22. Vau Cagnata
We willen eigenlijk de lijken begraven, zorgen dat ze een goede uitvaart hebben, maar we hebben daar geen tijd voor. Het pijnigt mijn hart. Mørket hoeft maar een stap in het dorp te zetten en het is voorbij voor alle bewoners. Ik klap mijn handen bij elkaar en wens iedereen van het dorp een veilige uitvaart naar boven toe, het is niet veel, maar een fatsoenlijke begrafenis zit er niet in.
'We moeten gaan,' mompelt Carl dan na een minuutje. Lance en ik knikken. We volgen hem zwijgend uit het dorp terwijl we zorgen meedragen die als een rots in onze magen liggen. Buiten het dorp hergroeperen we met Viola en Saella.
De tovenares ziet er minder bleek uit dan net en dat is een opluchting. Onze blikken kruisen kort, en ze glimlacht naar me. Ik heb het gevoel dat ze haar zorgen verbergt achter haar glimlach en met humor haar angsten probeert te overdekken. Ik wil met haar praten, maar ik weet dat ze niet zal praten met iedereen om haar heen.
We lopen verder door het bos in stilte, met elke stap komt de onderkant van mijn staf tegen de grond aan. De dode bomen zorgen voor een rilling op mijn rug. Het zorgt voor een beangstigende sfeer, alsof al het groen hier al jarenlang dood is. Een omgevallen vogelnest ligt op de grond, uiteengevallen in duizenden stukken. Er liggen af en toe dode knaagdierem langs het pad, uitgedroogde ratten waarbij hun vacht aan hun botten kleven. Met loden schoenen blijf ik lopen, maar ik kan me maar geen zorgen maken over de strijd met Mørket. Elke stap dichterbij bij hem, breekt mijn zelfvertrouwen stukje voor stukje weg.
De eerste woorden worden pas gesproken rondom het kampvuur na het eten.
'Ik maak me zorgen,' zegt Viola die de groepstilte onderbreekt. 'Mørket, hij heeft de kracht om een heel dorp uit de weg te ruimen, wat kunnen vier anderen tegen hem doen?' Ze wrijft over een steentje die ze heeft opgepakt en staart naar het vuur. Ze heeft zitten te piekeren aan haar frons te zien.
'We kunnen alleen ons best doen,' mompelt Carl. Zijn zwarte krullen zijn doffig en moeten weer eens gewassen worden. 'Wij moeten het doen, we zijn de Voorbestemden.'
'Nee, we zijn gewoon mensen die de zegening van Lääke hebben gekregen, er bestaat niets zoals een 'Voorbestemde'. We zijn gewoon vier mensen die naar de strijd worden toegestuurd vanwege onze talenten en omdat ze het niet zelf willen doen,' verbetert Lance hem bitter.
'Het is onmogelijk dat er iets voor onze geboortes zijn besloten, wat wel mogelijk is dat één van ons zal sterven in de strijd en ik wil dat iedereen zich dat realiseert.' Lance's blik gaat naar Viola en mij en ik voel irritatie prikkelen op mijn tong, omdat we wat jonger zijn, betekent het niet dat we daar nog niet aan hebben gedacht.
'Jullie moeten er ook rekening mee houden dat er waarschijnlijk meer is dan Mørket alleen,' hoor ik Saella dan zeggen. Ze heeft haar hand tegen haar gezicht aangezet en trommelt met haar vingers op haar wang. 'Het opstapelen van de lichamen is waarschijnlijk niet door Mørket zelf gedaan, maar door de volgelingen van Mørket. Ik wed mijn geld op dat ze er zullen zijn wanneer jullie tegen Het moeten vechten.'
Iedereen valt stil door Saella's opmerking. Het is zeker een mogelijkheid, eentje die ik nog niet heb overwogen.
Kan ik een mens doden? Ik heb het nog nooit gedaan, mijn handen raken gespannen om mijn staf. Ik heb wel vaker magie gebruikt om mensen, maar dat waren andere tovenaars en onder toezicht van de seniortovenaren. Ik heb nog nooit mijn magie gebruikt om een leven te nemen. Moet ik ze dan levend verbranden?
'De makkelijkste manier om iemands leven af te nemen, is om te denken dat het geen mensen zijn,' fluistert Carl dan twijfelachtig. 'Je pakt de menselijkheid van ze af, kleineert ze in je hoofd, zorg dat ze geen waarde meer hebben vanuit jouw oogpunt en dan lukt het beter.' Hij kijkt Lance en mij aan. Hij heeft ervaring gehad met het doden van mensen, dat moet wel als ridder zijnde. 'Het is wreed, maar als het moet dan moeten we onszelf verlagen naar dat niveau.'
