18. Vau Cagnata
We volgen het pad van Mørket die geen genade heeft gehad. Er is geen enkele bloem nog staande, overal waar ik kijk is de vlakte geel en grauw. Het is een groot contrast met de blauwe lucht en de zon die op ons schijnt. Met elke stap hoor ik iets onder mijn zool breken, alles is zo fragiel geworden, net als een bubbel stukgaat zodra het iets aanraakt. De dode vlakte is stil vergeleken met de levendige oostervlakte van net, zonder alle vogels en insecten.
'Ongelofelijk, wat Mørket met het veld heeft gedaan,' zegt Lance dan tegen niemand specifiek. Zijn ogen gaan heen en weer over het grasland om steeds weer hetzelfde te zien. Mijn ogen dwalen af naar de dode vlakte, we hebben geweten dat Mørket dood en destructie brengt, maar het in het echt zien is toch een ander geval. Een gedachte kruipt omhoog in mijn achterhoofd, wat als we Mørket onderschatten? Kunnen we hem wel neerhalen met ons vieren?
'Er hangt ook een zware aura,' zegt Viola dan. Ze houdt haar handen bij elkaar en kijkt ongemakkelijk rond. Haar benen trillen bij elke stap. Ik voel de verandering in aura niet, maar misschien is Viola er gevoeliger voor. Het enige wat ik mis, is de mana in de lucht. De lucht hier bevat zo weinig mana dat het vreselijk muf is.
'Gaat het?' vraag ik Viola dan, ze begint bleek aan te lopen. Viola knikt twijfelachtig naar me, maar haar schichtige ogen verraadden haar gevoelens.
'Ik moet er even aan wennen denk ik,' zucht ze dan. Ze krabt achter haar oor, haar blonde krullen zitten nog steeds goed sinds het begin van de reis en ik verbaas me er elke keer weer over. Ze loopt nog steeds in het witte gewaad met wijde mouwen, de mouwen zijn bruin geworden van de viezigheid, maar ik had niks anders verwacht. Het is onhandig gemaakt als je veel tijd in het bos moet doorbrengen en wit is al helemaal niet de goede kleur ervoor. Ze kijkt echter nog steeds ongemakkelijk, alsof er iets in haar schoen zit maar ze niet wil stoppen om het eruit te halen.
'Vertel me over de tempel,' zeg ik dan. Ik rust mijn staf op mijn schouder zodat ik hem niet de hele tijd hoef op te tillen. De zon schijnt hard op ons en het is warm nu we niet meer de schaduw van de bomen hebben. Ik waai met mijn hand wat wind naar me toe, de buidel zorgt ervoor dat de plek op mijn rug waartegen het aanligt, begint te zweten. Misschien moet ik straks mijn cape afdoen.
'De tempel is gevuld met superlieve mensen, de mensen met krachten worden er opgeleid om priester of priesteressen met functies worden. De mensen met de helende krachten van Lääke gaan rond om mensen beter te maken, de mensen met de krachten van Luonto gaan naar beschadigde land en proberen daar de planten weer te redden. De mensen zonder krachten worden opgeleid om in de tempel te werken of archieven bij te houden.'
Viola staart met een ongemakkelijke blik naar de blauwe lucht boven ons, alsof haar nare gevoel verergerd is, maar het zou ook door de felle zon kunnen komen. Toch ratelt ze verder, de woorden stromen haar mond in een keer uit.
'De hoofdtempel ving veel kinderen van het kapitaal op die op straat werden gezet, ik werkte bij de hoofdtempel en heelde de zieke ouderen en de kinderen van de tempel. Het was een saai leven, eerlijk gezegd. Dag in, dag uit werken, maar het gaf me voldoening. Ik kon het leven volhouden op deze manier zolang ik de glimlachen van de mensen kon zien.
De hoofdpriesters zijn al aan de oude kant en wilden niet iemand kiezen die de groep niet kon bijhouden, dus ze zochten een jonge helende priester die goed was met helende cirkels. Uiteindelijk kwamen ze op mij, al moet ik zeggen dat ik de groep ook niet helemaal kan bijhouden.' Viola lacht dan, ik hoop dat ze weet dat het ons niet uitmaakt dat ze een langzamere pas heeft dan wij. Ik probeer alle informatie die Viola eruit heeft laten vallen als een waterval te processeren.
'En nu lopen we hier,' gaat ze dan verder. 'Ik wist niet zoveel van de buitenwereld voordat ik aan deze reis begon. Ik leefde altijd in de tempel en kreeg mijn eten voorgeschoteld zodat ik daarna meteen weer aan het werk kon gaan. En ik zei toch dat ik dacht dat ik altijd kon blijven werken in het kapitaal? Ik denk dat ik het hierna niet meer kan.'
