Aan de kant van Zwadderich?

"Vreemd om het eens van deze kant te zien, vind je niet?" zei Fred lachend toen we de volgende morgen een plaatsje op de tribunes zochten. Ik knikte en Fred wist dat er iets mis was.
"Zeg Joanne", zei Fred.

"Ja?"

"Alles ok?" Ik knikte weer, maar hij fronste.

"Hier zijn goede plaatsen", zei hij dan met gevijnsde vrolijkheid.

Een poosje later galmde Leo's stem door het stadion. "Vandaag, mijn beste medestudenten kijken we naar de wedstrijd tussen Zwadderich en Huffelpuf! En ja DAAR ZIJN ZE!"

Een gejuich weergalmde door het stadion. De aanvoerders gaven elkaar de hand en op het fluitsignaal zetten de spelers zich af.

"Huffelpuf heeft niet echt zijn beste jaar, ze verloren zelfs met nul punten tegen Griffoendor, Griffoendor onder aanvoering van Joanne Dhanes die ...Sorry professor"

Ik keek naar Draco, die hoog boven het stadion zweefde. "Zwadderich aan slurk, voor doel..goede save, maatje. Huffelpuf aan slurk..."
Na een kwartier was de stand 70-40 voor Zwadderich, Huffelpuf deed het dus helemaal niet slecht.

"Daar gaat de zoeker van Huffelpuf! Zwadderich er meteen achteraan! Huffelpuf ligt nog voor, maar hele mooie draai van die Malfidus, je zou bijna vergeten wie hij is! Hij drijft de snelheid nu serieus op. OHH!  Hij lijkt Harry wel! MALFIDUS heeft de snaai! Het is gepasseerd, mensen. Zwadderich wint!" Ik glimlachte en schrok even toen Fred me duwde, maar besefte toen dat we eigenlijk aan de kant van Huffelpuf hoorden te staan.

Zwadderich verwelkomde die middag het team in de grote zaal alsof ze een aantal draken hadden verslagen met een tandenstoker. De rest van de zaal was stil en Zwadderich zong vrolijk en luid.

"Zwadderich aan de top,
Verslaat de anderen zonder stop
Kom maar op Griffoendor!
En liefst ook zonder gemor
Bewijs eens dat je vecht als een leeuw
Zoals men je omschrijft de laatste eeuw"

Er was veel vreugde aan de tafel van Zwadderich en vol zelfvertrouwen riep een Zwadderaar naar de tafel van Griffoendor. "Zeg Dhanes... " Hij stond op: "Al bang?"

"Waarom zou ik?" antwoordde ik koeltjes. De Zwadderaar keek even dom en nu stond ook ik recht. "Je hebt één goede speler, ik heb er zeven! En ze zijn allemaal hier", zei ik terwijl ik over de tafel wees.

Fred en George zette zich ook recht naast me en de rest van het team volgde hun voorbeeld.

"We eindigden met 220punten!" zei een andere Zwadderaar.

"Op geluk en een redelijke zoeker", gooide ik terug. De hele zaal volgde nu met ingehouden adem. Omdat mijn hele team rechtstond, stond nu ook dat van Zwadderich recht.

"Ik moet zeggen dat ik gevleid ben, Dhanes." Mijn hart maakte een sprongetje, maar ik wist mijn gezicht in plooi te houden terwijl ik antwoordde.

"Ik wil niet grof doen, Malfidus, maar je met Harry vergelijken was niet bepaald Leo's briljantste ingeving."

"Je bent heel grappig, Dhanes, maar je hebt een veel te grote mond."

"Moet je horen wie dat zegt!"

Gelach en gebrul steeg op aan de Griffoendor tafel en enkele Griffoendors hadden zich ook rechtgezet. Redelijk snel stond iedereen van de twee tafels recht.

Anderling greep dan ook maar net op tijd in. Ze legde een paar mensen het zwijgen op en deed mij en Draco handen geven. Ze keek me afkeurend aan terwijl ik naar haar toe liep, ze wist dat deze rivaliteit gespeeld was, maar dat was niet voor iedereen zo.

Fred had me tijdens de match gerust gelaten maar na het avondeten zat hij me bezorgd aan te kijken. Iedereen had het gemerkt, er was weer wat met me aan de hand. Ik had het team die namiddag verteld dat we naar de grootste waarschijnlijkheid mee zouden doen aan het WK.

"Dat zullen we met zekerheid weten als we binnen een maand tegen Zwadderich gespeeld hebben. Tijdens die match worden we gescout." Het team was razend enthousiast, maar ik drong erop aan om het nieuws nog niet te verspreiden. "Hoe klein de kans ook is, als we geweigerd worden, neemt niemand ons nog serieus."

Door dit nieuws was het echter nog duidelijker dat er met mij wat aan de hand was.
"Is het Malfidus?" vroeg Fred zondagmorgend en ik schudde mijn hoofd. Al had ik Draco graag gefeliciteerd met zijn overwinnig, dichter dan de handdruk die Anderling ons had opgelegd was ik niet geraakt.

Zondagnamiddag besloot ik mijn vrienden te vertellen hoe mijn leven op z'n kop stond. Ginny's kwade blikken de voorbije dagen hadden me geen goed gedaan, dus ik besloot ook haar bij me te roepen.

De tweeling, Leo, Harry, Ron, Hermelien en Ginny zaten me nieuwschierig aan te staren. Hoewel Ginny misschien dacht dat nu mijn grote bekentenis kwas, was er snel spijt op haar gezicht te lezen. Toen ik hen vertelt had dat mijn vader mijn vader niet bleek te zijn, maar Sneep wel, wist niemand hoe ze moesten reageren.

Ik zuchtte en Harry merkte traag op dat het wel verklaarde waarom ik me zo kwaad kon maken op Sneep.

"Diep vanbinnen wist je het misschien al", besloot hij. Hermelien knikte traag.
"En hij ook, hij is al van in het begin op jou gefocust", vulde ze aan.

"Mijn beide ouders waren dooddoeners. Wat doe ik zelfs in Griffoendor?" merkte ik zelf op en ik keek op naar Fred. Hij wist wat ik bedoelde en hij schudde zijn hoofd.

"Dat betekent niks", zei Ginny ook. "Je bent opgegroeid bij een man, die zich absoluut dapper getoond heeft!" We bleven nog een tijdje in stilte zitten en dan zei Harry: "Perkamentus heeft me al meermaals gezegd dat hij in geen enkele persoon ter wereld zo veel vertrouwen heeft als in Sneep."

Ik keek even naar hem op, maar niemand zei nog iets. Iedereen moest dit, net als ik, verwerken.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top