19. Saella Mordigan
We hebben het kamp opgezet en gegeten zoals normaal, maar de stemming is grauwer geworden na het bezoek aan het graf. De anderen maken zich ook zorgen om Mørket, maar om andere redenen dan ik. Nu we eindelijk het spoor van Mørket volgen, zijn we dichter bij de strijd dan ooit en dat feit maakt sommigen nerveus. Het lot van Loralei ligt nog steeds in hun handen, zwaarder dan ooit.
Ik ben een stuk van het kamp af gaan zitten wanneer iedereen onder hun dekens is gaan liggen om te slapen. Door de open vlakte is er meer wind dan in het bos en ik laat het door mijn haren blazen. De wind maakt me ontspannen, het dringt zich door mijn kleren heen en streelt lichtjes over mijn huid. De sterren zijn beter te zien nu we uit het bos zijn, ze schijnen feller op de dode vlakte, alsof ze de aardoppervlakte hier proberen te troosten vanwege het verdorde land. Er zijn ontelbare sterren en ze maken geen uitzondering aan wie ze hun licht geven, iedereen krijgt hun licht te zien.
Het geluid van vertrapte bloemen klinkt achter me, maar ik draai me niet om. Met mijn vinger in het verdorde gras schrijf ik mijn familienaam. Ik wil weten of mijn ouders aan mij denken, zouden ze mij missen? En hoe zit het met Jelmer, mijn broertje? Vergeven ze me voor de problemen die ik heb veroorzaakt of zijn ze juist boos nu hun enige oplossing ervandoor is? Ik weet het antwoord erop niet, wanneer het gaat om mijn familie worden mijn gevoelens een grote mengelmoes.
Iemand komt naast me zitten, ik gooi een nonchalante blik opzij en zie dat Vau erbij is komen zitten. Zijn rode cape wappert in de wind en ik voel jaloezie opkomen dat hij altijd zijn droom als hoftovenaar heeft na kunnen jagen. Ik wend mijn blik weer af en sluit mijn ogen om me te concentreren op de wind. Het zachte geruis klinkt als muziek in mijn oren. Ik hoop dat hij niet hier is komen zitten om met me te praten.
'Hé Saella,' zegt Vau dan. Ik open mijn ogen en probeer niet te fronsen, maar het lukt me niet helemaal. Ik hoop dat hij het niet verkeerd opvat. 'Ik wilde nog een keer mijn excuses aanbieden, voor vijf jaar geleden en toen ik je kamer zomaar binnen kwam toen in de herberg.' Ik rol mijn ogen, we hebben het hier al over gehad. We hebben allebei fouten gemaakt.
'Ik weet dat het je spijt, het is oké, ik zei het toch. We zijn volwassen nu, we kunnen het achter ons laten,' zeg ik dan, mijn irritatie druipt van mijn stem. Ik zit niet te wachten op een diepgaand gesprek momenteel, ik wil gewoon nergens aan denken.
'Ik weet het, maar ik heb toch nog niet gezegd wat ik wilde zeggen. Dus alsjeblieft, luister naar me.' De oprechtheid in zijn stem laat me schuldig voelen voor mijn gedrag, ik besluit niks meer te zeggen voordat ik iets doe waarvan ik spijt zal krijgen en knik naar hem om te beginnen met praten.
'Ik blijf me slecht voelen wanneer ik terugdenk hoe je voor het hele gebeuren was met Sarah en daarna, het was alsof ik een vlam langzaam zag doven, omdat er een deksel overheen werd gezet. En ik heb meegeholpen om de deksel erop te zetten.' Ik probeer Vau's gebrabbel te volgen, maar zijn ongemakkelijke gezicht zegt me dat hij zelf ook niet weet waar het heen gaat.
'Wat ik bedoel is, is dat het me spijt voor het incident. Toen ik je net leerde kennen was je altijd spontaan en vrolijk, maar ik heb het gevoel dat na het incident het minder werd.'
Ik vorm met mijn mond een o-vorm, ik denk dat ik weet waar hij het over heeft.
'Maar dat had niks met jou te maken,' zeg ik dan voordat hij weer in de herhaling valt maar dan met andere woorden. 'Herinner je nog dat ik verloofd was aan de zoon van graaf Loewenfried?' Vau knikt twijfelachtig.
'Nou, de reden waarom ze mij verloofd aan hem maakten was omdat onze titel instabiel is, ze hoopten de Mordigan naam wat meer zekerheid te geven als ik zou trouwen met een zoon of dochter van iemand met minstens de graaftitel. Maar na het Sarah incident, brak graaf Loewenfried de verloving af, hij vond me niet goed genoeg voor zijn zoon.'
Ik lik even over mijn lippen, mijn ouders hadden zo hard gewerkt om een verloving voor me aan te vragen toen, maar niemand durft mijn hand te krijgen. Ze zijn bang dat markies Reynolds ze wat aan gaat doen en ik geef ze groot gelijk.
'Mijn ouders dachten eerst dat het door mijn gedrag kwam, het is niet dat ik niet wist wat de regels voor edelen waren, ik hield me er gewoon niet aan. Het maakt niet uit dat ik aan tafel zit met een dochter van een hertog, als ik trek heb, dan begin ik gewoon met eten.' Is het niet oneerlijk om anderen te weerhouden van eten, puur omdat het meisje met de hoogste status besluit dat ze moet wachten tot haar biefstuk koud is?
'Maar mijn ouders dwongen me toen als een edel te gedragen, ik moest op mijn woorden beginnen te letten. Als ik nog zo'n fout zou maken zoals met Sarah, dan zouden we de titel kwijt kunnen raken.'
