hoofdstuk 22; 'Dit is nog niet het einde'

Belle

~ She's a princess with the strenght of a warrior

Er zijn altijd twee kanten aan een verhaal. In dit geval de kant van Caden in Equador, en mijn kant in Vrijheid. Geloof me als ik zeg dat ik na zijn verhaal nergens meer iets van snapte. Maar laat ik bij het begin beginnen. Het begon met zijn onverwachte terugkeer en ons weerzien. En toen begonnen we te vertellen.

Caden liet me voorzichtig naar de grond zakken en kwam naast me zitten. Zijn arm bleef al die tijd om mij heen geslagen. Ik bedwong een nieuwe hoestbui, en keek Caden vragend aan. Maar deze schudde zijn hoofd.

'Jij eerst.' Ik knikte, en zo begon ik te vertellen. Ik begon bij de lange dagen die we maakten en ik eindigde bij de aanval. Toen praatte ik verder over het onderonsje met de koning, en de reddingsactie van het meisje. Toen ik eindelijk klaar was had Caden twee vragen.

'Oké, maar hoe ben je er dan uitgekomen? En wat heeft Ferdinand tegen je gezegd?' Ik keek Caden verbaasd aan bij zijn disrespectvolle gebruik van de naam van de koning.

'Toen ik zogenaamd "dood" was, zijn de koning en zijn troepen meteen weggegaan. Waarom weet ik niet. Met hen 400 inwoners van Vrijheid die ze gevangen hadden genomen. Zodra ze uit het zicht waren, is Luka het brandende huis binnengegaan, en vond mij daar direct naast de deur. Blijkbaar was ik ingestort door zuurstoftekort en de verstikkende rook. Tenminste, dat was wat hij zei.' Caden knikt en inspecteert mijn gezicht.

'Je bent verder wel oké? ' Ik knikte.

'Alleen hoestbuien vanwege de rook die ik ingeademd heb. Maar de koning heeft vreemde dingen tegen mij gezegd. Hij zei dat mijn ouders de reden waren dat hij in Vrijheid is en daar allemaal mensen heeft meegenomen en vermoord. En hij had het over mijn ouders en zijn broer...' Ik zie Cadens gezicht betrekken. 'Maar nu wil ik jouw kant van het verhaal horen.' Caden kijkt me even indringend aan, en geeft me dan een papiertje.

'Dit is de reden dat we zo snel mogelijk terug zijn gekomen.' Ik kijk nieuwsgierig naar het opgevouwen papiertje en mijn oog valt op het zegel van Equador.

'Is dat...?' vraag ik. Caden knikt.

'Open maar, dan begrijp je het vast beter.' Ik doe wat hij vraagt en vouw het papiertje open. Dan begin ik te lezen.

Lord Ruud, lord Mattheus,

bij deze wil ik jullie mee de delen, dat jullie in de val gelopen zijn. Niet zo slim hé. Mijn mannen hebben Vrijheid aangevallen. Met succes, kan ik jullie wel zeggen. Een groot deel van de achtergebleven bevolking is gevangen genomen, en het andere deel is omgekomen. En het leukste van allemaal, prinses Mirose Williams, of moet ik Belle zeggen, is ook omgekomen. Dus stop met deze onzinnige opstand en geef het op. Of moet prins Luc ook nog omkomen? En wat dacht je van de rest van jullie volgelingen? Geef het op. Dit is zinloos.

koning Ferdinand

'Ik begrijp het niet,' stamel ik als ik het briefje heb doorgelezen. 'Als dit van de koning is, waarom komt mijn naam er dan in voor? En waarom zegt hij prinses Mirose Williams, of moet ik Belle zeggen?' Ik vuur tientallen vragen op hem af, maar in mijn hoofd tolt alles door elkaar heen. En dan valt alles plotseling op zijn plek.

