32. Vau Cagnata
'Vaalea seinä.'
Ik maak een barrière om ons heen voor de explosie van Saella. Ik heb vertrouwen dat ze de tähti purskahti kan uitvoeren, dus het enige wat wij nu kunnen doen is wachten.
Met een oppervlakkige adem blijf ik in het duister is staren tot de spreuk van Saella tevoorschijn komt, ik versterk mijn barrière zodat het niet in één keer breekt. Een minuut geleden is het teken gestuurd, dus de explosie zal elk moment kunnen komen. Mijn hart klopt in mijn keel, dit is waarschijnlijk de laatste kans die we hebben.
'Hoe fel is Saella's spreuk straks?' vraagt Carl dan. Ik kijk over mijn schouder naar hem, hij heeft krassen die zijn armen rood kleuren en een bloedende lip. Zijn zwaard is uitgetrokken, maar het is vrij nutteloos tegen de schaduwen die zich om zijn metaal heen zullen vormen. We moeten hem gewoon zien te brengen tot de kern van Mørket.
'Erg fel,' zeg ik dan, mijn mond is erg droog. De tähti purskahti is de felste en sterkste lichtspreuk die op dit moment is bedacht. 'Je kan waarschijnlijk voor een moment niks zien, dus we zijn tijdelijk blind. Maar daarna moeten we meteen rennen.' Carl en Lance knikken op mijn bevel.
De schaduwen die op mijn barrière trommelen, breken bijna door en ik trek de mana weer gelijk om de barrière intact te houden. Een verblindend licht overspoelt ons en ik knijp mijn ogen dicht. Een explosie klinkt en mijn barrière breekt onder de impact. Ik houd mijn armen voor mijn gezicht tegen de wind die de ontploffing heeft veroorzaakt. Zand waait tegen me lichaam aan en ik voel mijn kleren naar achteren trekken.
Wanneer de wind voorbij is, open ik voorzichtig een oog. De duisternis voor ons is volledig geklaard van het zwart en de paarse kern van Mørket is te zien. Saella heeft een enorm gebied vrijgemaakt voor ons.
'Ga nu!' roep ik dan naar Carl en Lance. Dit is onze enige kans.
Als de kern niet kan worden kapot gemaakt met magie, moet ik die twee er maar naartoe leiden. De schaduwen springen alweer op ons met een krassende gil, ze reiken naar ons toe, maar ik ben sneller.
'Valokeihäs!' Ik zwaai mijn staf naar achteren en drie lichtsperen vormen zich uit het oog van Ignis. Ze doorboren de schaduwen die op het punt staan om op ons te duiken. Carl sprint vooruit met Lance en ik volg ze. Ik gooi lichtspreuken om de schaduwen om ons heen in bedwang te houden, maar ze komen langzamerhand toch dichterbij. Ze sluiten ons in en proberen de kern van Mørket weer op te slokken voordat we er kunnen zijn.
Een schaduw haakt aan mijn voeten en ik tuimel voorover. Mijn gezicht en knieën schrapen over de grond. Alle lucht is uit me geslagen zodra ik contact maak met de harde grond. Schaduwen klauwen zich aan mijn benen en ze maken brandende wonden in mijn enkels. Ik schreeuw het uit van de pijn. Ik zwaai mijn staf naar achteren en laat licht ongecontroleerd ontploffen. De schaduwen trekken zich terug voor een seconde, maar dat is genoeg tijd voor mij om mijn benen naar me toe te trekken.
'Tähtien valo!' De schaduwen deinzen terug en ik kijk snel naar mijn wonden. Er zitten lelijke snijwonden in mijn enkels, alsof er een beest zijn klauwen in me heeft gezet en zijn best heeft gedaan om mijn voeten los te trekken. Mijn enkels bonken en ik klem mijn staf hard in mijn handen. Hiermee kan ik zeker niet meer lopen.
Een schaduw klauwt aan Lance's lichaam. Het graaft in zijn bovenlichaam en de jager schreeuwt het uit. Mijn ogen verwijden en ik richt mijn staf op hem. Ik moet de schaduwen van hem verjagen. 'Valokeihäs!' Een speer schiet door de lucht en jaagt de schaduwen voor een moment weg. Lance valt op de grond en klemt zijn buik in zijn handen. Zijn armen zitten onder het bloed en ik wil niet eens weten wat het vlezige is dat uit zijn wond steekt.
De schaduwen dringen weer bij me aan en ik jaag ze snel weg met wat licht. Mijn handen zijn zwaarder geworden, ik heb niet veel mana meer over. Ik kan Carl nergens zien, is hij ook gepakt? Ik wil opstaan, maar mijn enkels laten het niet toe. Mijn wonden branden hevig en prikken enorm. Tranen schieten in mijn ogen door de pijn en ik laat mezelf vallen op de grond. Misschien moet ik proberen in één keer het hele gebied te belichten, zal dat helpen of moet ik juist mijn mana bewaren? Ik bijt op mijn onderlip, ik weet niet wat de beste oplossing hiervoor is.
