30. Vau Cagnata

Complete duisternis omringt me. Het is niet te vergelijken met de stille nachten die ik heb meegemaakt de laatste maanden. Deze duisternis lijkt eindeloos, maar tegelijkertijd voelt het alsof er niet genoeg ruimte is om te kunnen ademen.

De kou dringt door tot diep in mijn botten en ik voel mijn vingers bijna niet meer. Het lukt me niet om een spreuk te vormen, mijn mana is ver te zoeken. Een onzichtbare hand drukt mijn keel dicht en ik probeer te schreeuwen, maar er komt geen geluid uit mijn mond.

'Domme stervelingen,' hoor ik dan van allerlei kanten. Het geluid verdwijnt meteen alsof het oplost in het zwart. Op elk centimeter van mijn lichaam voel ik druk en weerhoudt me te bewegen, alsof ik ben ingemetseld in cement.

'Het is natuurlijk de mens die gelooft in een domme traditie.' Roodgloeiende ogen verschijnen voor me, ze staren me ijzig aan. Mørket hemzelf is voor me. De personificatie van calamiteit. Een rilling gaat door mijn rug en ik wil achteruitdeinzen, maar ik sta met mijn voeten aan de grond genageld.

'Het enige wat ze goed hebben gedaan is jullie het zegen van Lääke te geven. Je zou dood zijn gegaan aan mijn schaduweters anders.' Alsof de schaduwen zijn woorden willen bekrachtigen, trekken ze mij omlaag aan mijn cape en glijden ze langs mijn benen. Ik val op mijn knieën.

'Maar zonder tovenaar hebben jullie geen schijn van kans. Zonder licht kan je mij niet verslaan.' Schaduwen glijden over mijn gezicht en ik knijp mijn ogen dicht. Immense kou strijkt over mijn huid en de angst bloeit op. Ik moet hier weg zien te komen. Mijn vingers klemmen zich wanhopig om mijn staf, maar ik kan mijn mana niet verzamelen, of mijn stem naar buiten brengen.

Ik knijp mijn ogen dicht en haal diep adem. Er is geen spoor mana in de lucht. Ik probeer keer op keer een spreuk uit te voeren, maar tevergeefs. Een schaduw glijdt langs mijn hals, mijn nekharen staan recht overeind. Wanneer ik mijn ogen open, zie ik gloeiende ogen voor mijn neus.

Tranen springen in mijn ogen wanneer ik me realiseer dat ik gefaald heb. Mijn grootste angsten zijn tot leven gekomen en ik kan er niks aan doen. Ik heb niet alleen de andere Voorbestemden teleurgesteld, maar ook mijn familie. En Saella. Het lijkt erop dat ik mijn belofte aan haar niet kan vervullen.

Iets flikkert in mijn ooghoeken, een klein lichtje in de duisternis. Mijn ogen worden wijder, er is licht. Ik wil naar het licht roepen, smeken om het dichterbij te laten komen.

'Wie durft er mij uit te dagen?' buldert Mørket dan. Het licht komt snel dichterbij en ik hoor een bekende stem een spreuk uitvoeren.

'Tähtien valo!' Licht omhelst me en mijn ogen sluiten voor het felle licht. Een hand grijpt de mijne vast en gehijg klinkt naast me. Het licht blaast de duisternis om me heen weg en neemt de druk van mijn lichaam af. Voor een moment kan ik weer rustig ademen, mijn gestokte stem komt eruit in de vorm van Saella's naam.

Ik open mijn ogen en laat ze weer wennen aan de duisternis. Saella staat voor me met haar staf opgeheven, licht straalt uit de ringen van Aura en jaagt de schaduwen weg. Ze is letterlijk het lichtpuntje in de duisternis nu en ik kan niet geloven dat ze hier is.

'Je bent dwaas om het nest in te lopen zonder het zegen van Lääke, sterveling.' Mørkets schaduwen vallen naar ons uit, maar Saella is sneller. Ze zwaait haar staf rond.

'Valo!' De schaduwen deinzen terug na haar spreuk en het licht dat ze heeft gecreëerd.

