Hoofdstuk 22


Keana

De week daarna blijkt toch vol verrassingen te zitten. Reilly had een verjaardagscadeau geregeld, en me die de dag na mijn verjaardag gegeven. Het was een van de meest zeldzame boeken die er bestaat. De Alfa bloedlijnen in detail van Mahaer's grootmoeder. De dagen erna valt het me op dat ik geen honger heb, en ook geen trek heb in eten. Zelfs als ik de hele dag rondloop als Vleugel blijft de trek weg. Op de zesde dag zeg ik dan ook tegen Mahaer: 'Je hebt weer eens gelijk. Ik heb al bijna een week niet meer gegeten. Een echte drakenmaag.'

Kailen komt op dat moment binnen. 'Hoe bedoel je, een echte drakenmaag?'

Daar worden we beiden even stil van. We zijn beiden vergeten Kailen te vertellen over onze jacht... Ik vertel het maar. 'Tijdens mijn vlieglessen de avond van de volle maan, werd ik overvallen door een hongergevoel. Mahaer heeft me toen meteen leren jagen.'

Mahaer vult het aan. 'Nou ja, leren is een ander woord. Mevrouw kon het uit haarzelf al goed. Ik heb haar alleen wat verbeterpuntjes gegeven. En ik heb respect voor haar...'

Kailen kijkt afwisselend naar mij en Mahaer. 'Meiden. Je doet alles voor ze, en alsnog houden ze onder onsjes. Wanneer was je van plan te zeggen dat je nu als een draak eet?'

Mahaer schud haar kop naar Kailen. 'Je had het kunnen weten, meneer. Ze is een Alfadraak, en spendeert nu meer tijd als Alfa dan als Vleugel. Ergens moet er dan een belletje gaan rinkelen dat ze misschien meer nodig heeft dan een portie van een mens.'

Kailen gromt binnensmonds. 'Prima. Dan pas ik mijn schema aan op jullie twee.'

Mahaer schud haar kop. 'Jadalco was er ook bij. Hij heeft ook meegegeten.'

Kailen ziet er uit alsof hij gaat ontploffen. 'Jadalco? Jadalco heeft samen met mijn mate gejaagd en gegeten? Ik ga hem zijn eigen hart voeren!'

Dacht het niet. Mijn Alfalijnen lichten diep paars op. 'Kailen, stop!'

Hij draait zich langzaam om. Zodra hij de paarse lijnen ziet stopt hij. Zijn hele boosheid lijkt in enkele seconden weg te smelten. Hij buigt zijn nek. 'Het spijt me. Dat was verkeerd.'

'De volgende keer voer ik jouw je eigen hart.' Zegt een stem vanuit de deur. We kijken alle drie naar de deuropening, waar Jadalco en Reilly staan. Reilly staat ongeïnteresseerd naar haar klauwen te kijken, terwijl Jadalco juist op springen staat. 'Dat ik mee ging met het jagen is jouw schuld. Jíj wilde niks met het vliegen te maken hebben. Jij was er niet bij toen we boven dit kasteel vlogen en haar maag afging. Gezien het feit dat ze er onzeker over was ging ik ook mee, en zag hoe zij puur instinct was tijdens het jagen. En ik was erbij hoe ze voor het eerst een prooi zelf opat. Dat is niet mijn schuld, maar die van jou. Van jou en je insectenbrein. Is dat niet ook de betekenis van je naam in het oud Draseril?'

Zodra alles eruit is lijkt Jadalco te kalmeren. Kailen is woedend. Het enige wat voorkomt dat Kailen Jadalco te lijf gaat is mijn indringende blik. Zodra Jadalco weer verder wil gaan schiet ik hem dezelfde blik toe. Beiden staan daar even, tot hun woede is afgekoeld. Dan laat ik ze gaan. Ze schieten elkaar een boze blik toe en lopen dan weg. Kailen vliegt weg uit het gat in de muur en Jadalco stormt de gang op. Reilly kijkt Jadalco na, en stapt dan de kamer binnen. 'Zo. Dat was een spektakel. En de drakenkoningin heeft eindelijk door hoe ze haar krachten moet bundelen. Gaat het nog?'

Ik laat een zucht ontsnappen. 'Nog net. Dat was veel te dicht bij.'

Reilly legt een van haar handen op mijn klauw. 'Het blijven draken. Het zit in hun bloed om te vechten voor hun Alfa. En ik ben trouwens een andere traditie vergeten mede te delen. De draken hebben namelijk een traditie dat ze elkaar mogen uitdagen als ze een vleugel van een ander willen dienen. De winnende draak mag dan kiezen welke van de twee vleugels van die draak wordt, en welke vleugel de andere krijgt. En het lijkt erop dat Jadalco die traditie wil gebruiken. Het zou me in ieder geval niks verbazen, want ik kan zijn woede nog steeds voelen.'

'Kunnen ze niet een dag normaal doen? Ik ben nog geen week een Alfa en ze lopen letterlijk te bekvechten over wie mij mag dienen op welke manier. Hoe kan ik zo rustig slapen?'

Reilly klopt zacht op mijn nek met haar hand. 'Het is nog erger. Ze vinden het een eer, gezien het feit dat je een Alfa bent. En omdat je de enige bekende Alfa bent, ben je technisch gezien ook de drakenkoningin...'

Daar moet ik om lachen. Proestend weet ik nog wat woorden over mijn lippen te krijgen. 'Wat is het volgende wat er gaat gebeuren? Draken die om mijn klauw gaan vechten? Draken die mij het hof gaan maken? Weet je niet hoe idioot dit klinkt?'

Reilly vertoont nu het gekste wat ik haar ooit heb zien vertonen: een glimlach.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top