12. Vau Cagnata
Lance en ik zoeken het kantoor van Dubroc door, onze handen werken vliegensvlug, we trekken de lades van zijn bureau open en gaan snel door al het papierwerk. We weten niet wanneer hij terug zal komen.
'Ik denk niet dat hij het onbeschermd laat,' zegt Lance dan wanneer hij in een grote archiefkast kijkt. Zijn vingers slaan de pagina's snel om, maar hij vindt niks. Ik zucht gefrustreerd en klap de lade waar ik zojuist doorheen heb gezocht luid dicht.
'Ik denk het ook niet.' We moeten het vinden, dit is de beste kans die we hebben in zijn kantoor. 'Waar kan het anders zijn?' Mijn ogen scannen de vloer, misschien heeft hij een losse plank waaronder hij zijn belangrijkste bezittingen heeft gelegd. Er is nergens een spoor van een losse plank, of een geheim luik in de vloer. Ik kijk uit het raam waarachter Dubroc heeft gestaan toen ik Saella ging halen, er is inderdaad perfect zicht op het gebouw met de kinderen. Ik kan zelfs het hangslot aan de deur zien hangen.
Alarmbellen beginnen bij me te rinkelen. Het hangslot moet eraf zijn gevallen toen Sonya is ontsnapt, maar het slot hangt nog altijd op zijn plek. Als Dubroc er een nieuwe op heeft gehangen, dan weet hij dat we iets gedaan hebben, want hij zou hebben gezien dat de schakel van het oude hangslot is gesmolten met magie.
'Ik denk dat de anderen in de problemen zitten,' zeg ik dan, er is iets mis. Hij heeft ons in de val gelokt. Misschien heeft hij zelfs de contracten met zich meegenomen en zitten we ons tijd hier te verdoen.
'Wat?' Lance stopt met waarmee hij bezig is en kijkt me verward aan. Ik wijs naar buiten, al weet ik dat hij het niet kan zien.
'Ik denk dat Sonya nooit ontsnapt is, het is opgezet, Dubroc wist dat we iets zouden doen.' Het kan niet anders, dat verklaart ook waarom we de contracten niet kunnen vinden. 'We moeten de anderen waarschuwen!'
Lance's ogen verwijden, ik zie dat hij me niet helemaal volgt, maar het laatste gedeelte begrijpt hij prima. Ik been het kantoor al uit en Lance volgt me op mijn hielen. 'Waarom zou hij dat doen?' vraagt hij tussen zijn ademhalingen door. Ik haal mijn schouders op, we rennen de trap af. Ik hoop dat we niet te laat zijn. Ik spring de laatste treden naar beneden en roep mijn staf op, waar zijn de anderen? Mijn mond is droog, ik hoor een snelle slag van een zweep, het geluid suist door de hele fabriek. Het wordt gevolgd door een hoge kreet van de pijn. Ik weet niet of het Viola of Saella is.
'Ik ga mijn kruisboog halen, ga jij eerst,' zegt Lance dan. Hij heeft zijn kruisboog in de kamer laten staan, aangezien hij dacht dat zijn wapen niet nodig was bij het zoeken van contracten. Ik knik naar hem en draai me op mijn hielen om. Ik ren naar het geluid toe, mijn hand hard om mijn staf geklemd.
Ik hoor ze eerder dan ik ze zie, ik besluit om me achter de machines te verbergen. Het klinkt als een ingewikkelde situatie nu.
'Laat haar los, Dubroc.' Carls stem is laag, maar ik kan de wanhoop eruit filteren.
'Het is niet nodig om dit te doen.' Viola's stem is haast smekend.
'Blijf uit mijn buurt jullie twee, of haar keel gaat open!' Dubroc brult het luid, ik voel mijn bloed ijskoud worden, hij heeft Saella vast, waarschijnlijk met een wapen aan haar nek. 'Alles was goed gekomen als jullie gewoon waren gaan slapen! Er is zoveel kinderarbeid in het land, één fabriekje extra maakt toch niet uit!' Ik weet niet of Dubroc volkomen is doorgeslagen of dat het alleen maar zo lijkt. Niemand van ons had gedacht om hem zwaar te straffen, we wilden alleen de kinderen bevrijden. Ik kijk om de hoek van de machine naar de hele situatie.
Dubroc heeft zijn hand over Saella's gezicht en duwt haar stevig tegen hem aan terwijl hij een mes tegen haar nek heeft gezet. Saella staat met een moeilijke blik, ze trekt met haar eigen handen aan het handvat van het mes, maar ze is niet sterk genoeg om hem weg te duwen. Haar ene hand is roder dan de ander, is ze erop geslagen?
