8. Vau Cagnata

De dagen vliegen voorbij met dezelfde routine. We zijn van het pad afgestruind en volgen Carl die ons door de wirwar van bomen leidt. We lopen zwijgend in dezelfde formatie, af en toe laten we Lance vooropgaan zodat hij voor ons kan jagen. We eten wat in de avond en gaan dan slapen. Dag in dag uit. De enige afwisselende gebeurtenis is de aanval van Saella.

Ze heeft gezegd dat ze een aanval om de tien dagen zal hebben in de avond, ze zou die dag haar mana besparen om te gebruiken tijdens de aanval van de Schaduweter en niet met ons mee-eten. Ondanks dat ze zichzelf een stuk had afgezonderd, was haar geschreeuw en gehuil nog steeds te horen, maar niemand stond op om naar haar toe te gaan, we willen haar trots intact laten. Al heb ik haar al een keer gezien na een aanval.

Lance zwaait lopend met de eend die hij vandaag heeft neergeschoten, hij houdt het dier trots bij zijn poten vast en er rolt af en toe een druppel bloed van zijn nek op de grond. Hij fluit door zijn scheve tanden, zijn stemming is aanzienlijk verbeterd nu hij weer kan jagen. Hij vertelt me altijd hoe jagen meer is dan het doden van dieren, het is een kunst van luisteren en kijken, één zijn met de natuur en voorzichtige stappen zetten, hij kickt op het jagen van dieren en dat is duidelijk te zien.

'Hoe ben je eigenlijk gekozen tot Voorbestemde?' vraag ik hem. Lance is geen edel en ook niet iemand die bekend is in het kapitaal tot zover ik weet. Het is een mysterie hoe hij in het oog van de koninklijke familie is gevallen. Lance trapt een steentje van de grond weg en haalt zijn hand door zijn baard. Zijn blik kijkt met een glinstering omhoog, alsof hij herinneringen aan het ophalen is.

'Ik mag dit eigenlijk niet vertellen, maar de kroonprins jaagt ook als hobby in dezelfde bossen waar ik jaag. We zijn elkaar een keer in het bos tegengekomen en ik heb toen zijn leven gered,' zegt hij in een lage stem. Ik kijk hem verbaasd aan, het leven redden van een lid van de koninklijke familie is niet niks, het is een heldendaad die rijkelijk beloond wordt. 'Ik wist toen nog niet dat hij de prins was en we zijn samen ergens gaan drinken. Hij vroeg of ik een titel of land wilde, maar ik heb dat afgewezen, ik houd ervan om op de voet te blijven. Sindsdien jagen we weleens samen als hij tijd heeft, het is best wel een prima gozer, jong maar gepassioneerd.' Lance haalt zijn ene schouder op. Ik heb verwacht dat zijn aversie tegen edelen ook betekent dat hij de koninklijke familie afkeurt, maar misschien toch niet.

'Wauw, waarom wees je het land en titel af, je kon een leven leiden zonder ooit wat te hoeven doen als je het verkocht?' vraag ik hem dan. Mijn vader maakte vroeger grapjes dat hij ons land zou verkopen zodat hij, ik en mijn kinderen voorlopig niet hoeven te werken. Het is geen slecht idee, maar het zou negativiteit brengen op de naam Cagnata.

'Dat is het leven van een edel.' Lance geeft me een tik op mijn hoofd met zijn vrije hand en mijn hand schiet naar mijn voorhoofd. Ik hoop dat er geen bloed in mijn haar is gekomen. Ik klem mijn andere hand wat strakker om mijn staf. 'Ik spendeer liever mijn leven gepassioneerd jagend dan dat ik op mijn stoel zit en loop weg te rotten vanbinnen door de verveling.' Ik kan zien waar hij vandaan komt, maar dat hij een titel krijgt, betekent niet dat hij niks hoeft te doen met zijn leven. Hij kan gewoon jagen en dan terugkeren naar iets wat hij zijn huis kan noemen.