'Moet ik inbeelden dat het herten zijn waar ik op jaag?' vraagt Lance, hij begrijpt het punt dat Carl wil overbrengen nog niet.
'Als je daardoor een mens kan doden zonder mentaal te breken, dan ja,' zegt Carl schor. Hij is zelf geen fan van de manier van denken, zijn ogen zijn omlaag gericht en hij heeft zijn handen in elkaar gevlochten.
'Weet iemand hoe of wat Mørket zal zijn?' vraag ik dan. Het is onduidelijk wat of wie Mørket precies is, we weten niet hoe hij eruit gaat zien en wat zijn krachten zijn.
'Ik heb geleerd dat er geen vaste vorm van Mørket is, hij kan zijn vorm veranderen. Hij is een calamiteit die alleen dood en destructie brengt met krachten van de duisternis.' Viola noemt snel op wat ze in de tempel heeft geleerd. Het is geen nieuwe informatie en dat stelt me teleur. Carl begint aan zijn gegroeide baard te wrijven, hij staart in het vuur en heeft een serieuze blik op zijn gezicht.
'Ik denk dat de enige hint die we hier hebben, is dat we Vau's lichtmagie nodig hebben. Viola zal de helende cirkel opzetten en zich dan terugtrekken uit het gevecht. Maar als er inderdaad ook nog volgelingen van Mørket zijn, moeten we misschien iemand bij Viola laten om haar te beschermen.'
Mijn mond wordt droog, dat betekent dat twee van ons Mørket moeten aanvallen, maar is dat genoeg om hem neer te halen?
'Aangezien Vau waarschijnlijk effectief is tegen Mørket, kan hij niet bij Viola blijven. Dus het is Lance of ik.' Carl kijkt naar Lance en hij knikt naar de ridder. Wat Carl allemaal heeft opgenoemd is erg logisch, maar de gedachte dat ik op de frontlinie moet gaan staan laat toch koud zweet over mijn rug rollen.
'Ik zal wel bij Viola blijven, mijn kruisboog is een wapen voor lange afstanden dus te dicht op Mørket staan heeft geen zin.' Lance likt over zijn lippen. 'En ik denk dat ik een paar mensen wel aankan.' Angst kruipt over mijn ruggengraat omhoog en fluistert zachtjes in mijn oor. Hij voedt de zorgen die ik al heb.
Ik denk niet dat ik het kan.
De woorden blijven ronddraaien in mijn gedachten en ik klem mijn kaken op elkaar. Misschien ben ik niet Voorbestemd en hoort Saella het te zijn, misschien als ze de zegening van Lääke had gekregen, was ze beter geworden en kon ze gewoon mee met de anderen als Voorbestemden. We hebben nooit officieel uitgevochten wie de Voorbestemde van ons twee was.
'Vau?' Saella leunt naar me toe en kijkt me vragend aan, maar ik wend mijn blik af. Ik wed dat ik op dit moment een open boek ben, het is duidelijk te zien dat ik bang ben. Ik klem mijn hand strak rondom mijn staf waardoor mijn knokkels wit worden. Iedereen kijkt me bezorgd aan en ik weet dat ik niet onder hun vragen uit zal komen.
'Ik ben er niet zo zeker van dat ik het kan,' zeg ik dan beschaamd, ik staar naar de interessant gekleurde stenen onder mijn voeten. 'Het doden van mensen, het bevechten van Mørket. Nu we zo dichtbij zijn, besef ik me pas hoe onervaren ik ben met vechten zonder toezicht van een seniortovenaar. Ik weet niet of jullie zo op me kunnen rekenen als ik eerst dacht.' Mijn handen trillen, iedereen lijkt klaar te zijn voor de strijd terwijl ik hier alleen maar aan mezelf kan twijfelen. Het voelt alsof ik een mislukking ben onder deze mensen.
'Natuurlijk kan je het,' hoor ik Saella zeggen. 'Je blijft kalm onder gestreste situaties, je kan jezelf focussen op één ding al gaat de hele wereld om je heen ten onder met een alarm en het belangrijkste, je bent de beste tovenaar die ik ken. Je hebt zelfs mij verslagen.' Een verslagen zucht ontsnapt mijn lippen, natuurlijk moet ze weer zoiets onbelangrijks erbij halen, maar het zorgt voor een lichtere toon aan haar speech. Saella's ogen doorboren de mijne met bewondering. 'Je bent de beste persoon die hiervoor uitgekozen kon worden, Vau. Dat zou ik kunnen zien al was ik blind.'