'Ik kan jullie Voorbestemden misschien niks aandoen, maar dit meisje is niets bijzonders! Het maakt niet uit als ik haar gebruik om mijn leven te beschermen!' Dubrocs handen trillen, ik denk niet dat hij ooit iemand heeft gedood.
'We gaan je niet doden of iets in die richting!' probeert Carl hem te kalmeren, maar Dubroc zet een haperende stap opzij, Saella met hem meetrekkend. De man lijkt niet te willen luisteren, zijn ogen staan doorgedraaid, gevuld met wanhopige angst die onnodig is.
Carl en Viola staan op een veilige afstand van hem vandaan, ze kunnen niet dichtbij komen op deze manier. Ik moet wat doen, maar om hem te kunnen raken met magie moet ik mijn staf in zijn zicht brengen, ik weet niet of mijn magie sneller is dan zijn mes. Gefrustreerd knars ik mijn tanden, is er niets wat ik kan doen?
Een zachte kuch achter me trekt mijn aandacht, Lance staat achter een machine met zijn kruisboog gereed. Zijn blik is moeilijk, waarschijnlijk is hij bang om Saella te raken. Ik tuit mijn lippen, we moeten haar daar weg zien te krijgen. Ik draai me terug naar Saella, Dubroc begint te ratelen over zijn ontsnapping terwijl hij langzaam opzij schuifelt. Saella's blik kruist met de mijne, haar paniek is te lezen uit haar ogen en een brok vormt zich in mijn keel. Ik kan maar één ding bedenken op dit moment om Dubroc af te leiden.
'Schaduweter,' vorm ik langzaam en geluidloos met mijn mond naar haar, hopend dat Saella snapt wat ze moet doen. Ik krijg geen knik of een bevestigende blik, Saella's blik gaat naar Dubroc die half achter haar staat. Ze pakt de linkerkant van haar shirt vast en trekt het omhoog tot haar ribbenkast. De zwarte lijnen op haar huid lijken te bewegen alsof het een eigen leven heeft, ze spreiden uit over haar buik. Dubrocs ogen verwijden.
'Schaduweter!' Geschrokken gooit de man Saella snel opzij. Zijn mes kerft een dunne streep op haar nek in de wilde beweging. Saella komt op haar schouder op de grond met een doffe klap.
'Lance, nu!' schreeuw ik zo hard als ik kan. Een pijl suist door de lucht en raakt Dubroc in zijn schouder. Het mes valt uit zijn handen en klettert op de vloer. Dubroc schreeuwt van de pijn, ik kom tevoorschijn uit mijn schuilplaats en ren naar Saella.
'Gaat het?' vraag ik haar. Ik pak haar schouder zachtjes vast en bekijk haar van top tot teen. Ze heeft een ondiepe snee op haar keel. Ze knikt met wazige ogen, het is dezelfde blik die ze had nadat ik haar had verstopt in mijn bed.
'Viola, kom Saella helen, ze bloedt. Carl, help Dubroc en fouilleer hem daarna, ik denk dat hij de contracten bij zich heeft.' Ik kijk kort op naar de rest om te vertellen wat ze moeten doen. Saella's hand gaat naar haar nek.
'Ik bloed?' vraagt ze dan terwijl ze kijkt naar haar bebloede hand. Ik knik, ze lijkt op een klein kind met haar onwetende blik. 'Wauw, het doet geen eens pijn,' mompelt ze dan in haarzelf. Ze is nog high op de adrenaline, of misschien verdoofd door de angst, beide zijn niet goed in ieder geval. Haar ogen verwijden dan. 'Waar is het mes? Je moet mijn bloed zuiveren met licht, Vau.' Haar stem wordt wat hoger, ze is bang dat ze de schaduweter verspreidt. Ze begint terug te komen naar de realiteit.
'Oké, ik ga je bloed zuiveren. Blijf stilzitten zodat Viola je kan helpen.' Ik ga aan de kant staan voor Viola die naast Saella hurkt en laat de priesteres haar werk doen. Het mes ligt op de grond naast een bloedende Dubroc met een pijl in zijn schouder. Viola moet hem ook helen straks, we kunnen de pijl niet voor altijd in zijn schouder laten.
Lance komt ook aanlopen, hij heeft een trotse grijns op zijn gezicht en lijkt te stralen. Maar voordat ik hem vraag waarom hij zo in de zevende hemel is, moet ik eerst het bloed zuiveren.