'Hoorde je dat?' vraagt Lance dan, mijn gedachtegang onderbrekend. Hij kijkt opzij het bos in. 'Iedereen stop met lopen!' Lance's bulderende stem zorgt ervoor dat iedereen tot stilstand komt. Hij kijkt even om zich heen, zijn oren gespitst. Ik probeer mee te luisteren naar wat hij hoort, maar ik kan alleen een schril geluid horen.

'Een kind,' mompelt Viola dan. Ze kijkt bezorgd op, richting haar linkerkant. 'Het is een huilend kind,' zegt ze nog een keer. 'We moeten hem helpen.' Ze kijkt naar Carl voor toestemming, maar Carl ontwijkt haar blik. Hij lijkt te twijfelen. Het is oneerlijk dat Viola hem de beslissing laat maken of we gaan checken of niet, de verantwoordelijkheid van de beslissing zal op hem liggen daardoor. Het is onduidelijk of Mørket ondertussen meer ravage aan het verrichten is met de seconde dat we twijfelen.

'We kunnen even checken,' besluit hij dan zachtjes. Hij stop zijn hand in zijn zwarte krullen op zijn hoofd en knikt dan nog een keer alsof hij zichzelf wil vertellen dat we inderdaad even kunnen checken.

Lance gooit de eend naar Viola. 'Houd dit vast,' beveelt hij haar terwijl hij zijn kruisboog van zijn rug pakt. Viola vangt de eend onhandig op en haar gezicht vertrekt met walging. Lance zet de boog tegen de grond en zet zijn voet in de beugel. Met twee handen trekt hij vlug de pees naar achteren zodat de boog is gespannen. Wanneer hij dat heeft gedaan zet hij er een pijl op en loopt hij met zijn kruisboog voor zich uit gericht. Hij sluipt richting het geluid op een voorzichtig tempo. We gaan hem achterna, Carl heeft zijn hand al op het handvat van zijn zwaard en ik besluit ook om mijn staf dichterbij me te houden. Ik kijk kort achterom naar de meiden, Saella volgt ons zachtjes en Viola loopt nog steeds met de eend zoals haar is bevolen.

Het gehuil wordt duidelijker wanneer we dichterbij zijn. Ik kan meerdere stemmen horen in het gehuil. Lance zet zijn vinger tegen zijn lippen terwijl hij over zijn schouder naar ons kijkt, hij zorgt ervoor dat hij oogcontact heeft met iedereen voor hij verder gaat. Ik slik nerveus, mijn hart is beginnen met bonken, maar ik weet dat ik mijn hoofd helder moet houden, anders help ik niemand.

Lance loopt verder met zijn lichaam laag, we volgen hem terwijl we ook door onze hurken gaan. Het lijkt erop dat Lance weet wat hij doet en dat is een geruststelling voor me. Hij struint door de struiken heen en brengt ons steeds dichterbij het geluid. Mijn mond is droog wanneer het gehuil stopt. Zijn we te laat? We zetten nog steeds onze zoektocht voort, Lance leidt ons naar een open plek. Hij steekt zijn hoofd eerst uit en vloekt dan luid.

'Wat?' vraagt Viola met een bezorgde stem. Carl en ik stappen ook het open veld in en een grijs gebouw staat voor ons, er zitten tralies voor de geopende ramen en het doet me denken aan een gevangenis. Vogels hebben op de muren gepoept en het lijkt erop dat wat wilde dieren tegen de muren aan hebben geplast. Naast het gebouw staat een kleiner blok met alleen een deur, er zijn geen ramen. Er hangt een groot hangslot op de dubbele deuren, het is niet de bedoeling dat iets of iemand daaruit kan komen.

'Een fabriek,' zegt Lance dan. Kinderarbeid. Het is gewoonlijk voor de grote fabrieken om kinderen aan contracten te binden. Viola en Saella komen ook overeind en staren naar het gigantisch grijze gebouw. Lance knarst zijn tanden en woede vliegt bij hem op. 'Waar zijn de eigenaren van de fabriek, ik ga ze een lesje leren!' Carl houdt zijn hand uit naar Lance en ik oog hem bezorgd. Straks doet hij nog dingen doet waar hij spijt van zal krijgen.

