Hoofdstuk 14; 'Wil je met me naar het dansfeest?'
Belle
Het is veelte vroeg als ik wakker word. De zon is nog niet eens op. Ik sta zachtjes op en zoek mijn werkkleding op. Vervolgens loop ik richting het trapgat en struikel half over een slapende Caden. Hij mompelt wat, maar slaapt gelukkig weer vredig verder. Ik bedwing de neiging om een lok haar voor zijn ogen weg te strijken, en daal de ladder af. Vervolgens loop ik naar het kleine tuintje, was me met het water in de tonnen, en trek mijn werkkleding aan. Mijn haar vlecht ik op. Als ik klaar ben is het nog niet veel later dus besluit ik naar het plein te gaan en daar vers drinkwater te halen. Ik pak twee emmers op, en begin richting het plein te lopen. Het hele dorpje is nog in diepe rust. Er is niemand in de straten te zien. Gelukkig herinner ik me de weg naar het plein nog. Ik sla een keer rechtsaf en dan loop ik de straat uit tot ik bij het plein aankom. Ik haal de emmer op uit de waterput en giet het verse water over in mijn emmers.
'He,' zegt er plotseling een stem. Ik schrik op en draai me om. Voor me staat Caden.
'Hé,' zeg ik zachtjes. 'Wat doe je hier zo vroeg?' Hij haalt zijn schouders op en een stiekeme grijns verschijnt op zijn gezicht.
'Ik werd wakker van een meisje dat over me heen struikelde,' lacht hij dan.
'Sorry, dat was niet mijn bedoeling.'
'Weet ik,' antwoordt hij.
'Weet je, ik had nooit gedacht dat ik Zane nog eens zou missen. En nu vraag ik me echt af waar hij is,' zeg ik dan. Caden knikt begrijpend.
'En Leon en Nikki. Ik hoop gewoon dat ze veilig zijn en dat hun aanvallers hen weer hebben laten gaan.'
'Ja,' fluister ik zachtjes. 'En ik mis mijn broer. Het moet verschrikkelijk zijn in de kerkers van het paleis. En ik wil weten waarom hij daar is.' Mijn handen trillen en het water klotst daardoor uit de emmers. Caden maakt de emmers voorzichtig los uit mijn handen en zet ze op de grond neer. Dan legt hij zijn handen op mijn schouders en kijkt me even in mijn ogen aan.
'Ik weet ook niet waarom Belle, of hoe het met hem is. Maar hij houdt van je, dat moet je niet vergeten. En je kan altijd met mij praten, oké?' Ik knik. Dan trekt hij me even naar zich toe en slaat zijn armen een beetje onwennig om me heen. 'Weet je, Belle, dit is pas de tweede keer ooit dat ik iemand knuffel en allebei de keren was jij diegene.' Ik schiet in de lach en maak me los uit zijn omhelzing.
'Ik ben ook niet echt een knuffelpersoon hoor. Alleen met mijn broer af en toe,' zeg ik. Hij schiet ook in de lach.
'Goed om te horen.'
'Hoe laat denk je dat het is? 'vraag ik dan aan hem. Hij kijkt even naar de lucht die in het oosten rood aan het kleuren is. 'Iets na vijven, denk ik,' antwoordt hij. Ik knik instemmend. Aan de rechterkant van het plein gaat er plotseling een deur open. Een vriendelijke vrouw van rond de veertig draait het bordje van de bakkerij van gesloten, naar open. Als ze ons ziet glimlacht ze even vriendelijk.
'Als jullie bonnen hebben, dan kunnen jullie meteen wat brood krijgen,' zegt ze. Ik kijk Caden even aan.
'Wie gaat ze halen?' Caden grijpt even in zijn broekzak en haalt er dan triomfantelijk een stapeltje bonnen uit.
'Ik heb overal aan gedacht,' lacht hij. Ik glimlach, en we lopen de bakkerij binnen. Heerlijke geuren van versgebakken broden komen ons tegemoet. De vrouw staat achter de toonbank.
'Jullie zijn er wel vroeg bij zeg,' zegt ze. 'Jullie zijn toch die nieuwen?' Ik knik en steek mijn hand uit.
'Aangenaam, ik ben Belle en dit is Caden.' Ik wijs naar Caden. Deze steekt ook zijn hand uit en de vrouw schudt hem vriendelijk.