*****

14 jaar geleden

Ik voel me voor de tweede keer een toeschouwer. Ik kijk naar het kleine jongetje en het kleine meisje dat aan het spelen zijn in het weiland. Ze lachen, en het meisje probeert het jongetje te pakken ter krijgen. Dan valt mijn oog plotseling op een man en een vrouw die het tafereel op een grote steen zitten te bekijken. De vrouw heeft een tiara op haar hoofd, en de man een kroon. 'Wat als ze hier niet horen? Wat als ze buiten de muur worden gezet? Ze zijn nog zo jong en onschuldig,' zegt de vrouw tegen de man. De man antwoord iets onverstaanbaars. 'En wat als wij niet meer leven om hen te helpen? Wat als zij hier eerder zijn?' Er klinkt wanhoop in de stem van de vrouw door. De man geeft geen antwoord en drukt alleen maar een kus op het voorhoofd van de vrouw. Dan wenkt hij het meisje. Het meisje komt lachend op de man afgerend. Haar donkere krullen schieten alle kanten op, en haar groene ogen kijken de man stralend aan. Dan geeft de man het meisje iets. Het is een kettinkje en het witte sneeuwkristal weerkaatst het zonlicht...

*****

Ik denk terug aan mijn andere herinnering. Die in het kasteel.

'Mag ik mijn kettinkje terug?' vraag ik dan aan Caden. Caden knikt en geeft het aan mij.

'Ik heb het goed voor je bewaard,' zegt hij. Ik kijk hem dankbaar aan en kijk dan naar het witte sneeuwkristal. En ik herken het maar al te goed uit mijn herinneringen.

'Maar, maar, dat kan niet?' zeg ik. Caden heeft door waar ik naar toe wilt. Hij legt een hand op mijn schouder.

'Jawel, Belle.'

'Nee,' zeg ik beslist. 'Sander is geen prins, en ik ben geen...' Mijn stem sterft weg als mijn oog op het koninklijke embleem op het kettinkje valt. De leeuw met de roos in zijn bek. 'Mirose,' mompel ik. 'Roos.' Ik wijs naar het kettinkje. 'Dus ik ben..' Caden maakt mijn zin niet af en wacht totdat ik het zelf zeg. 'Dus ik ben prinses Mirose Williams van Equador,' zeg ik dan. Caden knikt.

'Wist jij dit?' vraag ik dan aan Caden. Caden schudt meteen zijn hoofd.

'Pas toen ik thuiskwam. Mijn vader en Caspians vader waren er wel van op de hoogte.' Dan wijst hij naar de brief, en zijn stem krijgt een kwetsbare klank. 'Je was dood, Belle,' zegt hij dan en hij wijst naar de brief. Ik kijk nog eens naar de brief. Het staat er duidelijk. ''Prinses Mirose Williams, of moet ik Belle zeggen, is omgekomen.''

'Dus daarom ben je meteen teruggekomen,' zeg ik op een fluistertoon. Het is allemaal net iets te veel om te bevatten. En dan schiet me nog iets anders te binnen.

'Bij de aanval op de boomplaats, hadden ze het over een prinses. De aanval op Vrijheid kwam door mijn ouders, en omdat koning Ferdinand mij wilde hebben.' Mijn stem gaat steeds zwakker klinken.

'Dus ik ben de reden van al die doden en gevangenen?' Caden veert met een ruk overeind als ik dat zeg. Hij legt beide handen op mijn schouders en kijkt me indringend aan.

'Zo moet je niet denken, Belle. Jij bent de hoop voor veel mensen. Nu Sander in handen is van de koning, ben jij de enige vrije erfgenaam. Daarom wilt Ferdinand jou hebben, omdat wij hem dan niets meer kunnen maken. Je bent absoluut niet de schuld hiervan. Dit was sowieso ooit wel eens gebeurd,' zegt Caden. Dan trekt hij me tegen zich aan.

