Hoofdstuk 19



Keana

Ik ben dus een draak geworden. Een Alfadraak. Mahaer wil me laten zien hoe ik moet vliegen als een draak wanneer ik mijn vleugels voor het eerst als een draak open. En ik hoor de verbaasde zuchten van drie draken en een Vleugel. En ik zie waarom. Over mijn vleugels lopen de Alfalijnen in schitterende en complexe vormen. En in de patronen zie ik wie mijn Alfa voorouders zijn. Ik blijk er acht te hebben. Geen wonder dat het zo sterk is teruggekomen. Reilly loopt naar me toe en legt een hand op een van de patronen. 'Hebben de lijnen een betekenis voor je?'

Ik knik langzaam. 'Je hebt geen idee. Ik heb wat meer onderzoek gedaan naar Alfa's, en kwam een boek tegen waarin de patronen werden uitgelegd. Ik kan mijn voorouders erin zien.'

Mahaer verbreekt de betoverende werking van de Alfalijnen en stijgt op door het gat in de muur. Ik spring achter haar aan... en stort richting de grond. Wat doe ik verkeerd? Mijn vleugels zijn toch open? Dan komt het binnen. Ik moet ook klappen met mijn vleugels. Ik zie ondertussen dat Jadalco en Kailen achter me aan duiken, in de hoop me te kunnen redden. Met veel moeite krijg ik een paar klappen uit mijn vleugels eruit. Genoeg om te vertragen. Op alle vier mijn klauwen land ik in het plein. Jadalco en Kailen landen vlak na me. Kailen is meteen bezorgt. 'Gaat het, Keana?'

Jadalco loopt snel een paar rondjes om me heen. 'Ze lijkt in orde. De Alfa is in orde.'

Geïrriteerd kijk ik Jadalco aan. 'Je hebt me voorheen geen Alfa genoemd, begin er nu niet aan.'

Hij maakt een buiging. 'Vergeef mijn nederige zelf.'

Ik rol met mijn ogen. 'Jadalco, ik ben nog steeds Keana. Geen raar gedoe, behandel me gewoon zoals je eerst deed. Je komt er echt niet mee in mijn gratie.'

'Het spijt me. Ik kan het niet helpen. Een Alfa wordt altijd respectvol behandeld.'

Mahaer vliegt over, en land naast me. 'We moeten nog werken aan je opstijgen. Maar voor een eerste vlucht is het niet slecht.'

Ik open mijn vleugels weer, en probeer op te stijgen. Ik krijg het voor elkaar om een klein stukje te zweven voor ik weer hard land. 'Dit is hopeloos. Ik ben een volwassen Alfa, en ik kan niet eens vliegen. Hoe moet ik mijn zogenaamd superieure macht gebruiken om de rest te beschermen als ik niet eens kan opstijgen?'

Alsof dat nog niet genoeg is komen de draken aanvliegen van de omringende eilanden. Een paar draken worden gevolgd door hun Vleugels. René zit er ook bij, met Balmoral. Gek genoeg konden die twee het geweldig vinden, dus hebben ze elkaar gekozen. Een voor een landen de draken, en buigen ze hun nekken voor me. René probeert zich tussen de draken door te wurmen, maar wordt met een grom tegen gehouden door een van de draken. Ik zucht luid. 'Ik weet niet wat dit voor moet stellen, maar dit had niet gehoeven.'

Een van de draken neemt het woord. 'We zijn hier om u te erkennen, oh Alfa. Wij zullen u dienen tot het einde.'

Ik rol weer met mijn ogen. Jadalco en Mahaer lachen erom. Kailen stuurt me een glimlach. 'Ik ben niet de Alfa die jullie denken dat ik ben. Ik ben gewoon Keana. Dezelfde Keana die hier de Hoofdvleugel is.'

Een paar draken reageren verrast. Balmoral duwt een aantal draken aan de kant zodat René er langs kan. 'Keana? Jij bent de Alfa geworden? Wat is er gebeurd?'

Weer een zucht. 'Tijdens de eerste week van de opleiding deden Reilly en ik onderzoek naar mijn Alfa afkomst. We kwamen een boek tegen dat vertelde over het spontaan naar voren komen van de Alfa afkomst op of rond de achttiende verjaardag van een Alfa nakomeling. Vaak gaan die nakomelingen meteen dood. Er werd ook gezegd dat er een enorme bende ontstaat op dat moment. We dachten beide dat ik zou ontploffen of zo. Niet dat ik een Alfa zou worden. En al helemaal niet dat ik een bijna volbloed Alfa zou worden, of dat ik in mijn stamboom tot acht Alfa's kon terug brengen. Dat betekenen de lijnen op mijn vleugels. Het zijn de symbolen van mijn Alfa voorouders.'

René laat zijn hand over een van mijn Alfalijnen glijden. Hij kijkt dan verwonderd naar mijn vleugels, die ik half open geklapt heb. De symbolen gloeien zacht in de ochtendzon. Hij schud zijn hoofd. 'Ik begrijp er niks van. Kan je laten zien dat je echt Keana bent?'

Teleurgesteld laat ik mijn kop zakken. 'Ik heb geen controle over mijn transformatie. Het enige bewijs dat ik kan leveren is dat je tijdens de Academie zei dat ik me moest laten leiden door mijn krachten, en dat ik iedereen kan beschermen ermee.'

De tranen staan in beiden onze ogen. Het bewijs is geleverd. Hij weet het nu zeker: ik ben Keana. En dan gebeurt hetgeen dat ik niet verwacht had. Ik verander terug in de Vleugel die ik was. De Alfalijnen op mijn vleugels blijven, net als de Alfalijnen die van mijn nek tot mijn staart lopen. Ook mijn hoorns en vinnen blijven, en ik heb nog steeds mijn verbeterde zintuigen. René kijkt verbaasd naar me. 'Keana, je ziet er schitterend uit! Hoe deed je dat?'

Ik wilde mezelf om terug te veranderen. wacht! Dat is het! Mijn krachten worden gecontroleerd door mijn wil! Tegen René zeg ik alleen: 'Ik ben er zojuist achter gekomen hoe ik het moet doen.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top