'Kan je rennen, Vau?' Haar aandacht schuift op mij en ze kijkt achterom naar me. Ik knik en ze zucht opgelucht. Haar korte, bruine haren zitten in de klit en ze heeft kleine sneeën op haar gezicht, ze heeft veel moeite moeten doen om hier te komen. Zwarte lijnen zijn verspreid over haar hals en bovenarmen. Kan haar lichaam dit wel aan? Ik wil het haar bezorgd vragen, maar ik heb er geen tijd voor. Ik krabbel overeind, maar houd Saella's hand nog altijd stevig vast.

'Ik voel dood aan bij jou, meisje. Je bent al besmet met de Schaduweter, niet?' Ik hoor hem eerder dan ik hem zie, nergens zijn zijn rode ogen te bekennen. Saella kijkt ook rond haar heen, maar ze vindt niks. We moeten niet luisteren naar Mørkets woorden, maar het is ook de enige kans om wat te weten te komen over de schaduweter.

'Je bent flink gerot vanbinnen. Het was een fout om naar mij toe te komen. Hoe dichterbij je me bent, des te erger de schaduweter zal worden. Ik hoef je dat vast niet te vertellen, je hebt het vast gevoeld. Het is een deel van mij en wil terugkeren naar de eigenaar.'

Saella's ogen verwijden en ik kijk haar bezorgd aan. Ze had hier nooit naartoe mogen komen. Nee, ik had haar nooit moeten vragen om mee te komen.

'Maar ik vind het knap dat je het hebt overleefd tot nu. Je bent flink gerot vanbinnen en je lichaam werkt je al dagen tegen waarschijnlijk. Je bent sterk. Ik wil een deal met je sluiten, meisje. Wordt één van mijn volgelingen. Sluit je aan bij de Varjo en ik zorg ervoor dat je niet zal sterven aan de schaduweter. Ik zal het je beste vriend maken.'

Saella knijpt in mijn hand en ik knijp bezorgd terug. Ik wil haar vertellen om het niet te doen, maar ik wil haar ook niet kwijt. Beelden van de lijken in de dorpen schieten door mijn hoofd en ik slik nerveus.

Het enige wat ze moet doen is een volgeling van Mørket te worden en ze kan dan nog blijven leven. Een deel van me wil dat ze het aanbod aanneemt, het is een oplossing die alleen Mørket aan haar kan geven. Mijn greep verslapt en ik laat mijn hand uit de hare glijden. Geschrokken kijkt ze achterom naar mij, maar ik weet niet wat ik moet zeggen. Een lid van de Varjo worden staat gelijk aan een vijand van de troon en Goden, maar het is misschien de enige kans dat Saella in leven kan blijven.

'Idioot,' zegt Saella dan tegen mij. Haar boze toon verrast me en ze grijpt mijn hand weer vast. 'Ik ga je niet verraden voor een lege belofte van Mørket. Ik heb besloten dat als ik vandaag neerga, ik het tenminste doe met mijn eer en naast de persoon van wie ik houd!' Ze schreeuwt de laatste zin haast en heft haar staf weer op.

'Tähtien valo.' Licht slokt ons op en ze begint me mee te trekken. Ik volg haar blind. Haar woorden zinken bij me in, maar ik weet dat ik geen tijd heb om blij te zijn. Ze doet haar best om ons hier weg te krijgen, dus moet ik ook mijn best doen.

'Jij, dwaas!' Schaduwen beginnen harder aan ons te trekken, ze scheuren mijn cape en krassen aan mijn gezicht. Ik knijp Saella's hand haast fijn in de mijne, maar ik wil niet dat we nog een keer gescheiden raken. Met een beverige adem door het rennen, houd ik mijn staf omhoog.

'Vaalea seinä!' Ik richt het oog naar voren en een pad van licht verschijnt voor ons. Ik blijf de spreuk intact houden tot we een eind kunnen zien aan de duisternis. Tot er een opening is naar buiten.