Viola kijkt in de verte, haar ogen zijn gevuld met spijt.
'Ik wist niets van de kinderfabrieken, ik heb nooit stilgestaan over de leed die zich buiten het kapitaal plaatsvindt.
Weet je, ik voelde me best nutteloos in de fabriek. Ik wilde wat doen, maar het enige wat ik kon was Saella smekend aankijken en uiteindelijk heeft zij Carl kunnen overhalen. Saella en Carl bedacht steeds de plannen en Lance en jij schoten te hulp als ze ergens tekortkwamen. Ik besefte me dat ik te weinig van de wereld wist om te kunnen helpen en ik wil dat veranderen, of misschien wil ik gewoon meer van de wereld ontdekken nu ik een klein stukje heb geproefd. Is dat slecht, denk je?'
Ik val stil, ik weet alleen dat het de bedoeling is dat Viola tot haar vijfendertigste haar leven volledig wijdt aan de tempel, daarna mag ze doen en laten wat ze wil, maar iemand met haar krachten kan zeker doorgaan tot hoofdpriester. Ze zal altijd een dak boven haar hoofd hebben en warm eten geserveerd krijgen. Alleen wil ze dat niet.
'Nee, dat is niet slecht,' vertel ik haar dan. Ik kijk haar recht in haar blauwe ogen aan. 'Je bent een geweldige priesteres en je zou wat serieuze veranderingen kunnen maken met de juiste mensen en de juiste kennis. Het zal niet altijd ongehinderd gaan, maar je bent vastberaden. Net zoals in de fabriek. En als je vindt dat je te weinig van de wereld weet, dan kan je dat prima oplossen. Ga erop uit, lees veel boeken en ontdek meer. Ik weet zeker dat je iets met je tempel kan afspreken erover. Je hebt een goed hart Viola en ik weet dat je de juiste beslissingen zal nemen.'
Viola glimlacht dan verlegen, ze zit aan de onderkant van haar vieze mouw waardoor wat verdwaalde aarde omlaag dwarrelt.
'Bedankt Vau. Weet je, de eerste keer dat ik je zag dacht ik dat je super serieus bent, maar dat valt wel mee. Je bent iemand waar iedereen op kan rekenen en je luistert altijd naar ons. Je bent een goede vriend.' Viola glimlacht dan breed naar me, ik lach terug. Het is een mooi compliment die ik kan waarderen. 'Wat ik me dus nog afvroeg, horen edelen niet al van jongs af aan een verloofde te hebben?' Ze kijkt me verwachtingsvol aan als een klein kind die opgewonden is dat ze een koekje mag krijgen.
'Ik heb geen verloofde,' zeg ik dan met een grinnik. 'Ik heb een oudere broer die mijn vader zal opvolgen als markies zijnde, dus het was niet nodig voor me om een verloofde te zoeken. Ons huis heeft ook al genoeg contacten dus ik mag zelf beslissen met wie ik trouw.' Ik begin de kraag van mijn cape heen en weer te trekken, zweet rolt over mijn lichaam.
'Maar ga je dan trouwen met iemand van wie je houdt?' vraagt Viola dan. Veel edelen zouden haar hebben uitgelachen en verteld hebben dat er niets bestaat uit liefde, maar ik geloof wel dat liefde bestaat. Alleen weet ik niet zeker of ik dat kan krijgen.
'Ik weet het niet, edelen zien huwelijken meer als contracten tussen twee families. Daarbovenop wil ik een hoftovenaar worden en focussen op mijn werk, dus ik denk niet dat een huwelijk er voor mij in zit voorlopig.' Mijn antwoord lijkt Viola teleur te stellen, maar ze knikt wel begrijpelijk. Ik besluit om mijn cape dan eindelijk af te doen. Ik laat mijn buidel van mijn schouder zakken en Viola houdt meteen haar handen uit om het van me aan te pakken. Ik leg mijn buidel in haar handen zodat ik wat makkelijker de cape van mijn hoofd kan trekken.
'Het is wel jammer,' zegt ze dan. Ik laat mijn staf verdwijnen en trek de kraag van mijn cape over mijn hoofd. Eventjes is mijn zicht gevuld met rood, maar al gauw komt het grijze landschap weer in zicht.
'Wat is jammer?' vraag ik haar dan. Ik haal een hand door mijn haar om het een beetje goed te laten zitten en pak mijn buidel weer van haar aan. Ik vouw mijn cape op en stop het netjes in de buidel.
