Calixtus

'Kom op, het eten wacht. We moeten het alleen nog vangen!'

Het optimisme van de witte draak is licht irriterend, maar ik moet ermee leven. De witte draak vertelt me hoe ik moet jagen. Ooit heb ik wel gejaagd, maar sinds ik onder Fiador viel werd het voor me gedaan. Nu moet ik het opnieuw leren. Of het een hopeloze zaak is weet ik niet, maar de witte draak heeft er in ieder geval zin in. Hij zweeft statig over de groene bossen heen. In mijn ooghoeken spot ik een hert. Ik wijs de witte draak erop. Zijn reactie verbaasd me. 'Nee. Geen herten in de herfst.'

Hij legt het verder uit. 'De herten zijn in de herfst en winter vaak in grote groepen, vanwege de jongen die in de lente geboren worden. Keana heeft uitdrukkelijk gezegd dat we daarom geen herten na midden oktober mogen eten. Dit is vooral zodat niet alle herten uitsterven op dit eiland. Aan de andere kant zijn de zwijnen in de herfst zeer lekker.'

'Zwijnen?'

Hij wijst met zijn staart naar een groot en stevig gebouwd beest. 'Dat is een zwijn. Ze zijn groot en sappig. Een zwijn smaakt het beste in de herfst en winter. Weet je nog hoe je een prooi het beste kan doden?'

Daarop duik ik naar het zwijn en sla ik het knock-out met een klap van mijn staart. De witte draak landt naast me. 'Jij hebt het gedood, dus jij mag als eerste eten. Geniet ervan.'

Nadat ik mijn buik vol heb gegeten gaat de witte draak eten. Als hij klaar is vraag ik hem naar zijn naam en zijn bond met Keana. 'Ik ben Kailen. Ik ben de draak van Keana. Ze heeft me alleen niet nodig.'

Keana

Kailen komt tevreden terug. 'Die Calixtus is zo gek nog niet. Hij begint zelfs sociaal te worden!'

Mahaer komt dan ook binnen. 'Jij bent ook zo gek nog niet, dat je hem een kans geeft.'

Ze ploft neer in een van de kuilen. Ondertussen pak ik een paar boeken en zet ik ze in een provisorische boekenkast. Ik heb al een paar boeken gekopieerd, in de hoop dat ik zo minder vaak naar de bibliotheek toe hoef. Mahaer vindt mijn obsessie voor boeken maar niks. Ze vindt dat ik gewoon buiten mijn krachten moet trainen. Misschien dat ik dan ook nieuwe krachten ontdek en mijn oude krachten beter onder controle krijg. Ik bekijk liever de mogelijkheden, zodat ik niet mezelf en iedereen om me heen dood als ik een nieuwe kracht ontdek en er verrast door wordt. Jadalco komt nu ook binnen. 'Misschien heb ik een test voor Calixtus. Een test waarmee zijn ware alliantie wordt getest. Een gevecht. En dat gevecht komt nu onze kant op.'

Dat wilde ik juist niet horen. 'Je weet dat het ongelofelijk wreed is om iemand te laten vechten tegen zijn voormalige bondgenoten?'

'Keana: ooit moet hij dat gevecht aangaan. Hij kan niet eeuwig in dit kasteel verblijven. We hebben alle draken nodig om tegen de Duistere draken te kunnen vechten. Hem dus ook.'

Ik wordt er niet blij van. In mijn hoofd maak ik een afweging. 'Mahaer, vindt je het erg als jouw test te vervallen komt?'

'Hoe bedoel je?'

Ik schud mijn hoofd. Natuurlijk vergeet ik dat de combinatie van haren en vinnen irritatie veroorzaakt, maar nu maakt dat niks uit. 'Dan is dit de laatste test. Ik wil het aan jou overlaten.'

Calixtus

Een vleugel met witte schubben komt binnen zetten. Haar binnenkomst laat nog net niet de deuren uit hun scharnieren springen. Ik vraag verbaasd wie ze is. Ze laat als antwoord haar vleugels gedeeltelijk open gaan. Het is Keana. 'Calixtus, we hebben een klein probleempje. Tot nu toe ben je voor de tests geslaagd. We hadden er nog twee ingepland. We waren van plan je de komende dagen de twee tests voor te schotelen. Nu weten we toevallig dat er een aanval komende is. Daarom wil ik je het volgende voorstellen: jij helpt mee met het verdedigen van deze eilanden en in ruil daarvoor vervallen de tests die wij hebben ingepland. Dan zorg ik ervoor dat jouw naam opgeschoond wordt. Wat vind je daarvan?'