Er zit maar weinig bloed op het blad van het mes, ik denk niet dat Dubroc contact heeft gehad met Saella's bloed. Er komen verdachte zwarte dampen van het beetje bloedsmeersel af, dat moet de schaduweter zijn. Ik hef mijn staf en stop mijn mana in het oog van Ignis.
'Valo!' Licht stroomt uit het oog van Ignis en wikkelt zich om het mes heen. Het dooft weer uit en de zwarte rook is verdwenen, het is nu gewoon bloed.
'Vau, hij heeft de contracten niet bij zich,' zegt Carl dan. Ik haal mijn wenkbrauw op, dan zijn de contracten nog ergens verstopt. Carl staat gehurkt naast Dubroc en heeft zijn jas binnenstebuiten getrokken, maar er is geen spoor van de contracten.
'Je gaat ze nooit vinden!' zegt meneer Dubroc vrolijk, alsof hij zojuist gewonnen heeft.
'Misschien praat deze man erover als ik nog een tweede pijl in zijn schouder schiet,' gromt Lance dan geïrriteerd. Er is geen spoor meer te vinden van zijn trots van net en Carl houdt hem tegen met een hand.
'Wacht.' Saella's zachte stem laat Lance bevriezen. Ik weet niet wanneer ze achter me is komen te staan. 'Laat mij het doen.' Het lijkt erop dat ze compleet geheeld is, de rode plek op haar hand is ook weg. Ze pakt haar gevallen staf op, de ringen van Aura rinkelen tegen elkaar bij elke beweging. Ze haalt diep adem en draait zich dan met een emotieloos gezicht naar Dubroc toe.
'Denk je nou echt dat ik jou ga vertellen waar ze zijn?' Dubroc schiet in de lach alsof hij het heel hilarisch vindt, ik denk dat alle knoppen bij de man zijn doorgeslagen. De pijl steekt nog lelijk uit zijn schouder en ik vraag me af of hij geen pijn voelt. Saella draait haar staf in haar hand en wijst naar Dubrocs keel.
'In tegenstelling tot jou, heb ik geen mes nodig om een keel open te snijden. Dus, waar zijn de magische contracten?'
Ik kan mijn oren even niet geloven, meent ze nou het leven van de man te nemen? We kunnen haar dat niet laten doen, al is hij irritant en de slechterik hier. Ik wil haar tegenhouden, maar Carl zet zijn vinger tegen zijn lippen, zijn ogen zijn strak op me gericht. Ik slik nerveus mijn woorden door, het lijkt erop dat ik Saella moet vertrouwen.
'Ik zei toch, dat ga ik niet zeggen.' Saella knikt bij zijn antwoord en stapt van hem weg. Ze legt haar staf op haar schouder en gebaart onverschillig naar Dubroc.
'Maak hem ergens aan vast zodat we hem straks kunnen uitleveren. Vau en ik gaan de contracten zoeken.' Ze wenkt me om met haar mee te gaan. Voordat ik kan vragen waar we naartoe gaan, begint ze al met rennen. Ik volg haar snel om haar niet te verliezen. Ze loopt de trap op naar het kantoor waar Lance en ik in hebben gezocht, ik wil haar vertellen dat we echt alles hebben doorgekeken, maar ik wil ook zien wat haar plan is. Ze opent de deur naar het kantoor en gaat dan midden in de kamer staan.
'Oké, Dubroc ontkende niet dat het magische contracten waren. Zijn kantoor is nog steeds de beste plek om zoiets te verstoppen. Laten we de kamer in tweeën splitsen en de zwakste spreuk gebruiken die je kent.' Ik knik, ze bedoelt de lichtgolf. 'Zodra je in contact komt met de magische contracten zal je pijn krijgen, dus dan weet je dat je goed zit. En ik hoop echt dat jij de pijn krijgt, want ik heb er genoeg van gehad vandaag.' Ik laat een verslagen zucht horen, ze verandert ook nooit. Toch laat die gedachte mijn mondhoeken opkrullen.
'Oké, ik neem dan deze kant en jij de ander?' vraag ik haar terwijl ik met mijn hand naar de linkerkant wijs. Ze knikt dan. Het is een slim idee, alleen de pijn is een minpuntje. Ik draai me een kwartslag om en houd mijn staf voor me. Saella draait haar rug naar me toe, haar bovenarm schuurt lichtjes langs de mijne en ik krijg kippenvel. Ik roep mijn mana op.