'Laten we binnenkijken,' oppert Viola, haar ogen zijn gelijmd aan de deur, ze gedraagt zich anders dan normaal. Ze zou nooit suggesties geven maar gewoon meegaan met wat de anderen beslisten. Ik zie Saella haar mondkapje zwijgend weer omdoen, haar ogen naar de grond geslagen.

Carl knikt dan en loopt voorop, zijn hand is van zijn zwaard af, maar hij is nog steeds op zijn hoede. We komen voor de grote deuren van het gebouw, ze zijn intimiderend en niet verrassend, compleet grijs. 'Wees gehoorzaam!' Een mannenstem is te horen, Carl duwt meteen beide deuren open. Mijn ogen verwijden en ik hoor Viola's adem stokken.

Een man staat over een jongetje met zijn zweep, om hun heen zitten allemaal kinderen in versleten kleren met tranen in hun ogen. Sommige hebben hun ogen gesloten, bidden ze tot iets of proberen ze hetgeen voor hen afspeelt buiten te sluiten? Met hun roetzwarte vingers in elkaar gevlochten staan de meeste kinderen te trillen. De man heeft een wrede grijns op zijn lippen, zijn ogen stralen bloeddorst uit. Hij maakt aanstalten om zijn zweep op de blote rug van het jongetje te laten neerkomen. Carl komt als eerst in beweging en steekt zijn hand uit, maar hij redt het nooit. Ik moet een barrière opzetten, maar het mana glipt uit mijn greep door de haast.

'Vaalea seinä!'

Een lichtbarrière vormt zich rondom het jongetje en de zweep kaatst terug op het oppervlak. Het jongetje duikt in elkaar van de schrik en de ogen van de man verwijden. De Voorbestemden kijken mij aan, maar de spreuk is niet afkomstig van mij. Ik kijk achterom naar Saella, ze heeft een paniekerige blik in haar ogen. Haar staf is vooruitgestoken in haar bevende handen.

'Tovenarij,' zegt de man dan. Hij draait zich naar ons toe met een kwade blik, zijn ogen scannen ons één voor één. Lance heft zijn kruisboog op, klaar om te schieten als hij naar ons uithaalt. Carl zet zijn hand op zijn zwaard, maar trekt hem nog niet uit zijn schede. Tot mijn verbazing laat de man zijn woeste blik vallen en verschijnt er een nep glimlach op zijn gezicht.

'Ah, jullie moeten de Voorbestemden zijn,' zegt hij dan griezelig kalm. Hij hangt zijn zweep aan zijn broek en zet dan zijn handen tegen elkaar. 'Aangenaam kennis te maken, ik had al gehoord dat jullie een unieke combinatie waren. Kan ik jullie misschien een overnachting aanbieden in ons nederig stulpje?' Een rilling gaat door mijn ruggengraat, is dit nog dezelfde persoon als net? Hij glimlacht alsof hij niks verkeerds heeft gedaan, wat volgens de wetboeken ook zo is, maar hij heeft zojuist wel een kind in elkaar zitten te slaan. Carl laat zijn hand van zijn zwaard zakken en kijkt dan naar ons.

'We gaan dit even bespreken,' zegt hij dan tegen de man. Carl gebaart ons bij elkaar te komen. We vormen een cirkel met zijn allen en beginnen zachtjes te fluisteren zodat hij ons niet kan horen. De plotse verandering in het gedrag van de man heeft ons verrast.

'Waarom bood hij ons een overnachting aan?' vraagt Lance. Hij oogt de man met achterdochtigheid, zijn acties zijn verdacht. Zijn kruisboog is gereed, maar we weten allemaal dat we de man niet zomaar mogen aanvallen.

'Waarschijnlijk denkt hij dat het in zijn voordeel is als hij de Voorbestemden helpt,' zegt Saella dan. Ze is wat meer gekalmeerd en heeft haar staf opgeborgen. Haar handen zijn in elkaar gevouwen en beven nog een beetje.

