Hoofdstuk 37
Keana
De volgende ochtend is het zover: de dag waar ik tegen op heb gekeken. De dag van de winterkering. Samen met de Vleugels ga ik naar het grottenstelsel onder het kasteel. Daar is een kamer met een enorm kristal. Het kristal van de Hoofdvleugel. Het kristal is, in tegenstelling tot de rest van de zwarte kamer, gevuld met licht. In het kristal zweven groen, wit en een aantal andere kleuren rond. Zoals Reilly had uitgelegd ga ik ervoor staan. Een voor een komen de Vleugels naar voren, en raak ik tegelijkertijd het kristal en de Vleugel in kwestie. Terwijl ik dat doe worden de krachten van de Herfst terug in het kristal gestopt, en krijgt de vleugel de krachten van de Winter. Sommige beginnen meteen met sneeuwvlokjes maken, tot ik ze terecht stel. Als de laatste Vleugel is geweest pak ik het kristal met twee handen beet. In tegenstelling tot wat ik verwacht had krijg ik niet alleen de resterende Winterkrachten, maar ook die van de Lente, Zomer en Herfst. Het kost veel moeite om niet een black-out te krijgen. Een paar Vleugels zien dit en rennen op me af. Tot ik mijn hand opsteek. Doordat alle krachten uit het kristal verdwenen zijn sterft het licht in het kristal. Meerdere Vleugels kijken nerveus rond. Ik laat mijn Alfalijnen oplichten in hun royaal paarse kleur. Dan loop ik de kamer uit. De Vleugels volgen mij terug naar de hoofdzaal, waar de draken wachten. Een aantal draken begroeten hun Vleugels vol enthousiasme. Links en rechts hoor ik zinnen zoals: 'Je ziet er goed uit in het wit!' en 'Je ziet er uit als een koningin!'
Zelf wordt ik begroet door Kailen en Mahaer. Mahaer vraagt hoe het is gegaan. Ik reageer met: 'Het ging redelijk. Tot ik zelf de krachten van de winter wilde opnemen. Het hele kristal is in me geleegd.'
Een nog herfstbruine Reilly komt naar me toe. 'Ehm, ik heb me verslapen...'
Ik leg een hand op haar schouder en focus me. Toch lukt het niet. Reilly vraagt wat ik probeer. Kailen vertelt wat er is gebeurd met het kristal. Verontwaardigd kijkt Reilly me aan. 'De grootste schat van de draken! Verwoest!'
Ik haal mijn schouders op. 'Ik kan er niet bepaald wat aan doen, of wel?'
Reilly geeft toe. 'Je hebt precies gedaan wat ik je had verteld. Blijkbaar kan je gewoon meer krachten aan dan je bezit, en heeft het kristal de tijd gespeurd om zijn krachten in een draagster over te brengen. Nu is het des te belangrijker dat je niet sterft, want als de Seizoenen losbreken wordt het chaos.'
Calixtus komt de zaal binnen. Er zijn nog Vleugels en draken die boze blikken naar Calixtus sturen als hij langskomt, maar over het algemeen wordt hij nu geaccepteerd. En daar ben ik blij mee. Er is weinig wat Calixtus nog kan doen om zijn intenties te laten blijken. Mahaer groet Calixtus met haar kop over die van hem. Sommige draken kijken verbaasd naar het koppel. Dan kijkt Calixtus naar mij. 'Zo, het lijkt erop alsof u nog in orde bent. Hoe is uw eerste krachtverdeling gegaan?'
Ik vertel het verhaal. Calixtus denkt erover na, voordat hij antwoord. 'Ik denk dat we zo snel mogelijk met een van de Alfa's moeten praten. U moet erachter komen hoe u uw macht moet bundelen.'
Ik knik stil. Mahaer lacht daarom. 'Toch niet zo zeker als jij je voordoet, of wel, Alfa?'
Ik schud mijn hoofd. 'Nee. Ik ben nooit erg zeker geweest. Ik werd er ook voor gepest. Nu ben ik de Hoofdvleugel en de Alfa, maar heb nog steeds het zelfvertrouwen niet. Dat is mijn grootste probleem. Dat is het altijd al geweest, en zal het altijd blijven. Ik ben bang dat er geen verandering in zal komen.'
Calixtus buigt zijn nek voor me. 'Angst hoort niet bij een Alfa. Een Alfa is sterker dan ieder ander. Jouw vijanden horen bang te zijn voor je. Maar goed, ik heb wat onderzoek nodig. Kunt u me vertellen waar de bibliotheek is?'
Mahaer, Kailen en ik kijken elkaar aan. 'Er is geen bibliotheek groot genoeg voor een draak hier. Er is alleen de Vleugelbibliotheek.'
Calixtus schudt zijn kop. 'Nee. Er is een tweede bibliotheek. Ondergronds is er een grottenstelsel, en aan het einde zit een bibliotheek. De drakenbibliotheek. Daar, in een van de boeken, heeft een vriend van me de grafinscripties van mijn vaders graf genoteerd. En tussen de grafinscripties staat hoe iemand een Alfadraak kan oproepen. We moeten alleen naar de bieb.'
Ik knik. 'Als jij weet waar die bieb is, dan volg ik je. Als die bieb echt bestaat is het belangrijk, en dan moet de Hoofdvleugel erbij zijn.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top