Hoofdstuk 25



Calixtus

Fiador is woedend. 'Wat? Je hebt de aanval afgebroken? Wat is er mis met je?'

'Het spijt me, Fiador. Een witte draak zo helder als de zon kwam opdagen. Ze had minstens de helft van de Seizoenen met zich mee. We konden nooit winnen!'

'Een witte draak. Dat is een illusie. Er zijn geen witte draken meer.'

'Fiador, je kan dat niet weten. Ik heb het zelf gezien. Een witte draak, met felrode strepen. Achter haar aan vloog een andere witte draak, zonder strepen.'

Fiador wordt daar nog bozer van. 'Je heb een Alfa gezien en die niet gedood? Wat voor een draak ben je? Ik zal je laten executeren hiervoor!'

Dat is wat ik wilde horen. Ik storm de kamer uit door het raam en vlieg ervan door, zo snel als mijn vleugels me kunnen dragen. Waar ik heen moet weet ik niet. Doordat ik Fiador al lang heb gevolgd ben ik ongewild in het grootste deel van de wereld. De Seizoenen beschermen het grootste deel van Sestana, en ik ben waarschijnlijk de nummer een gezochte draak door mijn acties. Achteraf heb ik enorm veel spijt van mijn keuze om Fiador te volgen. Maar ja, wat kan ik daar aan doen? Fiador's vader, Arlan, vroeg mij om een schuld van mijn vader in te lossen, en Fiador te beschermen. Toen Fiador duister werd heb ik hem alsnog beschermd. Zelfs nadat Arlan stierf heb ik Fiador beschermd en geholpen. Maar het is niet genoeg. Voor Fiador is niets ooit genoeg. Door hem zijn enkele honderden draken in deze vete getrokken en moeten de Vleugels constant waakzaam zijn. En het is allemaal mijn fout. Omdat ik het lef niet had om Fiador tegen te houden. Nu is Fiador voorgoed verloren. Mijn enige optie is om naar de Hoofdvleugel te gaan, en hem of haar om genade te vragen. Misschien heb ik dan een beter lot dan bij Fiador. Bij de mensen moet ik niet komen opdagen, omdat die mij ook al kennen. Ja. De Hoofdvleugel is mijn enige kans op een tweede kans.

Keana

Twee dagen na het gevecht komen een paar draken aan met een donkergroene draak tussen hun in. 'Mevrouw, u wilt deze draak spreken. Het is belangrijk.'

Die draken begrijpen ook nooit iets. 'Je zegt nooit tegen iemand dat hij of zij iets wilt. Je stelt een vraag of diegene het wilt.'

De draak die sprak wordt door de andere op zijn kop gemept. De draak die de klap had verkocht spreekt nu. 'Mevrouw, deze draak is mogelijk een goede aanwinst, maar ik vertrouw hem niet. Kunt u misschien even met hem praten?'

'Dat klinkt beter. Ga maar, ik regel het wel.'

De twee blijven. Daarom begin ik maar met het uithoren van de draak. 'Wat is jouw naam, groene? En spreek snel, want mijn tijd is kostbaar.'

De draak laat zijn kop zakken. 'Ik ben Calixtus. Tot voor kort was ik de rechter klauw van Fiador, de leider van de Duistere draken.'

Daarom wilde de twee dus niet weggaan. De rechterklauw van de sterkste Duistere draak staat hier voor mijn neus. En ik kan hem zo doden, mocht ik dat willen. Ik doe dat maar niet. 'Waarom ben je hier, zonder je soldaten, midden in voor jou vijandelijk gebied?'

De draak krimpt nog meer. Als hij nog meer krimpt blijft er niks meer over. Mahaer komt dan ook binnen zetten, en ziet de groene draak. 'Calixtus. Wij hebben een bloedschuld. Jij hebt mijn Vleugel gedood.'

Calixtus kijkt op. 'Het spijt me dat ik dat heb gedaan. Ik dacht toen niet recht meer. Ik was nog gebonden aan Fiador. Mijn vader had een schuld bij zijn vader, en ik moest die schuld inlossen. Maar ik deed het op de verkeerde manier. Ik bleef hem steunen, hoe verkeerd hij ook was. Gisteren kwamen de draken onder mijn hoede en ik aan in Savero, en ging ik naar Fiador met het verslag van wat er gebeurt was. Hij was woedend. Hij wilde me dood hebben, zelfs terwijl ik hem al jaren bescherm. Het scheelde weinig of hij had zijn zin gekregen. Er stond mij een enorme keuze te wachten: wat moest ik doen? Ik koos ervoor om de Hoofdvleugel om genade te smeken. Dus als u mij naar de Hoofdvleugel kan leiden dan doe ik dat.'

Mahaer kijkt me aan. En geen wonder. De hele kamer trilt van mijn bulderende lach. De draken die Calixtus vasthouden lachen mee. Calixtus zelf wordt met de seconde verwarder. Precies wat ik dacht. 'Wha haha. Je kijkt naar haar! Ik ben de Hoofdvleugel! Zijn jullie dan zo slecht ingelicht?'


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top