Ik pers mijn lippen tot een streep, Vau luistert aandachtig naar me met af en toe een knikje. 'En dus dat is wat ik deed,' fluister ik dan. Ik weet niet waarom, maar ik voel tranen branden in mijn ooghoeken, maar ik wil niet huilen hier. Ik kijk omhoog naar de lucht en hoop zo mijn tranen binnen te houden, maar sterren worden al gauw duizenden vage gele vlekjes in mijn blik. Het verdriet knijpt mijn keel dicht en ik weet dat als ik nu doorpraat, dat mijn stem er pieperig uit zal komen.
'En is dat waarom je bruidslessen volgt in plaats van een opleiding tot hoftovenaar?' vraagt Vau dan zacht.
Ik knik. Een brok heeft zich in mijn keel gevormd, maar ik wil het niet laten merken. 'Het moeilijkste van alles was dat mijn familie nog steeds zielsveel van me hield terwijl ik deze rotzooi creëerde. Mijn broertje bleef me bewonderen als zijn grote zus en mijn ouders bleven trots op me dat ik hun dochter was terwijl ze door mij hun titel bijna kwijtraakten. Ik heb talloze keren gedacht om misschien weg te lopen en hoftovenaar te worden, maar dat voelde slecht, ik kan ze dat niet aandoen na wat ik hun heb aangedaan. En nu kan ik mijn rotzooi geen eens opruimen omdat ik ziek ben geworden.'
Ik pers de woorden moeizaam uit, mijn toon probeer ik zo licht mogelijk te houden, maar mijn laatste woorden zijn bijna niet te horen. Ik weet geen eens waarom ik het met Vau deel, hij zal me niet begrijpen. Hij is de zoon van een succesvolle markies en hoeft waarschijnlijk nooit aan zulke dingen te denken.
'Voor wat het telt, de dag dat ik het zegen van Lääke kreeg, zag ik je ouders. Je moeder en broer waren aan het huilen. Je vader zei dat het enige wat hij nu nog wil, is dat Mørket wordt vernietigd. Ze nemen je niks kwalijk, ik weet het zeker.' Zijn stem is zacht en geruststellend, ik vind het bijna oneerlijk hoe goed zijn stem klinkt. 'Ik kan niet zeggen dat ik je begrijp en ik denk dat je boos zal worden als ik dat zou zeggen, maar ik weet niet wat ik moet zeggen om je beter te laten voelen.' Hij kijkt omhoog naar de sterren en ik bekijk zijn uitdrukking. Zijn mondhoeken hangen omlaag en ik besef me dat hij zijn best doet om het goed te maken. Ik leun mijn hoofd naar achteren en kijk met hem mee naar de sterren, die hun licht op ons schijnen.
'Je hoeft niks te zeggen, soms is luisteren al genoeg,' fluister ik hem toe. Zijn woorden over mijn ouders zinken bij me in. Een paar plukjes haar vallen voor mijn blik, maar ik wil niet bewegen. Zullen mijn ouders en broertje naar dezelfde sterren kijken als ik nu?
Een zwaar gevoel rolt van mijn hart af en ik laat een bibberige adem uit, proberend mezelf weer te herpakken. De wind blaast haar lied met ritselende grassprietjes naar me toe en ik sluit mijn ogen, het ontspant mijn hart. Ik heb altijd gehoopt om mijn luchtmagie zo goed te beheersen dat ik op een dag een lied van moeder natuur kon nadoen, maar dat is onmogelijk. Zijn bruine ogen staren intens in de mijne en ik wend mijn blik af voordat ik mijn gedachten verlies in zijn ogen.
'Oké, je wilde het goedmaken.' Ik zet mijn hand tegen mijn wang aan. Zelfs na dit gesprek zal Vau zich waarschijnlijk schuldig voelen, maar als hij wat gunsten voor me doet, zal dat misschien minder worden.
'Allereerst, help me met mijn haar knippen. Ik kan de achterkant niet zelf knippen.' Ik zie dat Vau een moment nodig heeft tot mijn woorden registreren bij hem. 'Ten tweede, wil ik een rematch wanneer we terug zijn in het kapitaal. En ten derde...'
'Nog meer?' zegt Vau dan terwijl ik een moment neem om na te denken, hij heeft een verslagen glimlach op zijn gezicht en grinnikt in zichzelf.
'Ik wil dat je me de tähti purskahti leert,' zeg ik dan, ik kijk hem afwachtend aan om zijn reactie te peilen. De tähti purskahti is één van de sterkste lichtmagie aanvallen die je kan beheersen, ik heb het altijd al een geweldige spreuk gevonden, het is alsof er een kleine supernova plaatsvindt. Mijn offensieve magie is niet geweldig waardoor de spreuk me nooit gelukt is, maar ik weet dat Vau het wel onder de knie heeft. Ik klem mijn handen enthousiast in twee vuisten, hopend dat hij ja zal zeggen.
'Oké dan,' geeft Vau uiteindelijk toe. Ik stoot een vuist triomfantelijk in de lucht, ik kan niet wachten tot hij het me zal leren. Vau grinnikt zachtjes en kijkt dan weer naar de sterren. Zijn haren die futloos op zijn voorhoofd liggen beginnen ondertussen ook al lang te worden en bewegen met hem mee terwijl hij zijn hoofd zachtjes schudt. Een glimlach is te zien op zijn gezicht.
'Kom, Saella, het is tijd om te slapen.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top