Hoofdstuk 41
Keana
We doen rustig aan terwijl Jadalco aan het herstellen is. Ik zorg ervoor dat ik dagelijks tijd vrijmaak om met hem te praten. Met behulp van Mahaer en Calixtus herstelt Jadalco enorm. Jadalco herstelt vooral door de gesprekken met Mahaer. Na een tijdje vraag ik aan Mahaer waarom dat zo is. Ze gaat er lekker bij liggen. 'Ik heb toch ooit mijn Vleugel verloren?'
Ik knik. Ik herinner me wel dat ik dat verhaal gehoord heb van Reilly. Mahaer gaat door. 'De pijn die ik toen voelde is een beetje vergelijkbaar met zijn pijn. Hij is degene waar hij zijn leven mee deelde voor goed kwijt. Ik kan misschien even met hem praten erover. Hem helpen met de pijn verwerken.'
Ik denk er even over na. Ze bied me een geweldige kans aan. Een kans om zelf te ontspannen. En dat pak ik graag aan. 'Mahaer, doe jij dat, want ik heb even tijd voor mezelf nodig.'
Ik spring de lucht in, waar ik mijn vleugels open klap. Ik vlieg snel naar boven, waar ik op de stromen zweef. Ik geniet van het vliegen. Eindelijk heb ik rust. Wat heb ik dit nodig, zeg. Alles wat er de laatste tijd is gebeurt heeft me gespannen als een veer gemaakt. Na een tijdje vliegen komt een donkere draak naar me toe vliegen. Hij brult uitdagend. Ik ontbloot mijn tanden. 'Kom maar op, kleintje.'
De draak vliegt snel naar me toe met ontblootte klauwen. Ik ontwijk de aanval en spuw een vlam naar de draak toe. De draak ontwijkt mijn vlam en valt weer aan. Ik gebruik mijn klauwen om me aan zijn rug te klemmen. Ik neem zijn nek in mijn bek. Maar voor ik door kan drukken geeft hij me een knal met zijn kop. 'Probeer maar wat anders, alfaatje. Ik ben beter dan dat.'
Ik grom naar hem. Dan klap ik verwoed met mijn vleugels om boven hem te komen. Steeds sneller stijg ik boven hem. Ineens voel ik mijn krachten weer boven komen. Enkele bliksemschichten lopen over me heen. Ik open mijn bek, waar een bol van die bliksem vormt. Ik schiet de vol naar de draak. de draak wordt vol geraakt en verstijft. Hij stort snel neer. Ik land bij het lijk van de draak. 'Ik ben beter dan jou. Veel plezier in de onderwereld.'
Daarmee stijg ik op en vlieg ik weg. Ik ga terug naar huis. Daar ga ik direct door naar mijn kamer en val ik in slaap.
Ik wordt wakker gemaakt door Calixtus. Hij is niet erg blij dat ik overdag gewoon in slaap ben gevallen. Dat laat hij ook merken. 'Wat doe je nu? Waarom slaap je overdag? Je weet dat je dan vervolgens slapeloze nachten gaat krijgen.'
Ik grom naar hem. 'Jij bent niet degene die zojuist voor haar leven heeft moeten vechten en krachten heeft gebruikt die ze nog nooit heeft gebruikt. Ik ben doodmoe. Laat me slapen!'
Calixtus tilt teder mijn kop op. 'Vertel me maar wat er is gebeurd. Wat is er voorgevallen?'
Ik sluit mijn ogen. 'Ik had even een pauze genomen, om tot rust te komen. Ik vloog omhoog, en ineens komt de draak op me afgevlogen, uitdagend brullend. Ik nam de uitdaging aan. De draak wist een van mijn normale aanvallen te blokkeren. Vervolgens gebruikte ik de bliksem om hem te doden. Ik wist niet dat ik het kon. Ineens kwam de bliksem en had ik geen keuze meer. ik gebruikte de draak en doodde hem in een klap. Het ergste is nog wel dat ik blij was nadat ik hem had gedood. Zo ben ik niet. Maar nu was ik blij. Waarom was ik blij?'
Calixtus komt naast me liggen. 'Maar Alfa, dat is normaal! In oorlog is het normaal dat we de vijanden haten. Ik haat mijn vijanden ook, zodat het makkelijker is voor me om zonder nachtmerries te krijgen achteraf. Dat is ook beter. Wees blij. Nu krijg je van hem geen nachtmerries.'
Ik zucht. 'Ik ben blij dat ik geen nachtmerries krijg hiervan, maar niet om deze reden. Ik ben geen hatend persoon, maar nu haat ik iemand. Wat is er mis met me?'
Calixtus gaat naast me liggen. 'Maar Alfa, dat is uw recht. U bent nu een draak en mag anderen haten. Sterker nog, dat zit in uw bloed nu. Draken haten hun vijanden bijna automatisch. Dat is zodat we ons beter kunnen verdedigen tegen vijanden.'
Ik knik. Ik ben nog steeds geschokt, maar voel me nu iets beter, wetende dat het uit mijn natuur komt. Ik voel me nog steeds rot omdat ik plezier haal uit het vechten, maar ik weet tenminste dat het een drakeneigenschap is. En ik ben een volbloed draak. Calixtus zucht. 'We hebben nu zoveel afleiding gehad de laatste tijd. Denk je dat je klaar bent om de oude Alfa's te bereiken?'
Ik knik. 'Als ik nog even mijn energie kan terug krijgen denk ik dat ik wel wat magie kan gebruiken vandaag. Heb je nog een idee om energie te krijgen?'
Calixtus lacht duivels. 'Kom maar mee, mijn Alfa. Dit gaat u geweldig vinden.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top