20. Vau Cagnata
'Word wakker.' Een zacht geschud aan mijn schouder maakt me wakker, ik open mijn ogen met een kreun. De zon verblindt mijn blik en ik knipper hevig totdat mijn ogen gewend zijn aan het licht. 'Ben je wakker?'
Saella hangt over me heen, haar korte haren kietelen mijn gezicht en blokkeert de zon voor me. Ik kijk haar sufjes aan, wat doet ze hier? Onze blikken kruizen. Haar tanden zijn ontbloot en haar ogen dichtgeknepen tot halve maantjes. Ik wil met mijn hand haar haren opzij vegen zodat ik haar gezicht beter kan zien.
'Je moet opstaan, je slaapt te lang,' klaagt Saella dan. Ze komt overeind en zonlicht valt weer op mijn ogen. In een ongemakkelijke beweging trekt ze de zware deken van me af waardoor de kou mij overrompelt. Ik kreun geïrriteerd en leg mijn bovenarm over mijn ogen, ik ben geen goede ochtendpersoon.
Ik gluur vanonder mijn arm naar Saella die met haar rug naar me toestaat, ze probeert de grote deken onhandig op te vouwen. Haar lichtblauwe cape beweegt met de wind mee, het heeft een geborduurde lelie op haar rug en gouden versieringen bij de onderkant van de cape en de kraag. Het is nog dezelfde cape als ze in de Lux academie had.
'Je hebt je cape aan,' mompel ik met een schorre stem, ik laat mijn arm van mijn gezicht afvallen en verzamel de moed om rechtop te zitten. Ik kijk kort om me heen, iedereen is al opgestaan behalve ik. Alles is opgeruimd.
'Als je me de tähti purskahti gaat leren, moet ik wel goed gekleed zijn. Daarbovenop is de cape een herinnering voor jou zodat je niet zomaar terugkrabbelt op je besluit,' antwoordt ze speels terug. Ik ga met mijn hand door mijn haar en grinnik. Ze is veel te enthousiast om de spreuk te leren.
Tähti purskahti is een van de sterkste offensieve spreuken die er bestaan in lichtmagie, het is een spreuk die niet bij Saella's stijl past. Haar stijl is vooral gericht op het verspreiden van haar magie waardoor ze snel barrières kan maken of andere abstracte vormen. Voor de tähti purskahti moet de mana juist worden opgehoopt op bepaalde plekken, zodat je gericht een explosie kan maken met licht. Het is niet onmogelijk voor Saella om het te leren, maar ik verwacht niet dat het meteen lukt.
'We kunnen het vanavond doen,' zeg ik dan terwijl ik overeind kom. 'Komt dat uit met je dagen?' Ik strek mezelf en mijn rug knakt met een tevreden geluid.
'Ik denk het, het is vandaag de vijfde dag sinds de laatste aanval dus dat zou wel moeten kunnen.' Saella pakt de opgevouwen deken op, haar armen kunnen zich er nog net omheen sluiten. Ik knik, dan kan ik haar vanavond de spreuk aanleren.
Met mijn hand klop ik het stof van mijn cape af terwijl ik de kreuken rechttrek voor zover het me lukt, wanneer ik thuiskom moet ik het echt laten wassen door de dienstmeiden, de cape verdraagt meer dan het aankan.
'Oh Vau, je bent wakker,' zegt Carl zodra hij me ziet. Hij wenkt me dichterbij te komen en ik loop zijn kant op met mijn hand woelend door mijn haren. Hij zit gebogen over zijn kaart en heeft met potlood aangekruist waar we ongeveer zijn. 'Ik heb het al tegen de anderen gezegd, maar we bereiken bijna het einde van de oostervlakte en komen dan weer aan bij een rotsachtig gebied met wat bomen. Er zijn steile hellingen dus we moeten uitkijken tijdens het lopen.' Hij wijst met zijn potlood naar het gebied dat we naderen. Ik knik om aan te geven dat ik het begrijp.
Wanneer iedereen wat gedroogd vlees en warm water op heeft, besluiten we weer op weg te gaan. Met mijn staf tegen mijn schouder aan been ik door het dode gras. Lance is naast me gaan lopen terwijl hij een deuntje fluit. Zijn handen zijn gevouwen over zijn grote buik, alsof dit een rustige wandeling voor hem is.