Ik besluit om weer te belichten. Het zal in ieder geval de schaduwen een seconde van Lance en mij afhouden. Ik schraap alle laatste beetje mana die ik heb voor in mijn staf en bereid een spreuk voor. Het laatste licht wat ik kan bieden aan ze.
'Valo!' Ik sluit mijn ogen en licht flitst kort om ons heen. Het is niet effectief als de andere spreuken, maar het houdt de schaduwen wel weg voor een moment. Wanneer ik mijn ogen weer open, hangen de schaduwen over mij heen. Ik duw mezelf bevend naar achteren over de grond, ik kan niet aan de schaduwen ontsnappen en mijn mana is compleet leeg. Ik klem mijn kaken op elkaar en duw mezelf nog meer naar achteren, maar de duisternis is sneller dan ik.
Een paarse flits schiet door mijn zicht, voor een moment denk ik dat ik het heb ingebeeld, maar de schaduwen beginnen te krijsen. Ze zijn oorverdovend, ik houd mijn handen bij mijn oren, terwijl de schaduwen van me wegschieten. Van alle kanten beginnen de schaduwen om ons heen te zwermen als een wilde dams, maar ze maken geen aanstalten om ons aan te vallen.
Ze trekken zich allemaal terug tot één punt, alsof ze daar worden opgeslokt. De duisternis die ons heeft bedekt, wordt van me afgetrokken. De sterren komen tevoorschijn voor het eerst deze avond en de maan glimlacht naar ons. De duisternis is weg, alsof het er in de eerste plaats nooit is geweest.
Is het voorbij?
Ik kijk naar de plek waar alle schaduwen zijn opgezogen. Carl zit op één knie en leunt zwaaradememd op zijn zwaard. Een druppel zweet trinkelt over zijn slaap terwijl hij met gesloten ogen tegen het handvat van zijn wapen leunt. Voor zijn zwaard ligt een paars brokstuk, glinsterend alsof het een deel van een hard snoepje is geweest.
Carl heeft het gered. Opluchting gaat door mijn lichaam en tranen springen in mijn ogen. Het is voorbij. Een brok vormt zich in mijn keel en ik probeer niet in één keer in tranen te barsten.
Mijn blik gaat dan naar Lance. Hij heeft dringend hulp nodig, anders bloedt hij nog leeg hier. Ik wil naar Viola roepen, maar mijn stem komt er niet uit. Voetstappen rennen onze richting op en Saella schiet voorbij me. Haar zwarte cape is in stukken gescheurd en grote stukken stof ontbreken. Er is niet veel van haar cape meer over. Mijn eigen cape is er niet beter aan toe.
'Viola, Lance heeft hulp nodig!' schreeuwt Saella vanuit de puntjes van haar longen. Haar stem is schor en slaat over.
'Ik laat de cirkel vallen, oké?' schreeuwt Viola terug naar ons. Saella antwoordt een bevestigend geluidje op de priesteres. Ze laat haar hand door haar haren gaan en ik hoor haar zuchten, voor ze zich omdraait naar mij.
Zwarte lijnen zijn geklommen naar haar gezicht en ze glimlacht waterig naar me. Ze zet een paar stappen in mijn richting, haar ogen glijden naar de wonden op mijn enkels. Ze zijn niet zo erg als die van Lance, maar er sijpelt nog steeds bloed uit de klauwmarkeringen. De opluchting houdt de pijn tegen.
'Het is je gelukt,' zegt ze dan, ze gaat voor me op haar knieën zitten en laat haar staf met een doffe klap op de grond vallen. 'Ik wist dat je het kon.' Het maanlicht schijnt vanaf achteren op haar en verlicht haar korte haren. Ze klemt haar handen op haar bovenbenen, zwarte lijnen hebben zich ook verspreid over haar handen, elke vinger bevat wel een zwarte krul.
'Saella,' fluister ik dan bezorgd, mijn stem kraakt. Dit ziet er niet goed uit. Ze glimlacht alleen. Tranen glinsteren in haar ogen, maar ze ontsnappen niet. Haar verdrietige glimlach zorgt ervoor dat mijn tranen er bijna uit rollen.
'Niet gaan huilen, dan moet ik ook huilen,' grapt ze dan. Ze laat haarzelf op de grond zakken op haar knieën en bekijkt mijn wonden. De zwarte lijnen van de schaduweter zijn over haar gezicht gekropen en sieren haar nek. 'Bedankt, Vau.' Ik weet niet waarvoor ze me bedankt en voordat ik aan haar kan vragen wat ze bedoelt, slaat de vermoeidheid als een zware rots op mijn lichaam.
