Hoofdstuk 53
Keana
Kailen blijft liggen terwijl hij praat. 'Het was een normale dag, zoals alle andere. Mijn Vleugel, Brittany, wilde me iets laten zien. We vlogen erheen, zij helemaal enthousiast. Pas toen we aankwamen begreep ik waarom en wat ze mij wilde laten zien. Drie duistere draken doken tevoorschijn. Ik vocht voor mijn leven. Ik moest Brittany beschermen, desnoods met mijn leven. En toen zag ik het. Zij vocht niet.
'Ik vocht zo hard als ik kon. Dat was wanneer Brittany mij aanviel. Achteraf kwam ik erachter dat ze een deal had gesloten met de duistere draken dat, als ze mij doodde, ze bij hun mocht toetreden als een volwaardige draak.
'Uiteindelijk wist ik een overwinning te scoren. Ik doodde een van de draken. Ik was gewond, maar al snel wist ik er nog een te doden. Met pijn in mijn hart focuste ik mijn aandacht op Brittany. We vochten lang, vooral omdat ik de laatste draak van me af moest houden. Uiteindelijk wist ik haar ook te verslaan. Ik nam haar lichaam mee, om te laten zien aan de Hoofdvleugel wat er gebeurd was. Op dat moment had ik haar gebroken zwaard al in mijn buik.
'De laatste draak achtervolgde mij. Ik moest de raarste bochten maken, met Brittany in mijn bek. Uiteindelijk crashte hij tegen me aan. Ik kreeg, door de klap, Brittany in mijn keel. Maar ik kreeg haar er niet meer uit.
'Zelfs toen ik veilig geland was en het verhaal vertelde kreeg ik Brittany niet meer uit mijn maag. Ik heb nog vaak geprobeerd haar eruit te krijgen, maar het lukte niet. Ik werd geforceerd om met haar in me te rond te lopen voor de rest van mijn leven.'
Ik kijk hem aan. Hij huilt, terwijl hij denkbeeldige haren van het skelet van Brittany opzij veegt. Als hij dat doet wordt er iets wakker in mij. Ik loop voorzichtig naar het skelet toe en leg mijn handen aan beide kanten van de schedel. Een geestig beeld verschijnt van hoe Brittany ooit was. Een glimlach op het gezicht, felrode haren die als een omlijsting om haar gezicht zitten. Maar het beeld veranderd. De blik veranderd naar een afschuwelijke woedende blik. Haar ogen lijken bijna drakenogen. De haren worden diep zwart, zodanig zo dat het lijkt alsof ze het licht opzuigen. Het kwaad is zichtbaar op haar gezicht.
Zodra het beeld veranderd is haal ik mijn handen weg. Ik struikel achteruit. 'Het spijt me zo, Kailen! Dit was niet mijn bedoeling!'
Kailen kijkt naar het skelet, en omhelst me dan. 'Bedankt, Keana. Bedankt dat je mij liet zien wat ze geworden is. Je weet niet wat het voor me betekent.'
Ik kijk naar het skelet. 'Ik weet het wel. Maar we moeten haar wel begraven. Het einde van haar leven was misschien slecht, maar ze heeft wel de Vleugels gediend, wat betekent dat ze meer goed heeft gedaan dan slecht. Die eer verdient ze nog.'
Kailen knikt. 'Dat klinkt goed. Maar nu heb ik ook weer een probleem. Haar weer zien, ook al is het haar skelet, doet me pijn. Ik voel haar verraad weer. Hoe ze mij, haar beschermer, wilde doden.'
Ik knik. 'Ik begrijp het. Maar voor nu moet Jadalco nog herstellen. Het is beter dat je nu nog bij Reilly blijft. Ik zal Reilly vragen om wat administratief werk voor me te doen de komende tijd. Als Jadalco hersteld is kan je weer terug komen naar mij toe. Ben je het daarmee eens?'
Kailen knikt teleurgesteld. Ik trek zijn kop naar me toe. 'Schaam je niet, Kailen. Ik ben niet verliefd op Jadalco, nog op jou. Sterker nog, ik ben op niemand verliefd. Ik ben solo. Dus er zal niks gebeuren zolang als jij hier bent.'
Kailen zucht. 'Ik vertrouw je, Keana. Dat je mij bent komen helpen bewijst al genoeg over jouw intenties. Misschien ben ik gewoon jaloers op Jadalco dat hij bij je mag zijn. Ik weet niet of het komt omdat je zo geweldig bent in de omgang of omdat je de Alfa bent.'
Reilly komt dan binnen door het gat in de muur. Ze ziet het skelet, en hoe Kailen erbij ligt. 'Betekent dit dat je weer beter bent, Kailen?'
Kailen wijst naar het skelet. 'Dat was de oorzaak. Keana is naar binnen gedoken en heeft het eruit gehaald zonder over haar eigen zelfbehoud na te denken.'
Reilly loopt naar het skelet toe. Ze bestudeerd het even, voor ze naar het zwaard kijkt. 'Eindelijk heb ik haar gevonden. De Duistere Vleugel. Ik dacht dat ze dood zou gaan bij de Duistere draken. Waar was ze?'
Ik wijs naar de bek van Kailen. 'Het kwam daaruit. En ik hoorde ook waarom. Maar ik moet je nu wel teleurstellen. Je zal de komende tijd bij hem moeten blijven, dus geen excursies meer. Ik ben nog bezig met Jadalco. Hij reageert goed op zijn behandeling.'
Reilly zucht. 'Prima. Ik mis Jadalco wel.'
Ik lach. 'Ik mis Kailen ook wel. Maar ik zet mijn taken voor mezelf. En Jadalco heeft mij momenteel nodig. Mij en Mahaer.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top