'En ik denk dat iedereen wel zo denkt,' voegt Viola eraan toe. 'Ik ben ook bang, ik ben bang dat mijn uithoudingsvermogen te kort is vergeleken met de strijd en dat ik de cirkel niet omhoog kan houden. Ik ben bang dat als ik een mes in mijn gezicht krijg, te bang dat ik de cirkel niet meer kan vasthouden. Iedereen is bang dat ze iets zullen doen waardoor ze het hele team neerbrengen, maar we kunnen niks doen behalve elkaar vertrouwen.'
Viola is erg gegroeid in de reis, het is te zien op de manier hoe ze haar woorden nu voortbrengt. Vol zelfvertrouwen en vastberadenheid, iets wat ze niet aan iedereen zou laten zien als het lag aan hoe ze eerst was.
'Ze heeft gelijk, Vau. Iedereen is bang dat ze iets verkeerd doen, maar het enige wat we kunnen hopen is dat de rest van het team ons opvangt. Daarom moeten we elkaar en onszelf vertrouwen.' Lance stemt met Carl in en ik knik dan. Ze spreken de woorden die ik hoor te denken. Ik ontspan mijn handen en knik nog een keer. Ik wil zeggen dat mijn zorgen in één keer weg zijn, maar dat zijn ze niet. Het lichte briesje van een paar woorden kunnen niet de rots die mijn zorgen zijn wegblazen.
Ik laat mezelf troosten door het knetterende kampvuur met opgetrokken knieën, mijn linkerhand leunt op de grond terwijl ik mijn rechterhand verwarm aan het kampvuur. Mijn staf leunt tegen mijn schouder aan en klem het vast met mijn bovenarm zodat het niet naar achteren wipt.
'Saella, heb je niet het gevoel dat je aanvallen, langer worden?' vraagt Viola dan. 'Ik wil je niet bang maken ermee, maar ik heb gewoon het gevoel dat het nu langer duurt dan de eerste keer.' Ik kijk naar Saella bij het horen van de vraag. Haar mondhoeken vallen omlaag. De aanvallen vragen een hevige tol van Saella diezelfde avond en de dag erna, ze lijkt altijd op een zombie die zijn lichaam moet meeslepen.
'Niet dat ik weet,' zegt Saella nadat ze weer een neppe glimlach heeft opgezet. 'Voor mijn gevoel duurt het sowieso uren, maar volgens mij valt dat best mee.' Ze haalt haar schouders nonchalant op. Vanuit haar ooghoeken kijkt ze me dan aan, ze legt haar hand nonchalant op de mijne, niemand die het opmerkt. Ze wrijft met haar duim over de rug van mijn hand. 'En daarbovenop is het niks wat een geweldige tovenaar niet aankan,' zegt Saella dan met een knipoog naar Viola.
Het voelt als motiverende woorden naar mij toe, ik draai mijn hand om en pak de hare in de mijne vast. Saella denkt meer van me dan ik ben.
De beste persoon die hiervoor uitgekozen kon worden.
De herinnering aan haar uitspraak laat mijn gezicht warm worden, ik hoop dat niemand het ziet. Ik probeer onopgemerkt naar Saella te kijken, onze blikken kruisen. Ze kijkt ook naar mij. Een warme glimlach vormt zich op haar gezicht.
'Je kunt het,' fluistert ze bijna zonder geluid, daarna wordt haar mond een grote glimlach, eentje die ik door de beste schilder van het kapitaal wil vastleggen. Een glimlach breekt bij me door en ik knik dan.
Ze denkt echt te veel van me, maar dat maakt me ook blij. Het enige wat ik dan nog moet doen, is aan haar verwachtingen te voldoen zodat ze me kan blijven bewonderen.
En ik deze glimlach kan blijven zien.
Weet je, dit deed me heel erg denken aan Plato's symposium waarin een van de gasten (Phaedrus specifiek) zo zit van 'weet je, liefde, het geeft je de moed om te sterven voor een ander'.
En ik weet nog dat ik erop zat te haten (misschien ook deels doordat ik geforceerd was het te vertalen) maar nu heb ik Vau in dit hoofdstuk wat moed gegeven vanwege Saella en xjwdkwjs
Ik ben hypocriet, sorry Plato my dude, ik zal de volgende keer je werk wat meer waarderen!!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top