'Niet doen, Belle,' fluistert hij zachtjes. Maar ik kan niets anders dan denken aan al die onschuldige mensen die er nou niet meer zijn, of in handen van Ferdinand. Dan laat Caden me plotseling los. 'Zane, Nikki en Leon zijn bij mijn vader, Belle. Zij en twee anderen van de boomplaats zijn veilig. En Noah, Dave, James en Zane zijn ook in Vrijheid.' Ik kijk hem opgelucht aan. Dan schiet Caden plotseling iets te binnen.

'Is Esther veilig? En Julia?' Ik knik.

'Julia heeft een nare armwond, maar ze zijn allebei nog in leven.' Caden knikt opgelucht.

'Zullen we dan terug naar Vrijheid gaan?' vraagt hij. Ik knik.

'En onthoud wat ik gezegd heb, Belle. Jij bent nergens de schuld van.' Hij zegt het ontzettend overtuigend, maar ik weet het niet zo zeker. Want ik ben een prinses. Ik zou het volk moeten helpen, en in plaats daarvan, heb ik ze alleen maar pijn gegeven.

*****

Als we op het plein aankomen, ben ik meteen weer terug in de werkelijkheid. Het liefst had ik nog langer met Caden in de boomgaard gezeten, maar er zijn teveel mensen die onze hulp nodig hebben. En ik wil Noah en de anderen ook heel graag zien.

'Waar is Caspian trouwens?' vraag ik dan aan Caden.

'Thuis gebleven bij zijn vader. Ze hebben hem hard nodig daar.'

'Oke. En is er nog nieuws over mijn broer?' Caden schudt verdrietig zijn hoofd.

'Niets. Voor zover we weten is hij nog steeds in handen van Ferdinand.'

'Oh,' zeg ik.

'Belle!' roept Noah dan als hij mij ziet. 'Maar, hoe, hoe,' zegt hij. Hij komt op me afgerend en geeft me een grote knuffel. 'Maar je was omgekomen,' zegt hij dan verbaasd.

'Tja, ik was taaier dan Ferdinand had verwacht,' antwoord ik. Noah schiet in de lach. Dan zie ik Zane staan.

'Zane,' is het enige wat ik zeg. Hij kijkt me een beetje beschamend aan. Hij denkt vast terug aan het feit dat hij me eerst niet eens in de boomplaats wilde. Dan doet hij iets onverwachts. Hij maakt een lichte buiging, en neemt mijn hand in de zijne.

'Het spijt me, prinses. Kun je me vergeven?'

'Ho, stop!' zeg ik meteen. 'Geen prinses en ook geen Mirose. Ik ben nog altijd Belle.' Zane schrikt een beetje van mijn uitbarsting, maar knikt toch. 'En ja, natuurlijk heb ik je vergeven, want jij deed ook gewoon wat je dacht dat het juiste was.' Zane knikt opgelucht.

'Het is goed dat je er weer bent, Belle,' zegt hij dan. 'Om eerlijk te zijn heb ik jouw boogkunsten best wel gemist.' Ik schiet in de lach en geef hem een por in zijn zij.

'Nooit gedacht dat je dat nog eens zou zeggen.' Dan komt er iemand naast ons staan. Of beter gezegd, drie iemanden.

'He, Ginny,' zeg ik vriendelijk tegen het zusje van James. James en Esther lopen achter haar. James kijkt me opgelucht aan, en werpt dan een verliefde blik op Esther. James' en Esthers' familie is geheel gespaard gebleven. Als een van de weinige families.

'Waar is Dave?' vraag ik dan zachtjes. Daves hele familie is meegenomen door Ferdinand. James wijst naar achteren waar Dave met een betraand gezicht naar iets wat Luka aan het zeggen is aan het luisteren is.

'Kom,' zeg ik tegen de anderen, en ik loop naar Luka. Luka kijkt op als hij mij ziet.