'Dus, jij en Saella,' begint hij dan opeens met zijn brommende stem. 'Het is weer goed tussen jullie, neem ik aan?' Ik wacht een moment voordat ik knik, onze vriendschap gaat de positieve kant op in ieder geval. Lance grijnst dan breed en slaat dan met zijn platte hand op mijn rug. Alle lucht wordt uit mijn lichaam geslagen en ik probeer niet omver te vallen. 'Weet je, jullie konden het eerder goedmaken als je gewoon normaal met haar zou praten.' Ik pers mijn lippen tot een streep en schud mijn hoofd.
'Saella was op zoek naar een verloofde om haar titel te stabiliseren en ik was bezig om hoftovenaar te worden, we hebben elkaar bijna nooit gezien in de twee jaren na Lux tot deze reis. Daarbovenop wil ik je eraan herinneren dat jij haar ook een tijdje hebt genegeerd.' Ik geef hem een blik die zegt dat hij net zoals ik een slechte persoon is geweest, maar Lance heeft zijn blik afgewend.
'Doen ze nog steeds aan uithuwelijken bij edelen?' Zijn vraag is zacht en verrast me voor een moment, er is onderliggende pijn in zijn stem. Voorzichtig knik ik en ik zie Lance's gezicht vertrekken, alsof hij teleurgesteld is. 'Lijkt me kut,' mompelt hij dan een beetje bot, hij gebruikt een woord dat ik niet ken, maar de toon geeft me aan dat het geen goed woord is.
'Gaat het?' vraag ik hem dan ongemakkelijk. Lance is nog nooit verdrietig of ontmoedigd geweest in deze hele reis.
'Ja hoor, ik moest gewoon even denken aan een vrouw,' zegt Lance met een flauwe glimlach, zijn schouders hangen omlaag en hij staart naar de lucht. Een verdrietige expressie is verborgen onder zijn glimlach.
'Ze was mijn favoriete persoon op deze hele wereld.' Ik heb vaagjes een idee over Lance's verdriet, maar ik weet niet wat ik erop kan zeggen. Een stilte valt over ons heen, zwijgend krab ik achter mijn oor.
'Kijk uit waar je loopt,' roept Carl naar achteren, de stilte van Lance en mij onderbrekend. We bereiken de overgang van het gele gras naar het dode bos. Er staan wat bomen overeind, maar de meeste zijn omgevallen door hun gewicht. De boom is donker en vol met kleine insecten die er nu op feesten. Het hele zicht ziet er grijs en grauw uit, wortels steken door de grond heen omhoog en overal liggen afgebroken takken. Er liggen karkassen van dode dieren op de grond, rotte overblijfsels hangen aan de botten. Het dunne bos lijkt op de verlaten plekken van de oude volksverhalen die door Loralei heen worden verspreid.
Carl stapt over de eerste omgevallen boom heen, zijn blik walgend naar de insecten die langzaam de boom wegvreten. Lance zet zijn voet op de stam om erover heen te stappen, maar zodra hij zijn gewicht erop zet, maakt de stam een gigantisch krakend geluid. Zijn voet zakt door de buitenkant van de stam.
'Gaat het?' vraag ik hem terwijl ik hem te hulp schiet.
'Ja, maar mijn voet,' bromt hij met een diepe stem. Hij leunt op me terwijl hij zijn voet uit de boomstam probeert te krijgen. Splinters blijven haken in zijn broek en Lance puft gefrustreerd. Zijn voet schiet dan uit het gat, een stuk schors vliegt in de lucht door zijn kracht en we struikelen een stap naar achteren. Ik probeer niet om te vallen, maar met het gewicht van Lance is dat moeilijk. We crashen met onze achtersten tegen de grond aan, een pijnscheut gaat door me heen.
'Zijn jullie oké?' vraagt Viola, ze komt naar ons toe rennen met kort achter haar Saella. Ik knik en krabbel overeind, ik veeg het stof van mijn cape af en hoop dat er geen insecten op me zijn gekomen. Lance komt ook overeind en inspecteert zijn enkel, waarop de stronk schrammen heeft achtergelaten. Viola knielt voor hem en gebruikt meteen haar krachten op hem.
