Hoofdstuk 32
Keana
Na een tijdje vliegen verschijnt Olaresa aan de horizon. De stad is enorm. Omdat ik in een klein dorp ben opgegroeid ben ik niet veel gewend, maar de stad is verbazingwekkend groot. Er zouden volgens de boeken die ik erover heb gelezen bijna honderd duizend mensen in moeten leven. En de stad stinkt. Enorm. De geur is al merkbaar nog voor de stad in zicht is. Uit meerdere schoorstenen in de stad komen dikke zwarte rookwolken. Het is dat we erheen moeten, want anders zou ik rechtsomkeert gaan. We zetten met opgetrokken koppen door. In de stad landen we voor het grootste gebouw, namelijk een paleis. Het grootste deel van de bevolking staat er al. Op een verhoging staan vijf mensen in rijkelijk versierde kledingstukken. Twee vrouwen en drie mannen. Een van de mannen stapt naar voren. 'Waar is de Hoofdvleugel? Ik werd bericht dat ze erbij zou zijn.'
Oh, wat zou ik graag die man iets aan doen. Maar ik heb hem nodig. Voor nu. Ik laat mijn Alfa vorm zich terug trekken. De man slaakt een verbaasde kreet. Meerdere mensen in de menigte kijken verbaasd naar me. Maar ik reageer alleen op de man. 'Je kijkt naar haar. De naam is Keana. Alfa van de Vleugels.'
De man neemt een stap terug. Nu stapt een van de vrouwen naar voren. 'Wat is het, dat u ons toe wilde spreken, Hoofdvleugel?'
In plaats van naar haar persoonlijk te spreken richt ik me naar de verzamelde bevolking. 'Dames en heren. Zoals veel van jullie weten zijn er de afgelopen tijd een aantal aanvallen geweest op de eilanden van de Vleugels. Er zijn enkele Vleugels en draken gesneuveld. Maar, bij een van de aanvallen is er een draak afgekeerd van de Duisteren draken. Sinds die tijd hebben we hem getest en beoordeeld. Het blijkt dat zijn redenen en hart puur zijn. De draak waar ik het over heb staat voor jullie. Calixtus.'
De verzameling mensen schreeuwt het uit. Bijna iedereen is verontwaardigd. Een van de trucjes die ik had gelezen komt weer terug. Mijn Alfalijnen lichten fel blauw op en mijn stem wordt verheven. 'Stilte!'
Iedereen wordt ineens stil. Mijn stemverheffing verdwijnt, maar de blauwe lijnen blijven licht geven. 'Ik heb hem beoordeeld. Hij is niet meer de moordenaar die hij was. Willen jullie bewijs hebben? Die paarse draak is Mahaer Sena. Zij was een aantal jaar geleden haar Vleugel aan Calixtus en zijn draken verloren. Mahaer is nu zodanig verliefd op Calixtus, en andersom, dat ze nu elkaar als mate hebben genomen. Ze hebben de geloften al gedaan. En voor de rest: ik heb de geest van Calixtus al geïnspecteerd. Hij sprak de waarheid. Hij was de rechterhand van Fiador, de leider van de Duistere draken. Fiador had Calixtus van zijn zijde gestuurd nadat Calixtus gefaald had.
'Calixtus besloot dat mijn genade zijn beste kans was. Na een aantal tests heeft hij geholpen om de Vleugels te beschermen, en daarmee een plek bij de Seizoenen veroverd. Hij is niet langer een Duistere draak. Hij is de Draak van de Zomernachten. Wie nu iets tegen hem doet, zal gestraft worden. Ook wil ik vermelden dat in de komende tijd, mocht hij dit willen, hij iemand als een Vleugel mag kiezen.'
De menigte wordt stil. Een van de raadsleden stapt naar voren. 'En waarom zouden wij je vertrouwen? Waarom zouden we moeten geloven dat jij, een draak, de Hoofdvleugel bent?'
Oh, op dat moment zou ik die hele raad zo graag willen roosteren. Mahaer denkt precies hetzelfde. Ook Calixtus ziet er uit alsof hij zijn geduld gaat verliezen. Met het verliezen van mijn geduld ontstaan enorme donderwolken boven de stad. Kailen rent naar me toe. 'Keana! Doe dit niet! Er zullen mensen sterven!'
Ik draai me naar hem. 'Waarom zou ik? Ze hebben waarschijnlijk de dag dat de herfst begon gehoord dat ik een Vleugel ben geworden. En alsnog betwijfelen ze mij. Ze verdienen het niet. Zij willen de donder, dan krijgen zij de donder. Maar dan moeten ze niet boos zijn om de bliksem die erbij komt.'
De raadsleden kijken angstig naar de lucht. Degene die aan mij twijfelde rent nu naar me toe. 'Heb genade! Heb genade! Het spijt me dat ik aan je twijfelde!'
Mahaer en Calixtus kijken tevreden naar het raadslid. Ik glimlach. De wolken trekken weer weg. Dan richt ik me naar het raadslid. 'Jij hebt geen idee welke krachten door me heen vloeien. Ik heb krachten voorbij de Vleugels en de draken. Ik ben een Alfa en een Vleugel. De Duistere draken staan geen kans als ik me met het gevecht bemoei. De volgende keer dat jij aan mij twijfelt zal je voelen waarom. Die donder was nog maar een begin van wat ik je zal laten voelen. Als ik dan klaar met je bent zal je nooit meer het lef hebben te twijfelen. Als je het overleefd.'
Daarmee verander ik terug naar mijn Alfavorm en stijg ik op. De rest volgt me.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top