De warmte van Viola's krachten zijn verdwenen en haar lichte voetstappen komen onze kant op. De tol van de strijd komt in één keer neer op mijn schouders en het zorgt voor zwarte vlekken in mijn beeld.
Saella valt voorover. In paniek valt mijn staf en vang ik haar snel op in mijn armen. Haar lichaam wordt slap. Ik draai haar om zodat ik haar gezicht kan zien.
'Saella?' vraag ik dan. Haar ogen zijn gesloten en alle kleur is uit haar gezicht getrokken. Ze haalt zachtjes adem, maar haar uitdrukking is vertrokken van de pijn. De zwarte lijnen kruipen verder over haar gezicht omhoog. Het doet me denken aan de lijken die we hebben gezien in de dorpen, de angst komt in me op en ik leg mijn hand op haar voorhoofd in de hoop de zwarte lijnen tegen te houden. 'Saella?' Ik herhaal haar naam keer op keer, maar er komt geen respons.
Mijn blik gaat naar Viola, maar ze is nog bezig met Lance. Ik weet dat de helende krachten van Lääke niet op Saella zullen werken, maar ik wil het toch proberen. Ik moet iets doen, ik wil Saella niet kwijtraken op deze manier. Mijn tranen rollen over mijn wangen, ik kan ze niet meer binnenhouden. 'Viola,' snik ik dan. Mijn stem is te zacht en mijn adem stokt, mijn lichaam werkt niet met me mee.
'Je weet dat dat niet werkt, laat haar Lance eerst redden.' zegt Carl dan. Hij gaat tussen mij en Viola in staan en blokkeert mijn zicht op de priesteres. Mijn betraande zicht geeft me een vaag beeld van zijn bebloede zwaard. 'En denk je niet dat het tijd wordt dat ze stopt met lijden?' De stem van de ridder is zacht en zijn blik is op Saella's gezicht gericht. Herinneringen van de afgelopen dagen gaan door me heen, Saella's moeilijke gezicht en haar pijn. Maar zelfs dan wil ik haar nog niet loslaten, ik trek haar lichaam dichter tegen me aan en schud mijn hoofd.
Carl zucht. Hij opent zijn gebalde vuist en laat wat voor mijn neus vallen. Het donkere bronkstuk met een gevaarlijke paarse gloed belandt op de grond, paarse vonken knetteren ervan af. 'Je zag wat de kern heeft gedaan met de duisternis. Dit is één van de tien stukken. Je mag zelf bepalen wat je ermee doet, maar weet wel dat niemand weet wat de gevolgen ervan zijn.'
Carls voetstappen gaan dan van mij vandaan, maar mijn ogen zijn gelijmd aan het stukje kern van Mørket. Kan de kern de schaduweter van Saella weghalen? Maar hoe dicht moet de kern bij Saella zijn daarvoor en krijgt ze er nog bijwerkingen van? De vragen draaien rond in mijn hoofd, maar ik weet dat ik niet aan een antwoord zal komen.
Mijn vingers omklemmen de scherf, Saella ligt nog steeds met een moeilijke blik in mijn armen. De zwarte lijnen zijn over haar hele gezicht verspreid en haar vingers beginnen rimpelig te worden. Ik pak haar koude hand in de mijne, mijn tranen spatten uit elkaar op haar gemarkeerde gezicht. Ik wil haar terugbrengen, maar wat als ze weer moet leven met pijn en onzekerheid? Wat als ik haar marteling gewoon verleng voor mijn eigen verlangen, zou ze me ervoor haten?
De vragen zorgen ervoor dat ik wens dat ik Saella nooit heb meegevraagd op deze reis, dat ik haar nooit heb leren kennen, dat ik nooit haar glimlach heb gezien wanneer ze de pijn was vergeten. Ik leg mijn voorhoofd tegen de hare aan, haar gezicht is koel, koeler dan het hoort te zijn.
'Het spijt me,' mompel ik dan, hopend dat mijn woorden nog zullen doorkomen tot haar. Ik weet niet waarvoor ik me nu verontschuldig, misschien de tijd voordat Mørket was opgerezen en ik haar verkeerd heb begrepen. De reis naar Mørket toe waar ik haar beter heb leren kennen en gevraagd om in leven te blijven voor me. De strijd waarin ik Saella niet heb kunnen beschermen en ze misschien op deze manier tot einde moet komen.
Of de pijnlijke toekomst die ik haar misschien zal geven.
Epiloog woensdag :(
Ik heb het zo druk gehad dit weekend en ik ben ook zo moe ahahaha, dus ik reageer wat later op iedereens berichten sorry :'). Dit had ik gelukkig van tevoren al voorbereid, maar yea.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top