'Walgelijk,' hoor ik Saella zeggen. Ze kijkt naar het gat dat Lance heeft gecreëerd in de gevallen stam. Nieuwsgierig kom ik bij haar staan. Er krioelen een duizend keer meer insecten in de boom dan op de stam zelf, de hele binnenkant is gevuld met trippelende insecten die langzaam hun weg naar buiten eten. Een rilling gaat over mijn rug, ik heb nog nooit zoveel insecten bij elkaar gezien.
Carl staat aan de andere kant van de boomstam en tuurt ook in het gat dat Lance heeft gemaakt. 'Oké, we moeten niet op de gevallen bomen staan dus,' zegt hij, maar ik denk dat iedereen het wel duidelijk vindt. Lance staat nog steeds op zijn plek en begint te mopperen in zichzelf.
'Eerst moest ik denken aan Dorothy en nu dit.'
Zodra Viola klaar is met het helen van Lance, vervolgen we onze reis voorzichtig. Dit landschap is gevaarlijk om snel doorheen te gaan. De dode bomen zijn niet ons enige probleem, het bos wisselt zich af met rotsachtig landschap. Er zijn steile hellingen met grind, waar we langzaam naar beneden of naar boven moeten om niet uit te glijden. Het is niet plat zoals de oostervlakte is en we maken minder meters, maar zijn nog vermoeider dan normaal.
We lopen langzaam een helling af, het grind rolt onder mijn schoenen vandaan en ik doe mijn best om mijn grip niet te verliezen. Ik plant mijn hakken stevig in het grind tot ik de aarde eronder zie. Stap voor stap ga ik omlaag. Carl staat aan de voet van de helling en zucht wanneer hij de zon ziet ondergaan.
'Laten we hier stoppen, er is genoeg ruimte om hier een kamp op te zetten.' We zitten in een grote krater met vooral steen en aarde hier. Het moment dat mijn voeten op het vlakkere stuk van de krater komt, laat ik een gerustgestelde adem uit, ik kan in ieder geval nu niet meer van de helling afrollen. Viola en Saella komen ook veilig aan, ze dragen een vermoeide frons op hun gezicht.
Iedereen begint het kamp op te zetten, we eten wat en trekken ons dichter bij het vuur naarmate de lucht kouder wordt. Iedereen behalve Saella en ik.
'Als je moe bent, kunnen we ook gaan slapen,' zegt ze tegen me, ze kijkt even rond naar de anderen die nog rond het kampvuur zitten, maar ik schud mijn hoofd. Ik heb haar beloofd haar de tähti purskahti te leren, dus dat gaan we doen ook. We zoeken naar een wat afgezonderder stuk van de krater op, zodat de lichtexplosie niet de anderen zal bereiken.
Zodra we wat verderop staan, haal ik mijn staf erbij. Ik schraap mijn keel en kijk naar Saella, ze heeft een serieuze expressie op haar gezicht en kijkt me vol verwachting aan.
'Voor de tähti purskahti moet je denken alsof je de mana opbergt in een afgedekte glazen pot. Concentreer je mana op één plek zoals in de pot en je zal snel merken dat er wat mana uit zal vloeien, de pot zal beginnen met barsten. Dan is het de truc om je pot niet te laten barsten, maar de pot te gooien naar je doel en er extra mana bij te doen, zodat de pot ontploft met magie wanneer het op je doelwit terecht komt.' Ik probeer het haar duidelijk uit te leggen met handgebaren en Saella knikt bij elke zin.
'En dan voor je houding, omdat je de mana snel moet vullen op het eind, is het het best als je je staf met twee handen vast hebt. Sta met een rechte rug voor de beste manacirculatie en blijf goed ademhalen.' Ik doe de houding voor met mijn staf en Saella volgt me gehoorzaam. 'Ik doe hem één keer voor, oké?' Saella knikt vaker dan nodig is, haar ogen goed op me gericht.