'He,' fluistert hij. Als een van de weinigen is hij nog niet op de hoogte van het feit dat ik een prinses ben.

'Hoi,' zeg ik terug. Dan kijk ik even naar Dave. En dan kijk ik de rest van het plein rond. Niet meer dan honderd mensen zijn er nog over. Een groot deel van hen is bezig aan de opbouw van het plein. De meesten van hen met tranen in hun ogen. En dan weet ik wat ik moet doen. Ik loop naar het midden van het plein.

'Wat ga je doen?' vraagt Caden achter me. Ik glimlach even naar hem.

'Wat er van me verwacht wordt,' antwoord ik. Caden kijkt me vragend aan, maar zegt niets en knikt me alleen maar bemoedigend toe

'Inwoners van Vrijheid,' begin ik. Meteen kijken bijna alle mensen mijn kant op.

'Wat gaat ze doen?' hoor ik Luka vragen.

'Wacht maar af,' antwoord James.

'Vandaag heb ik iets geleerd over mijn verleden, dat me in shock heeft achtergelaten.' Nu beginnen de mensen pas echt te luisteren en ze komen nieuwsgierig om me heen staan. 'Ik heb altijd gedacht dat ik een wees was. Ik heb mijn echte ouders nooit gekend. Maar de waarheid komt altijd aan het licht. Ik ben niet zomaar een wees. Mijn ouders waren de rechtmatige koning en koningin van Equador. En ik ben prinses Mirose Williams, de verdwenen prinses.' Er barst een groot rumoer los, en mensen kijken me verbaasd aan. Dan ga ik verder. 'Maar vandaag spreek ik niet tot jullie als een prinses. Noch als inwoner van Equador of Vrijheid. Vandaag spreek ik tot jullie als een gewoon meisje. Een meisje dat meerdere keren heeft moeten vechten voor haar leven. En dat heeft er toe geleid dat ik dit ga zeggen. Ik denk dat het tijd is dat we stoppen met vechten voor ons leven, en beginnen met het vechten voor het juiste. En daarom zal ik morgen vertrekken naar Equador, om daar de mensen, mijn volk te helpen. Ik verplicht jullie niets, maar het zou me een eer zijn als jullie mee zouden gaan om te vechten voor het juiste.' Ik houd mijn adem in en kijk de menigte rond. Ik weet dat Julia nog in de ziekenzaal zit, maar ik kijk in de gezichten van mijn andere vrienden. Ik kijk in het verbaasde gezicht van Luka. Het gezicht van Kit, dat van de dokter en dat van mevrouw Marestijn.

'Ik doe mee,' zegt de dokter dan plotseling. 'Je hebt gelijk. Al die tijd hebben we ons afgezonderd. En nu hebben we een groot deel van onze mannen gestuurd. Maar het is tijd dat de rest ook wat doet, dus ga ik mee,' vervolgd hij. Hij loopt naar voren en komt naast me staan.

'Ik ga natuurlijk ook mee,' zegt Caden naast me. Ik kijk hem lachend aan.

'Ik doe mee,' bromt Kit. 'Ik ook,' zegt Ginny. Vervolgens komen al mijn vrienden naast me staan.

'We doen allemaal mee,' zegt Noah.

'Dan moet ik ook wel,' zucht mevrouw Marestijn, maar in haar ogen verschijnen pretlichtjes. En een groot deel van de rest van de bevolking volgt. Natuurlijk blijven er mensen achter, want Vrijheid moet ook onderhouden worden. Maar iedereen die in staat is om te vechten gaat mee. En dat maakt dat wij een sterker leger krijgen dan alle legers van Ferdinand bij elkaar. Want wij hebben een ding wat zij niet hebben.

Wij hebben een doel. Een doel dat we waar moeten maken. En daarom eindig ik met deze zin: 'Dus daarom is het tijd dat wij het verleden achter ons laten, onszelf vergeven, en opnieuw beginnen.'


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top