Hoofdstuk 42


Keana

Het idee van Calixtus was om energie te stelen van dieren in de omgeving. Ik had daar nooit aan gedacht. Maar het werkt wel. Nu ik de energie heb pakt Calixtus het boek waar de spreuk in staat. Hij legt het op de tafel en gaat er bij liggen. 'Er is een klein probleem hiermee. Ik heb geprobeerd de spreuk door te lezen, maar ik kom er niet doorheen. Alleen een Alfa kan de spreuk lezen. Eigenlijk kan alleen een Alfa dit boek lezen.'

Ik kijk naar het boek. Calixtus ziet dat ik het aan het lezen ben. Het Draseril is nog niet makkelijk voor mij, maar het lukt me wel. Ik zie een waarschuwing staan. 'Calixtus, wat is dit?'

Calixtus komt kijken. Hij leest het door. 'Bedoel je die waarschuwing? Die vertelt dat sommige spreuken, als je ze niet in een keer goed doet, je kunnen doden? Wat is daarmee?'

Ik kijk hem aan met gespleten ogen. 'Ben je vergeten me iets te vertellen? Dat deze spreuk me misschien kan doden, of zo?'

Calixtus wuift met zijn klauw door de lucht. 'Dat is toch geen probleem? Ik bedoel maar. We gaan vroeg of laat toch dood. En dat wordt erg vroeg als u niet leert om gebruik te maken van de krachten die uw geboorterecht zijn. U moet uw krachten leren. En ik zal niet lang meer kennis hebben die van belang is. Er is geen andere mogelijkheid.'

Ik laat mijn kop zakken. Ik weet dat hij gelijk heeft. Calixtus wijst naar het boek. 'Ik raad u aan om eerst de spreuk door te lezen. Het kan anders een gevaar zijn voor uw leven, zoals de waarschuwing vertelt. De spreuk zelf zou in elke taal moeten werken.'

Ik lees het door. Gelukkig is er een register dat ik kan gebruiken om de spreuk te vinden. Het wordt "Het Oproepen Van De Doden" genoemd. Ik bekijk de spreuk. Het is niet bepaald een makkelijke spreuk en er staat bij dat ik de naam moet weten van degene die ik terug wil brengen. Ik wijs Calixtus erop. 'Ik weet niet of je dat gelezen hebt, maar je hebt een naam nodig. En zover als ik kan bedenken ken ik geen namen.'

Calixtus schud zijn kop. 'Ik probeerde het te vertellen: ik kan niet dat boek lezen. Er zitten bepaalde sleutelwoorden in die mijn geheugen wissen. Elke keer als ik in de buurt kom van het einde vergeet ik waar ik mee bezig ben en verdwijnt de spreuk uit mijn geheugen alsof het er nooit was in de eerste plaats. Ik kan er niks mee. U bent de laatste die het kan. De laatste die de spreuken in dit boek kan gebruiken.'

Ik zucht. Dit is zo jammer. Ik bedenk me wel dat ik het boek met de Alfa bloedlijnen nog in mijn boekenkast heb staan. Ik pak het erbij. Ik blader erdoor om te zien welke Alfa ik nodig heb. Helaas staan er geen vaardigheden bij de Alfa's. Daarom probeer ik iets anders. Ik kijk naar een van mijn patronen en zoek de voorouder die erbij hoort op. De naam die erbij hoort is Solari. Solari is volgens de beschrijving een van de sterkste vrouwelijke Alfa's die ooit geleefd heeft. Een perfect begin. Calixtus kijkt verbaasd naar het boek dat ik voor me heb liggen. 'Wat wil je daarmee doen?'

Ik wijs naar de openliggende pagina. 'Ik heb een naam nodig voor de spreuk. Ik moet aangeven wie ik op wil roepen. Ik heb gekozen voor een voorouder van mij. Solari.'

Calixtus knikt en stapt achteruit om mij mijn werk te laten doen. Ik lees de spreuk verder door. Dan ben ik klaar om te beginnen. Ik zucht en wil beginnen. Calixtus pakt mijn klauw beet. 'Wacht even, mijn Alfa. De magie die u nu gaat gebruiken is gevaarlijk. Zorg ervoor dat u de magie begrijpt en begrijpt wat welke effecten heeft. Dan kunt u de spreuk aanpassen naar uw bedoelingen.'

Ik lees nog een paar keer de spreuk door. Ik zie niks wat ik aan wil passen. Ik sta nu te popelen om te beginnen. Ik kan eindelijk een Alfa ontmoeten. En niet zo maar een, maar een voorouder van mij. Calixtus knikt. 'Begin er maar mee. U heeft gedaan wat u kon doen als voorbereiding voor de spreuk. Ik denk dat u klaar bent om in contact te komen met de Alfa's van weleer. Ik hoop dat ze zo goed zijn als we beiden hopen.'

Ik zucht verlangend. Ik kan gewoon niet wachten om met mijn voorouder in contact te komen. Maar ik ben ook bang dat er iets verkeerd gaat. Wat als ik de spreuk verziek? Dan ontmoet ik ze, maar wel in het rijk der doden. En dan hebben de draken van het kwaad gewonnen. Dat kan ik niet laten gebeuren. De enige manier die ik kan bedenken is door het niet te verpesten. Grondig werken en me niet verspreken. Ik sluit mijn ogen even. Als ik ze weer open begin ik met de spreuk.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top