Ik sluit mijn ogen en haal diep adem, ik concentreer op mijn mana. Elk sprankeltje mana in mijn lichaam kan ik voelen, ik dwing de mana om mijn staf in te gaan door mijn twee handen. De mana draait rond en probeert te ontsnappen, maar ik druk het tot een klein pakketje bij elkaar. Het trilt, klaar om open te klappen als ik mijn grip op de mana verlies. Ik open mijn ogen en haal nog een keer diep adem.
'Tähti purskahti.' Het pakketje schiet van me vandaan richting de andere eind van de krater. Net voordat hij de rand aanraakt, vul ik het laatste beetje mana bij waardoor het pakketje niet meer houdt. Ik sluit uit voorzorg mijn ogen al, er zal veel licht komen. Een explosie klinkt en steentjes worden weggeschoten. Ik open mijn ogen om te zien dat op de plek van explosie het stof is opgestoven en steentjes naar beneden regenen door de impact.
Saella bekijkt het resultaat met een open mond aan, haar blik gaat dan met bewondering naar mij. Ze ziet eruit als een klein kind.
'Dat was zo gaaf,' zegt ze dan, haar ogen gaan weer terug naar het gat dat de explosie heeft achtergelaten. Ze houdt haar staf in twee handen vast en schudt hem op en neer door de opwinding. Trots zwelt bij me op en mijn mondhoeken krullen omhoog.
'En nu jij,' gebaar ik naar haar. 'Ik zal een barrière opzetten als het verkeerd gaat, dus je mag losgaan.' Ik zet een stap opzij en laat wat mana door de lucht glijden om een barrière te vormen voor als het moet. Ik ben er niet zo goed in als Saella, mij lukt het niet om het in één keer tevoorschijn te toveren zoals zij dat kan. Bij mij moeten barrières in stappen worden opgezet.
Ze kijkt naar me en ik knik zodat ze kan beginnen. Saella ademt diep in en sluit haar ogen, mana prikkelt in de lucht en ik houd mijn ogen wijd open voor het geval de spreuk verkeerd gaat. Ze opent haar ogen na een seconde. 'Tähti purskahti.' Een lichtstraal gaat van haar staf af en voor een moment lijkt de spreuk gelukt te zijn.
Voordat haar lichtstraal de eind van de krater aanraakt, dooft het licht en valt het uit elkaar tot mana. Ik pak mijn kin fronsend vast en wrijf over mijn gegroeide baard. 'Ik denk dat je je mana niet goed bij elkaar hebt gehouden wanneer je het afvuurde,' probeer ik haar falende poging te verklaren. Saella kijkt me aan en knikt begrijpelijk.
'Oké, dan probeer ik het nog een keer,' zegt ze, ze zet haar handen weer om haar staf. Ik trek mijn mana gelijk voor de barrière, al denk ik niet dat dat nodig zal zijn.
'Tähti purskahti,' spreekt ze weer krachtig uit. De lichtstraal schiet van haar vandaan, maar brokkelt nog eerder weg dan haar eerste poging. Saella kijkt naar haar resultaat en laat een zucht horen, ze krabt achter haar oor. 'Niet genoeg bij elkaar gehouden?' vraagt ze aan me en ik knik, het is hetzelfde geval als haar eerste poging.
Saella glimlacht een beetje spijtig. 'Mag ik het nog een keer proberen?' Ze staart me aan als een verloren puppy en ik knik snel zodat ze me niet meer op die manier aan hoeft te kijken. Waarschijnlijk is ze bang dat ik haar niet kan bijhouden door het verschil van mana dat we hebben, maar tot nu toe gaat het nog wel prima. 'Oké, mana bij elkaar houden,' mompelt ze dan tegen haarzelf terwijl ze haar staf met twee handen vastklemt. Ik trek mijn mana rondom ons weer gelijk en focus mijn blik op haar.
'Tähti purskahti.' Ik verwacht een lichtstraal te zien, maar er gebeurt niets. Saella fronst nog steeds, ze is nog steeds bezig met de spreuk, maar ik zie het niet. Haar blik is geconcentreerd voor haar uit gericht.
Er klopt iets niet. Mijn ogen schieten alle kanten op, maar ik kan niet vinden waar haar mana is. Ik moet het onzekere voor het zekere nemen.