'Je zou een goede man maken,' zegt Viola dan. 'Je bent heel attent, luistert goed en je bent echt super lang.' Ik trek mijn wenkbrauwen op. Dit is de eerste keer sinds de eerste ontmoeting dat er een opmerking wordt gemaakt over mijn lengte. Ik heb het gevoel dat tovenaars over het algemeen langer zijn dan andere mensen. Ik ben de langste van onze groep met Lance en daarna komt Saella. Voordat ik iets terug kan zeggen, word ik onderbroken.
'Hebben jullie het warm?' hoor ik dan Saella vragen. Voordat iemand kan antwoorden, worden we belaagd met een koude windvlaag. De wind is zo sterk dat ik mijn ogen moet sluiten, het waait door de stof van mijn blouse en broek heen. Gedroogde bloemblaadjes worden meegenomen door de wind en komen tegen me aan. De kou van de wind is verfrissend, dat heeft ze wel goed gedaan.
Wanneer de windvlaag stopt, zie ik Saella lachend haar staf in het rond zwaaien. 'Heeft ze niks beters te doen,' mompel ik dan terwijl ik de dode bloemblaadjes uit mijn haar pluk. Ik kam mijn haar weer terug op de plek en ik heb een déjà vu, het is typisch Sealla om te spelen met de wind. Ik ben blij dat ze zich in ieder geval beter voelt, ze keek zo verdrietig nadat we het graf hebben gezien. Een glimlach kruipt op mijn gezicht en haal mijn hand nog even goed door mijn haar om zeker te zijn dat alle blaadjes eruit te zijn.
Viola staart me aan terwijl ze de bloemblaadjes van haar shirt afveegt.
'Zit er nog wat in mijn haar?' vraag ik haar dan. Viola glimlacht en schudt haar hoofd, ze brengt haar handen naar haar achterhoofd en kijkt weer naar voren.
'Vertel me over Saella en jou,' zegt ze dan. 'Voordat alles naar de knoppen ging.' Ik moet even nadenken, de laatste jaren van Lux waren nou niet gevuld met goede herinneringen met Saella. Toch kan ik mij de eerste herinnering van haar nog ophalen alsof het gisteren is.
'De eerste keer dat ik haar zag in de Lux academie, was ze net komen instromen in het tweede jaar. We waren allebei gespecialiseerd in andere magie, ik in vuurmagie en zij in luchtmagie, maar ons secundaire attribuut was dezelfde, lichtmagie. De enige klas die ik met haar had was lichtmagie en ze maakte een onvergetelijke binnenkomst.' Ik kan me nog herinneren hoe ze vormen maakte met de licht en het liet dansen in de klas. Het is een van haar kenmerkende spreuken die iedereen vol ontzag achter heeft gelaten.
'En dit is een geheim, maar ik was best jaloers op haar op dat moment. Ze had zoveel controle over haar magie, het liet me sprakeloos. Ze was altijd aan het lachen en behandelde iedereen gelijk, waardoor sommige edelen haar onbeleefd vonden, maar ik vond het wel grappig. Ze was een vrije vogel die niet in een kooi kon worden gehouden.
Maar na het incident werd ze wat stiller en volgde ze de etiquetteregels perfect, al haar spreuken waren typische tekstboekspreuken en ze was niets bijzonders meer behalve haar hoge concentratie mana.' Ik besef me nu pas hoe erg Saella is veranderd door het incident, schuld komt in me op en begint zich aan mijn hart te klauwen.
Ik kijk op naar Saella, ze is weer met Lance aan het praten over van alles en nog wat. Ze lacht luidop wat edelen zouden zien als barbaars, maar het past bij haar. Nu lijkt ze meer op de Saella vóór het incident van Sarah Reynolds.
'Als het je nog steeds dwarszit, moet je het haar zeggen,' zegt Viola dan streng. Ze zet haar handen op haar heup en kijkt me strak aan, als een moeder die een preek geeft. Ik voel me een klein kind door haar toon en probeer mijn woorden te vinden, de reden waarom ik niet meer verder ben gegaan over het verleden.
'Ik heb het gevoel dat ik dan oude wonden opentrek,' antwoord ik haar terwijl Saella's lach weer aan mijn blik trekt.
'Ik denk dat je Saella's wonden niet opentrek, maar er juist een pleister op zal plakken, haar wonden zijn nooit beter geworden. Wonden moeten altijd geheeld worden, anders zal er nog steeds bloed uitkomen. En ik kan het weten als priesteres.' De uitspraak komt met een deftig stemmetje uit Viola's mond, waardoor het minder serieus bij me aankomt. Toch laat ik een mix van een zucht en een verslagen lach horen. Viola zou zo een mediator kunnen zijn voor mensen die ruzie hebben als ze geen priesteres was. Een glimlach blijft over op mijn lippen, ik moet de woorden over mijn lippen krijgen en aan Saella laten horen.
'Je hebt gelijk.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top