Hoofdstuk 19

'Lau, mag ik naast je komen zitten?' Ik herken de stem, maar reageer niet. Hij mag me niet zomaar steken en het ergste is, mijn zwaard en dolk zijn verdwenen. Ik hoor Jelle zuchten en zie via mijn ooghoek dat hij maar naast me komt zitten. 'Laurie, waarom ben je nou opeens zo boos o-.'

'Dat weet je best eikel! Laat me beter even met rust.' Nadat ik dit heb gezegd sta ik op en schop over mijn tekening, dat ik had getekend en loop dan weg van hem.

'Maar Lau, ik-,' probeert Jelle nog.

'Laat me en geen gemaar klootzak! Meisjesversierder! M- m- mis- lukkeling!' schreeuw ik boos tegen hem, maar voel de tranen al over mijn wangen rollen. 'Waarom zou ik jou nog willen?!,' werp ik nog naar hem toe en ren dan weg.

'Stop! Blijf hier!' hoor ik Cesar achter me roepen. Geïrriteerd zucht ik, maar stop toch maar met rennen. Cesar rent me voorbij, maar draait zich dan om en knielt voor me neer. 'Ga niet weg, Jelle wilt het goed maken. De regels die er echt toe doen zijn deze; wat een man kan doen en wat een man niet kan doen.'

Ik zucht en kijk even achter me naar Jelle, die somber naar de zee staart. Cesar is ondertussen al opgestaan. 'Ik euh, ik- ik...,' begin ik.

'Doe het voor Jelle! Doe het voor jezelf! Doe het voor jullie vriendschap!' smeekt Cesar, maar ik draai me weer om naar Jack. Ik kijk hem even recht in zijn ogen aan en denk er even iets in te zien, maar dat is ineens weer verdwenen.

'Laat me een zeker halfuurtje met rust, dan kom ik van zelf weer terug naar het strand.' Hij zucht, maar loopt dan naar het strand terug.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top