Hoofdstuk 18



Keana

De volgende ochtend word ik door niet een maar door twee draken gewekt. Kailen en Mahaer duwen me een voor een. Ik brom naar ze. 'Wat is er?'

Mahaer duwt me om. 'Je moet de scepter overnemen van Reilly vandaag. Je weet hoe pissig ze anders wordt. Je moet de positie wel aannemen.'

Oh, ja. Ik moet de Hoofdvleugel worden. Ik, die over een halve maand eraan gaat. Een halve maand doen alsof ik weet wat ik doe. Ik regel snel dat ik er klaar voor ben, en ren naar de centrale hal. De rest wacht er al. Draken en Vleugels. Reilly staat op een verhoging, voor een tafel. Kailen en Mahaer gaan aan een tafel liggen die voor de draken is neergezet, terwijl ik haastig de verhoging oploop. Daar kniel ik voor Reilly. 'Het is een en twintig dagen geleden dat laatste krachttest gehouden werd. En Keana hoefde niet eens mee te doen. Ze had me met gemak verslagen. Hoe weet ik zelf ook niet. Maar het is wel een klein wonder. Sinds die tijd is ze veel sterker geworden, en haar krachten zijn beangstigend voor zelfs een paar van de sterkste vleugels. En vandaag is het tijd dat ze de Hoofdvleugel wordt, en ik aftreed. Keana, hierbij geef ik jouw de positie van Hoofdvleugel, en de krachten die bij de positie horen. Laat je hierbij bekend staan als de vijfhonderdste Hoofdvleugel, en laat de duistere draken sidderen in angst van jouw naam.'

Ze haalt een ketting van haar nek en doet die om mijn nek. Dan sta ik op. 'De macht van de Alfa's vloeit door mijn bloedvaten, naast de macht van de Vleugels. Geen van beide krachten zijn om grappen over te maken, maar ik zal ze ook geen van beiden onrechtvaardig gebruiken. Wie niet duister is heeft niks te vrezen van mij. Wees niet bang, want ik doe jullie niks. Alleen zij die duisternis in hun hart hebben zullen geen rust krijgen tot ze betaald hebben voor hun misdaden.'

Zowel Reilly als ik gaan vervolgens aan de tafel zitten, en beginnen het feestmaal.

Drie weken later zit ik aan mijn bureau te werken als ik door verschrikkelijke pijn uit mijn werk wordt gehaald. Kailen, ondertussen door een ongeluk met mijn krachten volledig bedekt met witte schubben, rent weg. Ik ren naar een van de drakenkuilen, in de hoop een volledige ravage te voorkomen. Ik ben er bijna wanneer de pijn het onmogelijk maakt om verder te rennen. Ik kan mezelf niet onder controle houden, en schop aan alle kanten. Het stof stijgt aan alle kanten op, en ik wordt omringd door een stofwolk. Maar het komt niet binnen. Alleen de pijn.

Reilly

Een hysterische Kailen haalt me op uit mijn kamer, en rent naar boven. Ik dacht al een hoop herrie te horen in de kamer boven me, maar nu besef ik me dat het Keana is. Als we binnen komen rent Mahaer naar me toe. 'Ze is daar, ergens tussen de twee tafels. Ik weet niet wat er aan de hand is, maar het ene moment was ze aan het werk en het volgende moment rende ze in het rond alsof ze in de brand stond. Je moet iets doen!'

Ik zucht. 'Ik kan niets doen. Ik kan niet zien wat er gebeurt. Ik had nooit haar alleen moeten laten op haar verjaardag. Nu is het mijn schuld als er iets met haar gebeurt.'

Mahaer rent naar de opening waar draken vanuit kunnen vertrekken en landen, en schuift de gordijnen opzij. Het stof trekt langzaam weg. Maar mijn grootste angst word waarheid als het gegil ook verstomt. Ik vrees het ergste. Als al het stof weg is getrokken ren ik naar haar toe. En de adem wordt mij ontnomen. Een witte draak ligt waar Keana net was. Ik leg een hand op de witte draak. 'Keana, ben jij dat? Kan je me horen?'

De witte draak ademt diep uit. 'Reilly? Wat is er gebeurt? Waarom zit ik in Kailen's lichaam?'

Ik aai haar uit gewoonte over haar kop. 'Je bent niet in Kailen's lichaam. Dit is je eigen lichaam. Je bent in een Alfadraak veranderd.'

'We hebben dat boek echt serieus verkeerd begrepen... ik ben dus een Alfadraak geworden. Denk je dat ik ook terug kan veranderen?'

'Ik weet het niet. Er werd gezegd dat een Alfadraak macht had voorbij dat van normale draken, maar niemand weet wat die macht inhoud. Je kan het altijd proberen.'

Ze beweegt onwennig haar nek heen en weer. Haar lichte ogen glijden kijken naar haar lichaam. De Alfalijnen gloeien zacht blauw, en ze lopen nu ook over haar vleugels. Haar schubben glanzen als diamant, en het is bijna verblindend om naar haar te kijken. Mahaer loopt langzaam naar Keana toe. 'Ik weet dat het ongemakkelijk is om in een ander lichaam te zitten, maar wilt u... je leren vliegen met je nieuwe lichaam?'

Keana probeert op te staan, maar krijgt haar klauwen niet onder haar. Kailen staart even voor zich uit, en zegt dan: 'Probeer het nog eens. Ik heb het probleem denk ik gevonden.'

Ze staat op, en loopt achter Mahaer aan. Ze opent voorhet eerst haar vleugels, en we staan alle vier verbaasd naar haar te kijken..

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top