Saella en ik glippen uit de duisternis en langs de aanbidders van Mørket. De cilinder van schaduwen vervormt en barst uit elkaar om achter ons aan te komen. Het boeit Mørket niet of Het de aanbidders nu de duisternis insleurt, Het wil ons echt te pakken krijgen. De ringen van Saella's staf rinkelen elegant tegen elkaar met elke stap die we zetten en is in contrast met de hele situatie.

'Je moet straks de schaduwen wegblazen en dan zet ik een barrière op voor ons,' hoor ik Saella dan schreeuwen over het geluid van de razende wind. Ik knik. Met een laatste blik achterom, zie ik de duisternis alles achter ons overspoelen als een vloedgolf en ik slik moeizaam.

'Daar!' Saella maakt een plotse bocht naar links en ik verander snel van koers voordat ze mijn schouder uit de kom trekt. De tovenares snelt richting de rest die de aanvallen van de Varjo aan het weerstaan zijn. Lance schreeuwt naar ons om snel te komen terwijl hij zijn pijlen uit de lijken haalt. Ik kijk achterom, de schaduwen zijn binnen handbereik.

'Tähtien valo!' Ik zwaai mijn staf naar achteren en licht ontploft achter ons voor een moment. De duisternis begint te kruipen naar de rest en slokken enkele Varjo op. De drie deinzen achteruit, ze hebben niks om tegen de duisternis te gebruiken. We zijn er bijna.

'Vau?' vraagt Saella tussen haar gehijg door. Ze kijkt kort achterom. Haar blik vraagt of ik klaar ben om de schaduwen te verjagen met een spreuk.

'Saella.' Ik antwoord met vastberadenheid en knijp in haar hand. Dit moet lukken, we doen het samen. Mijn mana verzamelt zich in de staf en begint te borrelen in het oog van Ignis. We zijn bijna bij de rest en ik haal diep adem, mijn oren gespitst op het teken van Saella.

'Nu!' Haar stem is schril en slaat over. Onze handen glijden uit elkaar en ik draai me om naar de aanstormende duisternis. Een groot stuk mana trekt zich uit mijn lichaam waardoor ik even naar adem hap.

'Tähtien valo.' Ik tik met mijn staf tegen de grond aan en licht explodeert om ons heen. Mijn spreuk jaagt het zwart weg en ik moet mijn ogen sluiten voor het licht. Saella trekt me naar voren. Haar hand glijdt uit de mijne en de ringen van haar staf rinkelen hevig.

'Vaalea seinä.' Ik zet mijn handen op mijn knieën en probeer mijn ademhaling rustig te krijgen. Ik open mijn ogen voorzichtig. Carl en Lance staan voor me, ze ademen hevig en hebben zweetplekken op hun kleren. Viola houdt met een geconcentreerde blik de cirkel intact. Om ons heen is een koepel van licht gezet die de schaduwen buiten houden. De mana is overal gladgetrokken en de juiste concentratie, iets wat alleen Saella zo moeiteloos kan doen. Ik schud snel alle gedachten uit mijn hoofd, ik heb geen tijd om haar magie te bewonderen.

Saella staat met haar hand in haar zij en ademt zwaar, ze leunt op haar staf en houdt haar ogen gericht op de grond. Al het bewegen heeft een hoge tol van haar geëist. Ik steek mijn hand naar haar uit en haar hand pakt de mijne vast. Haar hand is klam en koud. De schaduwen slaan tegen de koepel, het mana rimpelt bij de impact, maar Saella trekt het meteen weer gelijk. Haar vingers klemmen rond haar staf tot ze wit zien, ik weet niet hoelang ze dit kan volhouden.

'Oké, kom bij elkaar naast Viola,' zegt Carl zodra hij weer op adem is. Hij wenkt ons bij elkaar te komen en haalt een hand door zijn haren, plukken plakken aan zijn voorhoofd door het zweet. Bloed is uitgesmeerd over zijn zwaard en zijn kleren zitten onder de donkere vlekken.

Ik trek Saella richting Viola toe en ze volgt me moeizaam. We gaan in een cirkel bij Viola staan zodat ze ons gesprek kan horen, maar ze moet haar helende cirkel intact houden, anders zouden Carl en Lance nu bezwijken van de vermoeidheid.

