Hoofdstuk 12


Ik word ruw omgeduwd door een grote beige drakenkop. Balmoral kijkt me in de ogen. 'Wakker worden. Kom op! Het is tijd voor je lessen!'

Ik duw zijn kop aan de kant en rol weer terug op mijn buik. 'Alsjeblieft. Het is nog vroeg.'

Balmoral pakt me op en loopt naar de badkamer. Daar gooit hij me het bad voor de draak in. Ik laat mezelf erin drijven, draai me om zodat mijn gezicht boven water komt en doe mijn ogen dicht. Waarom ben ik er niet eerder op gekomen dat dit water perfect is om in te slapen? Dit is heerlijk. Ik word uit mijn gedachten getrokken door een golf water. Ik doe mijn ogen open om te zien hoe Balmoral nog een golf water over me heen duwt met zijn klauw. 'Wat is er mis met je? Je moet vandaag nachtvluchten oefenen!'

'Heb ik gisteren al gedaan. Laat me alsjeblieft.'

Het is al drie dagen geleden dat ik met Reilly heb gevochten met zwaarden. Ondertussen is gebleken dat zonder mijn interne vechthulp ik waardeloos ben in zwaardgevechten, en ik ben ook slecht met het behandelen van wonden. Maar elke keer dat ik vecht word ik beter in het balans bewaren, en Reilly wint ook steeds minder. In de lucht ben ik onoverwinnelijk, en zelfs de draken kunnen me niet meer verslaan in luchtgevechten of zelfs mij eruit maneuvreren. Ik ben de snelste en de behendigste. Steeds meer draken en Vleugels beginnen mij te respecteren. Niet Balmoral. Hij is nu de enige die mij nog wekt. En ik heb het ook nodig. Ik ben elke keer net te laat in de ochtend. Gelukkig vallen de docenten er niet meer over. Maar ik heb zo weinig zin in de nachtvluchten. Alleen vliegen en proberen om andere die je niet kan zien te ontwijken. Nadat ik uit het bad ben geklommen en grijp ik snel een kipkluif en een mango van de tafel. Dan stijg ik op.

Onderweg naar het trainingsveld eet ik snel op wat ik heb meegenomen, en komen de andere Vleugels meevliegen. Een paar vragen waar we zijn. 'We zijn nu bij de C-groep. We moeten over een paar seconden naar links gaan, en dan een minuut doorvliegen.' Reageer ik.

De rest kijkt me verbaast aan. 'Hoe weet je dat?'

'Zien jullie het niet? De velden hebben elk een eigen patroon. Als je het patroon kent dan kan je alles makkelijk vinden. Zelfs in het donker.'

Een van de andere Vleugels in opleiding gaat dichter in mijn buurt vliegen. Het is René. 'Hoe kan jij zien waar we zijn? Ik zie geen hand voor ogen! Er is geen maanlicht om ons pad te verlichten! En hoe doe je dat met het licht geven?'

Ik weet niet waar René het over heeft. Ik kan alles zien alsof we in het daglicht aan het vliegen zijn. En hoezo geven mijn schubben licht? Ik kan het niet zien. Als ik mijn hoofd buig raak ik misschien uit koers. Dus wacht ik tot na het landen. En verdorie, hij heeft gelijk. Twee heldere blauwe strepen lopen over mijn schubben en huid. René land en loopt naar me toe. 'Je weet dus echt niet wat het is.'

Ik laat mijn handen over de strepen glijden. De strepen voelen een beetje warm aan. Dan kijk ik hem in de ogen. 'Ik heb wel een idee. Mijn schubben kunnen toch van kleur veranderen? En ik heb toch hoorns en vinnen op mijn hoofd? Die heb ik omdat, zover als Reilly en ik weten, ik waarschijnlijk gedeeltelijk een Alfadraak ben. Er gebeuren constant dingen met mij die ik niet kan verklaren. En daar word ik nu bang voor. Ik heb zo goed als geen controle over deze dingen. Ze gebeuren gewoon. Zo ruik ik ook beter dan andere, en onderweg hier naartoe kon ik alles zien alsof ik overdag vloog. Als ik vecht, dan heb ik niet alle controle over mijn lichaam. Ik... vecht gewoon. Het is als een tweede natuur. Vliegen is ook enorm makkelijk voor me. Ik doe het bijna automatisch.'

Zijn blauwe ogen lijken in mijn ziel te kijken. 'Dit is geen ramp. Misschien ben je wel voorbestemd om ons te leiden, Keana. Misschien is het een hogere macht die jou naar ons heeft gebracht. En zijn het jouw krachten die ons moeten beschermen tegen de duistere draken.'

'Ik? Iemand beschermen? Je bent gek.'

'En jij onzeker. Vertrouw op je krachten. Ik ben niet degene die Reilly verslagen heeft. Dat was jij. Dus jij bent de sterkste Vleugel hier. Laat je krachten je leiden. En wees niet bang. Ze zullen je echt wel helpen met je krachten leren te gebruiken.'

Reilly en een paar andere volwassen Vleugels komen aanlopen. Een van de Vleugels heeft een fakkel vast. Die spreekt ook als eerste. 'Jullie zijn geslaagd voor de eerste test. Jullie hebben in het donker de verzamelplek gevonden. Nu begint de volgende test. Jullie moeten naar de veldgroep A vliegen, waar jullie elk een vracht krijgen. Van daar vliegen jullie naar huis. Wie niet thuis aankomt voor zonsopkomst is gezakt. Hup, aan de slag.'

Ik wil al meteen opstijgen, wanneer Reilly zegt: 'Keana, stop.'

De rest stijgt op en vliegt ervan door. Reilly legthet uit. 'Ik had al door dat je in het donker kon zien. Drakenogen. Je kan met drakenogen in het donker bijna net zo goed, als het niet beter is, zien dan in het daglicht. En jij hebt het ook. En door die Alfastrepen van je kan iedereen je volgen, waardoor het nut van de test verloren gaat. Maar we kunnen je niet zomaar laten slagen voor de test. Dus hebben we besloten om je een aparte test te geven. Je hebt tot de zon op zijn hoogst staat om naar de grot van Balmoralte vliegen, een van zijn schatten te halen en terug te vliegen. En zorg ervoordat je de schat niet verliest.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top