'Valo!' roepen we tegelijkertijd. Licht straalt uit mijn staf en ik draai mijn staf zodat het licht elke hoekje van de kamer bereikt. Ik ben benieuwd of we iets kunnen vinden.
Saella klapt voorover en laat haar staf vallen. Ze heeft haar armen over haar lichaam geslagen en laat een kreun horen. 'Gevonden,' piept ze door de pijn heen terwijl ze door haar knieën gaat om de pijn te verdrijven.
'Hoe voelt de pijn?' plaag ik haar een beetje. Zelf heb ik nog nooit de tegenslag van een magische contract meegemaakt, maar ik weet wel dat het ongevaarlijk is. Mijn blik valt op Saella, maar ze moet nog bijkomen van de pijn.
'Alsof de bliksem besloot in te slaan door mijn arm heen.' Haar adem is versneld en het duurt een seconde voor ze naar boven wijst. 'Het ventilatierooster, daar is het.' Ik kijk omhoog, daar zou ik zelf nooit hebben gekeken. Ik pak de bureaustoel van meneer Dubroc en zet het onder het rooster. Het leer kraakt wanneer ik erop stap met mijn bergschoenen.
Het rooster verschuift zich met een zacht duwtje. Ik tast met mijn vingers in de ventilatieschachten, mijn vingertoppen landen op het zachte papier en ik grijns.
'Saella, je bent een absoluut genie,' zeg ik voordat ik de papieren eruit trek. Met een grinnik zwaai met de stapel papieren naar haar.
'Nou dat duurde lang voordat je het doorhad,' zegt ze dan met zelfverzekerdheid, maar wanneer ik omlaag kijk naar haar, zie ik dat ze haar hand voor haar gezicht houdt, een brede glimlach breekt door bij haar. Ik zie met dikke koeienletters 'contract' staan op de eerste pagina. Ik laat de pagina's snel door mijn vingers gaan, elk papiertje is een contract ondertekent door de ouders van de kinderen.
Ik houd mijn staf erbij, als dit eenmaal vernietigd is, dan is het over. Ik moet het met sterke magie aanvallen, als het sterker is dan het contract dan zal het contract in vuur opgaan, maar als het zwakker is, zal ik een bliksemslag door mijn hele arm voelen zoals Saella dat omschreef.
'Lohikäärme tuli.' Een groot stuk van mijn mana wordt uit mijn lichaam getrokken en ik richt mijn magie op de contracten. De contracten gaan in vlammen op in mijn hand en ik laat ze vallen. Het duurt maar een seconde voordat mijn vuur ze heeft verslonden tot as. Saella kijkt er gefascineerd naar. Haar ogen zijn groot en ze heeft een onbewuste glimlach op haar gezicht.
'Kom, we moeten naar de anderen,' zeg ik dan. Ik kom van de stoel af en reik mijn hand uit naar Saella zodat ze rechtop kan staan. Ze pakt mijn hand vast en ik trek haar omhoog. We lopen samen naar beneden de fabriek in. De rest van de groep kijkt ons verwachtingsvol aan, maar ik denk dat de grijns op Saella's gezicht al wel verraadt wat de uitkomst is. Hun aandacht verplaatst naar mij voor zekerheid en ik knik alleen.
'Dat is mooi!' roept Viola blij uit. Ze houdt haar handen bij haar hart, het is goed om haar weer te zien lachen. Lance grijnst ook met voldoening. Dubroc ligt op de vloer, de pijl is uit zijn schouder, maar hij lijkt bewusteloos. Zijn wond is geheeld, maar er zit nog wel bloed op zijn kleren. Misschien is hij flauwgevallen toen de pijl eruit werd getrokken.
'Maar wacht, wat moeten we nu met de kinderen doen?' vraagt Carl dan. Ik had daar nog niet bij stilgestaan, we kunnen de kinderen nu niet alleen laten, maar we moeten wel door met de zoektocht naar Mørket. Viola en Lance vallen stil, ze hadden nog niet zo ver nagedacht. Saella schraapt haar keel en iedereen kijkt haar verwachtingsvol aan, maar ze haalt een wenkbrauw op.
'Ik heb een droge keel,' zegt ze dan. Iedereen laat een verslagen zucht. 'En een plan.' Iedereen kijkt Saella geïrriteerd aan en ze houdt haar handen omhoog. Misschien heeft de bliksemslag niet alleen haar arm geraakt, maar ook haar hoofd.
