijn wenkbrauwen optrok.
"Blijkbaar wel", antwoordde ik.
Zijn zwarte ogen tuurde in de mijne. Ik klemde mijn kaken op elkaar en bleef terug kijken.
"Na de vakantie ga jij nog wat nablijven, juffrouw", fluisterde hij me toe en gebaarde dan met zijn hand dat ik het lokaal moest verlaten. Ik keek even naar Anderling, die knikte. Ze leek zelf verbaasd door de betrokkenheid van Sneep.
Ik liep terug richting slaapzalen en na een half uur opende de deur van mijn kamer. Ik bleef op mijn bed liggen.. "Gaat het?" vroeg een heldere stem voorzichtig. Zijn stem klonk vreemd, verdrietig zelfs. Ik ging rechtop zitten.
"Wat is er?" Hij wendde zijn blik af.
"Sneep vroeg me om hem te beloven dat we elkaar niet meer zouden zien."
"WAT?" Ik zag aan zijn gezicht dat dat nog niet alles was.
"Ik zei hem dat ik je echt graag zie en dat we dit zelf ook niet de perfecte situatie vinden." Hij kwam naast me op het bed zitten. "Toen zei hij dat hij het aan mijn vader gaat vertellen..."
"Oh Draco!" Ik gooide mijn armen rond hem. Ik wist dat hij met dezelfde gevoelens zat. Wij wilden dit zeer graag, maar alle anderen verafschuwden het. Hij schudde en ik realiseerde me dat hij huilde. Ik kon het hem niet kwalijk niet nemen, zelfs mensen die Lucius Malfidus niet kenden leken hier bang van hem te zijn.
"Hij zal me vermoorden!"
"Kom kom, Draco dat weet je toch niet."
"Oh dat weet ik wel!" Ik zuchtte. Ik dacht aan mijn vrienden begon ook te wenen. Zo zaten we een tijdje.
Die avond in de eetzaal was het stil, gespannen zelfs, Alleen Perkamentus leek er geen last van te hebben. Na het eten wou ik meteen naar de slaapzaal die nu even de mijne was, Anderling riep me. "
Je hebt post" Ik nam hem aan en herkende het handschrift van Fred en George.
"Bedankt, professor." Ze glimlachtte even en dan werd haar gezicht weer serieuzer als ze me een tweede brief overhandigde. Een van mijn vader. Ik liep naar de slaapzalen en zag in mijn ooghoek dat Draco er ook een kreeg van Sneep. Hij kwam iets later naast me op mijn bed zitten en hield zijn brief omhoog.
"Van mijn vader. Ik hem hem nog niet geopend."
"Dat moet je dan maar doen", zei ik bemoedigend.
"Ja, maar ik wilde jou erbij." Ik was vertederd en keek naar zijn gezicht terwijl hij hem opende en las dan mee.
Draco,
Ik kreeg gisterenavond een brief van Severus Sneep. Ik moet zeggen dat ik overweldigd was door wat hij me te melden had. Het was niet bepaald verwacht voor me. Ik ben vrij teleurgesteld dat je me niks verteld hebt en ook dat je niet bereid was haar op te geven.
Aan de andere kant heb ik 'Dhanes' opgezocht en het blijkt een mooie pure bloedlijn te zijn. Ze is een griffoendor en ik neem aan dat ze dikke vriendjes is met Harry Potter, van wie ik dacht dat hij onze grootste vijand was? Maar als je dit meisje dan toch zo graag ziet zou ik haar graag ontmoeten zodat ik een beter beeld van haar kan vormen.
-Je vader
"Wel, dat viel best mee"l zei ik.
"Inderdaad". Zei hij verbaasd en hij draaide jet perkament een paar keer om, alsof hij verwachtte nog een extra boodschap te vinden. "Hij...Ik..uh.. hij wil je ontmoeten!"
"Ach ja."
"Dat zien we nog wel, heb jij ook een brief van je vader?"
"Ja, maar Anderling ging hem niet schrijven, Sneep deed het omdat hij bevriend is met je vader. Anderling en Perkamentus vonden het eigenlijk niet kunnen." Ik opende de brief toch.
Daarna las ik de brief van de Wemels, die meldde dat hun tante steeds verder achteruit ging en onze plannen voor Oudjaar waarschijnlijk niet zouden doorgaan. Ik beantwoordde beide brieven met de boodschap dat alles goed was en ging naar bed.
De volgende morgen ging ik naar de leerlingenkamer zodra ik gegeten had. Draco was in de badkamer en ik liet mijn gedachten varen. Die brachtten me bij Draco's vader. Hij wou me ontmoeten! Ik wist niet veel van hem, enkel dat veel mensen bang waren voor hem, maar ik kon me niet voorstellen hoe hij er uit zag. En voor de een of andere onverklaarbare reden, was ik daar behoorlijk nieuwsgierig naar. Op dat moment kwam Draco net binnen.
"Hi"
"Hoi"
"Hoe ziet je vader er eigenlijk uit?"
"Sorry?"
"Ja ik vroeg me dat ineens af, zonet..."
"Ah, uhm, wel ik heb een foto van hem op mijn kamer, ik zal hem snel even halen." Hij liep naar boven en even later kwam hij weer terug met een foto
"Wow, hij kijkt hier best serieus!"
"Jah, dit was een foto voor de krant."
"Hoezo?"
Draco haalde zijn schouders op: "Nieuwe functie op het ministerie."
"Hij ziet er toch niet altijd zo serieus uit?"
"Meestal wel.."
"Sorry!"
"Geeft niks, nu ben je tenminste voorbereid."
"Heb je nog meer foto's?"
"Ja, maar in de Zwadderich toren. Wil je ze zien?"
"Graag!"lachtte ik. En dus liepen we naar de zwadderich toren. Ik werd overweldigd door het groen en zilver in de leerlingenkamer.
Hij nam me mee naar boven. De slaapzaal was zoals je kon verwachten van een zwadderich kamer.
"Sorry, dat dit je ding niet is", zei Draco toen mijn gezicht zag. En ondertussen zocht hij naar foto's "Hier!" Hij toonde me een andere foto.
"Hij is niet echt een ontspannen persoon" , zei hij verontschuldigend. "Ja, maar je moeder ziet er mooi uit." Hij lachte.
"Zij zal je ook beter aanvaarden" Na nog een paar foto's bekeken te hebben keerden we terug naar de Ravenklauw leerlingenkamer.
"Heb je je vaders brief al beantwoord?"
"Wou ik nu doen." We zaten neer aan de tafel in het midden van de kamer en hij begon te schrijven. Nu we de hele dag met elkaar opschoten, begonnen we pas echt een relatie op te bouwen. Een relatie die behoorlijk sterk werd, We hielden van elkaars gezelschap en genoten ervan met elkaar te praten, we hielden elkaar vast, knuffelden en alles wat we deden, maakte ons gelukkig, alsof we in de hemel over paars glitterende paadjes huppelden.
We trokken ons nu regelmatig met ons tweetjes terug op een slaapzaal, zodat we echt alleen waren. Waar we ons niet hoefden in te houden.
De volgende dag kreeg Draco antwoord van zijn vader. Hij stelde voor om Oudejaarsavond bij hun thuis te vieren. We staarden beiden naar de brief.
"Wat denk je?" vroeg Draco uiteindelijk.
"Wel ik denk dat ik maar een kans krijg van je vader."
"waarschijnlijk"
"Dan moeten we gaan"
"Ja? Ik bedoel..zeker?"
"Ja", besloot ik vastberaden.
"Ok" Hij beantwoorde de brief snel en kort.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top