'We moeten die kinderen helpen,' fluistert Viola streng, in haar ogen is sterke wil te zien. 'We kunnen ze niet zo achterlaten.' Haar stem is nog nooit zo duidelijk geweest, ze heeft haar handen tot vuisten gebald en haar lippen trillen.

'Ik ben het eens met Viola,' gromt Lance laag.

'Maar dit is niet onze opdracht,' fluistert Carl dan, alle ogen gaan naar hem toe. 'Ik bedoel, ik snap dat jullie willen helpen en dat wil ik ook, maar ondertussen raast Mørket door om hele dorpen te verslinden met elke dag die we verspillen. Bovendien kunnen we hem niet zomaar iets aandoen, kinderarbeid is toegestaan in Loralei.' Ik bijt op mijn onderlip, ik wil het niet graag toegeven, maar Carl heeft gelijk. Daarbovenop is het bevrijden van kinderarbeiders moeilijker dan Viola denkt, we kunnen ze niet zomaar vrijlaten.

'Carl heeft gelijk,' mompel ik dan. Het is een moeilijk proces om de kinderen te bevrijden van de man. We moeten rekening houden met contracten en een plek om de kinderen naar toe te sturen als we ze hebben bevrijd. Daarnaast is het onze taak om de strijd met Mørket te voeren, niet om een kinderfrabriek op te rollen.

Viola's blik gaat naar haar schoenen, haar handen zijn in vuisten gebald en haar frustratie is van mijlenver te voelen nu. Mijn hart is in tweestrijd, ik snap Viola's drang om de kinderen te redden, maar ook Carls punt om door te blijven gaan. Viola kijkt dan met een smekende blik op naar Saella, tranen glinsteren in haar ogen, maar er komt geen woord uit haar mond.

'Geef ons deze avond om het te proberen,' zegt Saella dan haast als een zucht. Haar mondkapje dempt haar stem. Ze kijkt over haar schouder naar de kinderen die zichzelf vasthouden, ze trillen op hun plek. 'Het is toch bijna avond, we moesten sowieso stoppen. Het is prima zolang we morgen weer kunnen gaan, toch?' Ze kijkt Carl aan met vastberadenheid. Carl opent zijn mond, maar sluit hem dan weer. Hij geeft toe aan Saella en draait zich dan om naar de man.

'We nemen de overnachting graag aan, meneer...'

'Dubroc, meneer Dubroc,' vult meneer Dubroc zijn zin aan. Hij klapt uit genot en glimlacht tot zijn ogen halve maantjes vormen. 'Maar de deal geldt alleen voor de Voorbestemden, de overbodige tovenaar mag bij de kinderen slapen.' Lance zet dreigend een stap naar voren zijn kruisboog omhooghoudend.

'Jij m-'

'Het is goed,' onderbreekt Saella hem voor hij woorden zegt die niet voor de oren van kinderen bestemd zijn. 'Ik slaap wel bij de kinderen.' Ik kijk bezorgd naar achteren, maar ze knikt alleen maar naar me met een zachte blik. Het is alsof ik haar gedachten kan horen in die ene knik.

Alles komt goed.

'Fijn, dat is dan geregeld. Kinderen neem de tovenaar mee naar jullie slaaphok. Voorbestemden, als jullie hier even willen wachten tot ik de kinderen heb teruggebracht. En die buidel moet hier blijven.' Met een norse blik naar Saella's buidel, laat meneer Dubroc zien dat hij het meent.

De kinderen staan op en lopen zo snel mogelijk als ze kunnen uit de fabriek. Meneer Dubroc leidt ons juist de andere kant op. Saella gooit het hengsel van haar buidel over haar hoofd en drukt de leren zak dan tegen me aan. Snel grijp ik de tas vast terwijl Saella langs me loopt. Ik gooi nog een laatste blik naar achteren en zie Saella langzaam achter de kinderen aanlopen.

Dit gaat een lange avond worden. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top