Hoofdstuk 1

Ik loop samen met Daphne door de drukke winkelstraat van Bourgsland. Ze houdt mijn hand stevig vast, terwijl ze me mee sleurt. Sinds de gebeurtenis van twee jaar geleden zijn we uit Xnardbos vertrokken, waarna we naar Bourgsland waren gegaan. Mijn zus heeft een goede vriend die hier in een kasteel woont zitten, althans dat verteld ze me de hele tijd. Zijn ouders zullen vast rijk zijn, want zij zijn de enige die hier in een kasteel wonen. Alle andere mensen in Bourgsland wonen in te kleine huisjes, die pik donker zijn. Kaarslicht is hier het enige middel om je huis mee te verlichten. Bourgsland is dus eigenlijk meer een arm land!

'Daphne, is het nog ver? Mijn voeten doen zeer, mijn benen voelen als lood en ik ben ontzettend moe.'

'Het is nog ongeveer vijf minuten, Laureline. Nog even vol houden zusje!' Ik zucht en mijn zus zet net een stapje harder, waardoor ik mee word gesleurd en haast bijna over mijn voeten struikel. Mijn grip verstrakt om de pop, zodat ik hem niet kan verliezen. De pop die ik zeven jaar geleden had gevonden heb ik nog steeds, maar het verandert naar een kopie van mij. Ik heb echt geen flauw idee wat er met de pop aan de hand is!

'Daphne, weet die vriend van jou dat we zijn kant op komen?' Daphne zucht luid en stopt met lopen, waarna ik hard tegen haar aanbots. Ik kijk haar vragend aan en ze zucht nog eens.

'Kan je alsjeblieft stoppen met vragen stellen? Anders laat ik jou hier in de menigte achter hoor!' Ze kijkt me geïrriteerd aan en ik slik. Ik weet dat ze me hier zeker achter kan laten, want ik weet van mezelf dat ik een enorme zeurpiet ben. 'Nou, krijg ik nog antwoord van je of hoe zit het?'

Ze zet haar handen in haar zijen en kijkt me boos aan. Nogmaals slik ik en zoek naar een goed antwoord. Wat is nou weer het goede antwoord, zonder dat ze dalijk uit haar vel springt?

'Sorry, het spijt me. Ik zou het niet meer doen,' Ik kijk naar beneden, zodat ik haar blik niet zie. Soms lijkt ze sprekend op mam, maar ja daarin tegen lijk ik dan weer sprekend op pap. Heel even rolt er een traan over mijn wang. Wat mis ik die tijd! Leefden ze nog maar, maar helaas kan ik de tijd niet terug draaien.

'Kom, we moeten snel voort maken. Ik wil graag voor het donker aankomen.' Ze haalt haar handen uit haar zijen en draait zich om, waarna ze voor me uitloopt. Ik rol met mijn ogen en loop vlug achter haar aan en we lopen de drukke straat uit.

Even later zie ik in de verte de omtrek van een kasteel al. Daphne heeft niet meer naar me om gekeken en langzaam lopen we dichterbij. De eerste torens van het kasteel komen inzicht en even later komt ook de poort inzicht.

'We zijn er!'

Ik kijk op, terwijl ik bezig was het uitzicht te bezichtigen. Voor me zie ik een reusachtige poort en kijk Daphne aan.

'Tja, en nu?'

'Ik zou eens aanbellen!' Ik kijk haar raar aan, alsof ze iets raars zei.

Ze stapt naar voren en pakt een ring beet, die op de deur zit. Daarna klopt ze er mee tegen de deur aan. Één, twee, drie! Ze zet weer een stap terug naar achteren. We wachten rustig af, totdat een meneer de deur opent.

'Goedendag dames, kan ik jullie ergens meehelpen?' De man kijkt ons vriendelijk aan. Mijn zus neemt het woord en stiekem gluur ik achter de man en zie een enorme hal.

'Natuurlijk is hij thuis. Wacht heel even, dan sluit ik de deur en haal hem er even bij. Een momentje, dames.' De meneer sluit de deur en geïrriteerd zucht ik. Moet ik nog langer wachten, totdat ik een bed zie.

'Daphne, hoe heet die vriend eigenlijk van je?' Ze slaat zich voor haar hoofd en schud met haar hoofd. 'Ik heb niet opgelet wat je nou zei. Mijn aandacht werd door de enorme hal aangetrokken.'

'Je hoort zijn naam dadelijk wel, Lau.' Vlug haalt ze haar hand door haar haar heen en ik grinnik. Zou hij er knap uit zien? Daphne loopt namelijk helemaal rood aan.

'Goedemiddag dames, waarmee kan ik jullie van dienst zijn?' Geschrokken kijk ik terug naar de deur en zie een jongen staan van ik schat ééentwintig jaar. Hij heeft diep donkerbruin haar met donker bruine ogen. Zijn kleren zien er netjes uit, maar dat ga ik natuurlijk niet dragen. Ik krijg er geen goed gevoel bij!

'Lau, niet staren. Dat is onbeleefd, stop daar nu direct mee!' sist Daphne tegen me.

'Nou zeg, mag ik hem niet in me opnemen?! Of te wel bekijken?'

'Nee!' sist ze direct tegen me. Ik wil wat zeggen, maar bedenk me dan dat ik haar maar niet moet tegen spreken.

'Zijn jullie klaar met ruziën?' vraagt de jongen en ik zucht, dus geef het maar op.

'Ja sorry daarvoor, Nino. Zo gaat het eenmaal met mijn zusje.' Ik wil haar boos aankijken, maar al gauw verandert mijn gezichtsuitdrukking naar vermoeidheid. 'Zouden wij misschien hier mogen komen wonen? We hebben niemand die voor ons wilt zorgen.'

'Euhm, dat kan niet zomaar dame! Jullie mogen hier wel blijven logeren voor vier dagen, als jullie willen?' Daphne kijkt hem ongelovig aan.

'Dat wil ik maar al te graag, Nino euh...'

'Nino Williamson is mijn naam. Wat zijn jullie namen eigenlijk?'

Ik zie via mijn ooghoek dat Daphne, Nino aan staart. Ugh, lekker goed voorbeeld!

'Zij hier naast me is mijn oudste zus Daphne en ik heet Laureline.' Hij knikt en zet dan een stapje opzij, zodat we naar binnen kunnen stappen. Ik wil als eerste naar binnen stappen, maar ik word abrupt aan de kant geduwd. 'Grrr, Daphne! Je bent irritant vandaag,' mompel ik, terwijl ik met een schaafwondje op mijn gezicht op de grond lig. Ze duwde me nogal hard handig weg!

'Wat heeft je zus, Laureline?' Nino helpt me overeind en ik haal mijn schouders op.

'Wist ik dat maar, maar ja jammer genoeg ben ik niet helderziend.' Hij lacht om me en slaat een arm om me heen. Ik schrik van zijn arm, maar realiseer me dat hij het uit vriendelijkheid doet. Er ontstaat een glimlach op mijn mond, maar niet lang daarna ontsnapt er een geeuw uit mijn mond.

'Misschien weet ik het wel een beetje, ze zei tegen me dat je een vriend van haar bent,' leg ik zo goed mogelijk uit. Zijn mond vormt een geluidloze o. Zachtjes grinnik ik om hem en hij begeleid ons naar de kamers. Althans dat denk ik, ik weet het niet zeker.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top