'Toen Saella net Vau ging halen, zag ik de kern van Mørket. Het zit in het midden van de uitgebarsten cilinder.' Carl neemt een pauze en bevochtigt zijn droge lippen met zijn tong. Ondanks de helende cirkel, klinkt hij moe. 'Maar lichtmagie lijkt niet te werken op de kern. Dus Vau moet Lance of mij naar binnen leiden en de kern voor ons vrijmaken.'

Ik knik dan. Het lijkt op het eerste plan die vreselijk gefaald is en dat zorgt voor veel 'wat als?' vragen in mijn hoofd, maar ik besluit ze weg te duwen. Er is geen tijd meer om te twijfelen, dit is misschien onze laatste kans.

'Nee,' zegt Saella dan met een schorre stem. 'Hij zal dan op Vau doelen en jullie uit elkaar halen. Wat als ik jullie allebei leid naar het midden toe? Vau blijft hier en kan vanaf deze afstand je spreuk uitvoeren.' Ik wil haar vragen welke spreuk, maar ik besef me dat de enige spreuk die zou kunnen werken, de spreuk is die ik Saella heb proberen aan te leren. 'Ik kan je een signaal geven wanneer we ongeveer in de buurt zijn.' Ze recht haar rug en kijkt naar de koepel boven ons. De mana is oneven geraakt en begint op verschillende plekken te barsten. De barrière gaat het niet lang meer volhouden.

'Dat kan werken. Weet je zeker dat je het nog volhoudt?' vraagt Carl dan aan Saella. Hij kijkt bezorgd naar de zwarte lijnen die ondertussen haar kin hebben bereikt en Saella knikt langzaam. Ze twijfelt.

'In ieder geval tot het midden,' mompelt ze dan in haarzelf. Haar ik gaat naar de grond en ik schud mijn hoofd. Als Saella dit doet, zal ze bezwijken.

'Laten we de rollen omdraaien.' Het is mijn mond uit voordat ik er erg in heb. 'Ik leid ze naar het midden toe en jij gebruikt de spreuk.' Saella geeft me een boze blik, ze is vast boos dat ik haar probeer te beschermen, maar ik heb het gevoel dat er wat meer in de duisternis is dan schaduwen die bang zijn voor licht. Mørket is op de loer en Saella is niet in een geweldige staat. De barsten in de barrière beginnen te groeien tot de grond, het geeft een knarsend geluid en we schrikken ervan.

'Ik kan de spreuk niet,' sist Saella dan naar me toe, ze heeft dezelfde blik als ze heeft gehad in Lux. Ze trok altijd een grens tussen wat ze wel kon en wat niet, maar dat heeft haar ook tegengehouden om voorbij de grenzen te gaan. Ik kijk haar vastberaden aan. Meer breuken vormen zich in de barrière en de schaduwen sijpelen door de kleine scheuren heen.

'Dat kan je wel. Je bent een geweldige tovenaar en de persoon waarv-' De barrière breekt alsof er zojuist iets van glas is gebroken, het overspoelt mijn laatste woorden, maar ik heb niks meer te zeggen. 'Kom!' schreeuw ik over de wind heen naar Lance en Carl.

Ik begin de chaos in te rennen en laat licht uit mijn staf schijnen. Zonder om te kijken naar Saella duik ik de duisternis in met Carl en Lance aan mijn zijde. Het donker ziet er nu anders uit dan net, niet meer zo intimiderend. Mijn licht schijnt fel in het oneindige zwart en de gedachte dat ik op Saella kan rekenen geeft me moed.

Ik heb de volle vertrouwen in haar.

Oké dit is heel irrelevant, maar kijk even wat voor leuke banner ik voor mijn dumpboek heb!!! Yup, dit moest ik even delen AHAHA. En de boodschap erin geldt natuurlijk ook voor jullie hehehe. Ik wil namelijk proberen om gif banners voor mijn volgende verhaal te maken hehehe (maar dat komt allemaal nog).
Oh en nog maar twee hoofdstukken + een epiloog over :')

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top