Keana

Het is de dag voor de Winterkering. Voor de zoveelste keer in een maand tijd wordt ik op de hoogte gebracht van iets of iemand die aan komt. Maar deze keer is het iets anders. Een schip komt aanvaren. De enorme houten boot vaart rustig de haven binnen. Als ik dat zie vlieg ik als een gek naar de haven waar de boot naartoe vaart. De boot komt tot stilstand. Tegen de tijd dat de sloep die de boot heeft neergelaten de kust waar ik sta bereikt heeft zijn Jadalco, Mahaer, Calixtus, Kailen en Reilly er ook. De mannen aan boord de sloep stappen uit, met een van de raadsleden als eerste. 'Zo, Reilly. Waarom is die witte draak daar een paar maanden geleden naar onze stad gegaan en heeft ze haarzelf voorgedaan als Hoofdvleugel?'

Bijna bijt ik het raadslid in tweeën. Mahaer houdt me net op tijd tegen. Reilly wijst naar me. 'Zij is de Hoofdvleugel. Ik ben hier alleen omdat ze nog maar net volwassen is en niet begrijpt wat ze allemaal moet doen als Hoofdvleugel.'

Het raadslid kijkt wantrouwend naar me. 'En wie zegt dat ze jou niet bedreigt om dat te zeggen?'

Nu reageer ik. 'En wie zegt dat ik je niet nu langzaam ga roosteren omdat je mij voor de zoveelste keer beledigd? Ik heb je nog gewaarschuwd: Waag het niet om mij nog een keer te beledigen. Nu kom je naar mijn huis en beledig je mij. Je weet dat ik je dan naar mijn eigen wetten kan veroordelen.'

De man stapt angstig naar achteren. Reilly draait haarzelf verbaasd naar mij. 'Wacht. Je hebt hem al gewaarschuwd omdat hij zich zo naar je gedraagt? Sinds wanneer gedraagt de raad zich zo naar de draken?'

Het raadslid kijkt weg. 'Waarschijnlijk sinds jullie de mensen niet meer beschermen tegen de Duistere draken.'

Reilly wast dit varkentje voor me. 'Zijn jullie zo dom? Wij zijn meer dan alleen beschermers. Wij moeten elk jaar de Seizoenen ontketenen. We moeten bijna dagelijks vechten tegen de Duistere draken. Moeten we dan onze verdediging aan jullie afstaan omdat jullie te dom zijn om je te verdedigen? Omdat jullie al tien jaar lang de drakenwacht onder bemannen? Dacht het niet. Wij leven veel langer dan jullie. Keana zal zelfs langer leven dan de draken.'

Het raadslid wordt nog bozer. 'We hadden afgesproken dat we alleen maar Vleugels als Hoofdvleugel zouden nemen. Niet draken!'

Ik grijp hem bij de keel. 'Ik ben een Vleugel. Ik ben een Vleugel die toevallig een Alfa is geworden. De volgende keer laat ik jou mijn Vleugelkrachten voelen.'

Zodra ik het raadslid laat vallen hapt hij voor adem. Als hij weer bij adem is blijft hij op zijn knieën. 'Ik ben hier niet naartoe gekomen om je te beledigen. De andere raadsleden vonden mijn optreden verkeerd en wilde dat ik mijn excuses aan kwam bieden, en namens de stad Olaresa een zoenoffer aanbieden. Het ruim van het schip liggen acht tonnen bier en acht vaten wijn. Namens de stad bied ik ze aan als betaling voor mijn daden.'

Ergens vertrouw ik de man niet. Hij geeft iets te snel in, en hij heeft me nog geen minuut geleden beledigd. Gelukkig zijn de eerste draken al hier. 'Kailen. Regel even dat een paar van de bezoekende draken die tonnen en vaten ophalen.'

Kailen vliegt weg. Reilly loopt weg met het raadslid. Daardoor blijven Calixtus, Jadalco, Mahaer en ik achter. Jadalco stelt dan de vraag. 'Waarom ben je zo boos op hem?'

Ik vertel hem wat er is gebeurt tijdens ons tripje naar Olaresa. Jadalco knikt. 'Je hebt weerskrachten gebruikt. Niet slecht. Blijkt dat je titel van Alfa van de Seizoenen een dubbele betekenis heeft. Je bent nu een echte Alfa aan het worden. De trots van de draken. Ik ben blij dat je een van ons bent. We moeten alleen ervoor zorgen dat je jouw krachten leert kennen voor dat je het nodig hebt.'

Calixtus schudt zijn kop. 'Er is niemand die de echte Alfa's heeft gekend. Maar we hebben geluk: mijn vader heeft ooit met een echte Alfa gewerkt en mij de verhalen erover verteld. Ik heb een idee welke krachten we kunnen verwachten. Misschien dat ik zelfs aan de hand van mijn vaders grafinscripties ons in contact kan brengen met een van de laatste Alfa's. Dat is tenminste mijn plan.'

Mahaer is erg terughoudend. 'Je weet dat dit soort dingen verboden zijn omdat ze tot krankzinnigheid kunnen leiden, of niet Calixtus?'

Calixtus lacht. 'Daarom wil ik Keana het laten doen. Haar macht kan die krankzinnigheid overheersen en ze kan dit dus veilig doen.'