'Vaalea seinä.' Ik trek het mana voor Saella en mij recht en een lichtbarrière vormt zich voor ons. Het moment daarna klinkt er een explosie. De impact breekt de barrière in duizenden stukjes en zorgt ervoor dat ik naar achteren tuimel. Stof stuift op en komt tegen mijn gezicht aan. Mijn rug belandt op het grind, het felle licht dwingt mijn ogen te sluiten.
Zodra het licht gedoofd is, ga ik rechtop zitten. Met mijn vrije hand wrijf ik even over mijn gezicht waar er een laagje stof op is gekomen. 'Gaat het, Saella?' vraag ik zodra me het lukt om mijn ogen te openen. Ze zit ook rechtop en plukt wat steentjes uit haar haar. Haar blik is gericht op het gat dat ze heeft gecreëerd een paar centimeter voor haar voeten vandaan.
'Ja, ben jij oké?' Ze breekt haar blik af van het gat en kijkt me kort aan. Ik knik naar haar. 'Ik weet niet of dit beter of slechter is dan de eerste twee pogingen?' mompelt ze tegen haarzelf en ik wil mijn hand op mijn voorhoofd slaan. Is dit serieus hetgeen ze aan moet denken wanneer er zojuist iets in haar gezicht is ontploft?
Ik kom overeind. 'Het is beter want de spreuk is gelukt, maar het moet de volgende keer niet in je gezicht ontploffen, maar ergens verderop.' Ik steek mijn hand uit naar Saella en ze pakt hem uit automatisme vast. Ik trek haar omhoog, haar cape is stoffig geworden van de val.
'Dat is een heel goed advies, jonkheer Cagnata,' zegt ze dan met rollende ogen. Ze kijkt nog één keer naar het resultaat van haar spreuk en krabt achter haar oor. Ondanks haar opmerking, kijkt ze een beetje teleurgesteld naar het gat.
'Op zich, je weet hoe je het af moet schieten en hoe je het moet laten ontploffen, je moet het gewoon nog samen kunnen voegen, jonkvrouw Mordigan,' probeer ik haar op te beuren. Ik klop het stof van mijn cape af, me verbazend over de kwaliteit van deze cape, hij houdt het al lang vol.
Saella pakt de zijden van haar cape vast alsof het een jurk is en maakt een elegante buiging naar me. Ze heeft haar staf al verborgen.
'Dankuwel voor het delen van uw wijsheid, jonkheer Cagnata.' Ze draait haar gezicht naar de grond aangezien de regels dat eisen van haar. Ik heb een hogere titel dan zij. Ik zucht.
'Oké dat is genoeg formeel gepraat,' zeg ik dan terwijl ik mijn neus ophaal. 'Het lijkt alsof je me ten dans hebt gevraagd en dat brengt geen goede herinneringen bij me op.' Ik heb een hekel aan feesten van edelen, ik word de hele avond lastiggevallen door jonkvrouwen of vaders die hun dochters bij mij willen opdringen aangezien ik geen verloofde heb. Saella kijkt omhoog naar me, nog steeds in dezelfde buiging.
'Ben je een slechte danser?' vraagt ze me speels, ik snuif mijn neus geïrriteerd, dat is niet wat ik bedoel.
'Natuurlijk niet,' antwoord ik haar terwijl ik haar een duwtje op haar hoofd geeft. Ze valt uit haar perfecte pose en zet een stap naar voren zodat ze niet omvalt. 'Ik ben een geweldige danser.' Het is vanzelfsprekend dat iemand van adel moet kunnen dansen, als je iets verkeerd doet tijdens het dansen, sta je voor schut en schaadt het je reputatie. Saella glimlacht scheefjes, ze gelooft me niet en ik wil haar overtuigen, maar voordat ik de kans krijg om wat te zeggen, horen we onze namen.
'Saella! Vau! Ga alsjeblieft slapen! Zorg dat ik niet naar jullie toe hoef te komen en persoonlijk op moet halen!' brult Lance, we krimpen allebei ineen vanwege zijn donderende stem. Als hier vogels waren, zouden ze zijn weggevlogen van de schrik. Het voelt alsof we een uitbrander krijgen van een leraar. Saella en ik kijken elkaar een beetje twijfelachtig aan, maar schieten dan in de lach.
Onze vriendschap gaat zeker de goede kant op.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top