Hoofdstuk 43

Solari

Ik voel een schok. Die schok wordt snel opgevolgd door nog een schok en weer een paar. De schokken volgen elkaar sneller en sneller op. Ik sluit mijn ogen in de hoop dat ik de schokken uit kan blokkeren en ze daardoor minder voel. De schokken volgen elkaar nu zo snel op dat het als een enkele schok voelt. Ineens verdwijnt het schokkende gevoel. Ik open mijn ogen om een enorme kamer te zien.

De kamer is gebouwd om draken en mensen te huisvesten. Het grootste deel van de kamer is versierd met goud, wit en lichte kleuren. Ik zie twee draken. De een is een donkergroene draak, de andere een spierwitte Alfa. Verbaasd kijk ik naar de Alfa. De laatste Alfa is al minstens drie eeuwen dood. Als het niet meer is. De Alfa is bewusteloos. Ik loop voorzichtig naar de Alfa toe. 'Alfa, ben je in orde?'

De Alfa kijkt op. Ze begint langzaam bij te komen. 'Ca... Calixtus? Is... het... gelukt? Is... de... Alfa... hier?'

De groene draak knikt. 'Ja, mijn Alfa. Het is gelukt. De Alfa die u nodig heeft is hier. Ze zweeft voor u, om precies te zijn.'

Nu ben ik nieuwsgierig. De groene draak ziet de Alfa voor me als een echte Alfa en weet wat ze gedaan heeft. 'Alfa, zou ik mogen weten wat jouw naam is, en waarom je mij hebt opgeroepen?'

De witte Alfa kijkt naar mij. 'Ik ben Keana. Uw verre nakomeling, Solari. Ik heb u nodig, verre grootmoeder. Ik ben de laatste Alfa. Mijn krachten zijn nog zwak en mijn wilskracht aan het verdwijnen. Ik moet een oorlog vechten die ik niet kan winnen. Niet zoals ik nu ben.'

Ik bestudeer de Alfa. Ze heeft zoveel potentie. Zoveel krachten te ontdekken. Maar ze claimt dat ze mijn verre nakomeling is. En dat is onmogelijk. Een van mijn dochters was al jaren dood voor ik eraan ging en de rest volgde me ook snel. Maar er zijn twijfels genoeg om de volgende vraag te stellen. 'Zou ik jouw Alfalijnen mogen zien? Degene die jouw afkomst vertellen? En waar ben jij de Alfa van?'

Keana staat met moeite op. Dan opent ze haar vleugels. Ik zou mijn adem inhouden, als ik nog zou ademen. Op haar vleugels staan de tekeningen van acht hoge Alfa's. Acht van de sterkste Alfa's die ooit geleefd hebben. Ik open mijn geestige vleugels en vergelijk de tekeningen van haar met die van mij. Ze komen overeen. Ze is echt mijn kleindochter. Dan spreekt ze me aan. 'Ik ben de Alfa van de Seizoenen. Ik was eerst een mens. Later werd ik hier gebracht omdat ik was uitgekozen om een Vleugel te worden. Toen kwam mijn Alfa afkomst naar voren. Nu ben ik zoals ik ben. De Hoofdvleugel en de laatste Alfa in een.'

Ik knik. Nu ik weet dat ze mijn kleindochter is wil ik haar wel helpen. Ze lijkt zo... onzeker over haarzelf en haar krachten. Maar toch stralen haar ogen een ervaring uit die ik niet kan plaatsen. Ze kan nooit ouder zijn dan twintig maar lijkt de dubbele ervaring te hebben. Ik kijk naar de groene draak. 'Kan je mij alleen laten met mijn nakomeling? Ik wil haar wat persoonlijke vragen stellen.'

De groene draak blijft staan. Daarom kijk ik vragend naar Keana. Die sluit haar ogen. 'Calixtus, zou je iets van eten kunnen regelen bij Jadalco of Kailen? Het liefst vers.'

De groene draak buigt en loopt weg. Daardoor blijf ik achter met Keana. Ik kijk haar aan. 'De eerste vraag die ik heb: hoe oud ben je?'

Keana opent een oog. 'Het is dat ik die vraag al verwacht had. Ik denk dat het achttien jaar en twee maanden is, maar ik ben de tijd een beetje kwijt.'

Dan bedenk ik me de volgende vraag. 'Als ik je zou helpen, zou ik wel jouw huidige vaardigheden moeten weten. Dus, wat kan je naast dode Alfa's oproepen?'

Keana lijkt onzeker. 'Ik weet niet wat ik precies kan. Ik heb al eens bliksem gebruikt, ik kan vuur spugen, als ik boos ben slaat het weer om naar donderstormen en als ik in een gevecht kom dan maak ik de draken om me heen zekerder en forceer ik angst op mijn vijanden.'

Ik ben onder de indruk. Keana heeft veel geleerd zonder de hulp van een ervaren Alfa. In mijn tijd was er altijd een Alfa in de buurt van een jonkie, om het jonkie de krachten te leren. Maar ik had nooit verwacht dat er een jonge Alfa zou komen die zoveel zou leren zonder enige hulp. 'Keana, mag ik vragen hoe je dit geleerd hebt?'

Keana kijkt op. 'Eigenlijk van zoveel plekken. Ik heb dat zekerheid/angst gedoe uit mezelf geleerd. Dat donderstorm probleem is iets waar ik geen controle over heb. Vuur spugen leerde ik per ongeluk, vlak voor een gevecht. En bliksem heb ik eigenlijk van een boek van de laatste Alfa. Daarin staat hoe ik bepaalde krachten moet gebruiken. Maar het lukt me niet met dat boek.'

Ik voel me eigenlijk wel verdrietig om Keana. Zoveel mogelijkheden, maar ze kan niets. Ze heeft de kans niet om haar krachten te leren. Ik voel me nu verplicht om haar te helpen. Ik kan mijn verre kleindochter niet er alleen voor laten staan. 'Vooruit, Keana. Ik help je. Rust nu maar uit. Ik zal je morgen wel opzoeken voor de eerste les.'



Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top