'Niet grappig? Oké, genoteerd. Maar even serieus, hier niet zo ver vandaan zit een gigantisch zomerhuis aan een plas van iemand. En die iemand is super goed bevriend met-' Ze slaat haar arm om mijn nek en wijst nog voor extra nadruk naar mijn wang. '-deze jongen. Haar naam is Sarah Reynolds.' De laatste zin verklaart haar rare gedrag. Saella probeert haar glimlach op haar gezicht te houden, maar het ziet er niet overtuigend uit, ik weet dat ze liever met een frons over Sarah praat.
Ik duw haar arm van me af. Ik herinner me nog dat Sarah me had gevraagd om naar haar zomerhuisje te komen, het is een stuk land die haar vader heeft gekregen van de koning vanwege zijn financiële steun. Haar huis zit aan een grote plas, het is een mooie plek om af te koelen. Maar zelfs als ze daar zijn, dan weet ik niet of ze ons zou helpen. Het heeft minder nadelen dan voordelen voor de Reynolds familie om deze kinderen te helpen.
'Als je er nu naartoe loopt, ben je waarschijnlijk eind van de volgende avond terug. We blijven hier dan een dag langer dan gepland.' Saella kijkt Carl bezorgd aan, hij wilde zo snel mogelijk weer doorgaan.
We overschrijden de nacht tijd die Carl ons gegeven heeft en iedereen weet dat hij dat niet leuk zal vinden. Van ons allen is Carl degene die het snelst terug wil zijn van de strijd. Hij zucht en laat zijn hand door zijn zwarte krullen gaan.
'We kunnen de kinderen niet achterlaten hier,' geeft hij toe en we knikken allemaal. We zitten gelukkig allemaal toch op één lijn. Viola laat een geruststellende zucht, ze heeft haar handen bij elkaar geslagen door de zenuwen.
'Als Lance en Vau naar Reynolds gaan, dan blijven Viola, Carl en ik hier om voor de kinderen te zorgen,' besluit Saella, ze zet haar hand tegen haar wang aan en raakt in gedachten. 'Wacht nee, Carl en Vau moeten gaan, Lance kan beter hier blijven.' Ze tuit haar lippen een beetje en knikt dan, dit is haar eindbesluit. Carl knikt, hij wenkt me om mee te gaan met hem, maar er is één ding dat aan me blijft knagen
'Wat als markies Reynolds niet wil meewerken?' vraag ik Saella. 'Er zitten nou niet echt voordelen aan het helpen van deze kinderen en je weet wat voor man hij is.' Ik weet niet of ze dat heeft doorgedacht. Misschien heeft ze er al een idee voor, maar ik zou niet weten hoe ik hem kan overhalen. Markies Reynolds zal me zeker niet helpen als gunst, ik moet hem iets kunnen aanbieden.
'Jij kan hem waarschijnlijk niet overhalen, maar Sarah wel. Wees gewoon een beetje lief tegen haar, open misschien een extra knoopje van je blouse en dan is het geregeld,' zegt Saella nonchalant terwijl ze wijst naar haar hals als voorbeeld, maar mijn gedachten zijn eventjes gestopt met werken.
'Pardon?' vraag ik haar, mijn stem slaat over en ik voel het bloed naar mijn wangen stijgen. Heeft ze nou gezegd dat ik knoopjes van mijn blouse moet openen? Ik kan Lance in de lach horen schieten achter me. Saella haalt een wenkbrauw op, alsof ik de rare van ons twee ben.
'Ja weet ik veel, gooi wat mannelijke charme in de strijd en verl-' Haar ogen verwijden wanneer ze mijn gezicht ziet, ze slaat haar hand voor haar mond. 'Wacht, je wist niet dat ze een oogje op je had?' Ik schud mijn hoofd, ik kan me eerlijk gezegd ook niet voorstellen dat Sarah me in zo'n licht ziet, we waren gewoon vrienden en niets meer. Is dit misschien een grap van Saella? Voordat ik wat kan vragen, geeft ze me al een duwtje in mijn rug.
'Houd het dan maar in je achterhoofd, ga nou maar voordat we meer tijd verspillen,' probeert ze het onderwerp te veranderen met een bibberende stem doordat ze haar lach probeert te onderdrukken. Ik open mijn mond om haar tegen te spreken, maar ik besluit om het te bewaren tot we terug zijn. De tijd tikt nog steeds en hierna heb ik genoeg tijd om een gesprek met haar te voeren.
Voor nu moeten we markies Reynolds overhalen dat hij de kinderen op gaat vangen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top