'Ik ben Marjorie,' zegt ze. 'Ik hoor bij de sector elite en ben de eigenaresse van de bakkerij,' zegt ze. 'Geef jullie bonnen eens.' Caden geeft haar het stapeltje bonnen en Marjorie kijkt er even naar. Vervolgens scheurt ze er wat vanaf en geeft ons twee grote broden mee. 'Hebben jullie het trouwens al gehoord, over een week wordt er een dansfeest gehouden op het plein,' zegt ze dan. 'Een goede mogelijkheid voor jullie om iedereen beter te leren kennen.' De vrouw neemt Caden even van top tot teen op. 'En weet je, ik heb een dochter, die het vast leuk zou vinden als je haar meeneemt naar het dansfeest. Zo'n knapperd als jij,' zegt de vrouw. Ik bijt mijn lippen om elkaar om niet in lachen uit te barsten.
'Nou, ehm, dank u,' stamelt Caden. 'Ik zal er over na denken. Tot ziens,' zegt hij dan. Ik mompel ook een groet, en loop dan achter Caden aan de bakkerij uit.
'Nou, Caden, je hoort het. ''Zo'n knapperd als jij,''' en dan proest ik het uit. 'Het gezicht van haar,' lach ik. Caden schiet ook in de lach, maar kijkt dan plotseling heel serieus.
'Nou, wie weet vraag ik die dochter wel mee uit. Misschien is ze ook wel zo'n knapperd als ik,' zegt hij. Ik kijk hem vragend aan.
'Succes,' zeg ik als ik nog een blik op zijn serieuze gezicht werp. Dan port Caden me lachend in mijn zij.
'Grapje,' lacht hij. 'Geloof je het nou echt?' Ik schiet ook in de lach.
'Het zou zo maar kunnen,' mompel ik.
'Wat zei je?'
'Ik zei, het zou zomaar kunnen,' zeg ik nu wat harder. Caden haalt zijn schouders op.
'Tja, iedereen is beter dan Julia,' en dan schieten we weer allebei in de lach. Met de warme broden in onze handen lopen we in de richting van ons huisje. Daar trommel ik iedereen wakker, en dek de tafel met ons houten bestek. Iedereen komt half slapend aan tafel zitten.
'Wauw, jullie hebben zelfs al brood gehaald,' zegt Noah als hij het verse brood ziet. Ik knik, en snijdt wat plakken van het brood af. Ik geef iedereen een plak, en pak de rest in om mee te nemen naar het werk. Ondertussen is het al iets lichter geworden en zien we meerdere mensen in de richting van het plein lopen. Snel spoel ik mijn mond even schoon, controleer of mijn haar goed vast zit, en dan lopen we met zijn allen in de richting van het plein. De leiders van de vier sectoren staan daar al, en de menigte heeft zich om hen heen verzameld. Ik zie geen kinderen, dus ik neem aan dat die niet hoeven te werken. Ik hoop dat ze een school hebben hier. Als de dokter mij ziet, wenkt hij me even. Ik loop naar hem toe, en hij geeft me een rugzak.
'Hier zit alles in wat je nodig hebt aan eerste hulp spullen. Stuur de ernstige gevallen maar naar het dorp toe. Vanavond om zeven uur wil ik dat je naar mijn huis komt, en dan gaan we eens kijken wat ik je nog meer kan leren. Je kent de basisdingen toch?' Ik knik. Hij kijkt me goedkeurend aan. 'Nou, succes dan maar.'
'Dank u, dokter,' zeg ik en dan loop ik naar Caden en Noah toe die inmiddels bij Kit, de baas van de landarbeiders stonden. Ik zag dat Caspian naar me zwaaide en hij mompelt tot vanavond. Ik zwaai terug, en ga dan naast Noah staan.
'Goed, iedereen weet wat hij moet doen?' roept Kit dan naar de mensen die voor hem staan. Het waren er meer dan tweehonderd. Ik hoor een instemmend mompel om me heen.
'Oké, aan de slag dan. Behalve de groep van James en Bart en de nieuwelingen.' De menigte begint de straat af te lopen richting de velden. Drie meisjes en vier jongens bleven achter. Kit keek ons even aan en gaf ons toen alle drie een strohoed. 'Voor tegen de zon, jullie zullen hem nodig hebben,' zei hij. Noah, Caden en ik pakten elk een hoed aan. Het was me inderdaad al opgevallen dat alle landarbeiders er een droegen of bij zich hadden.
'Wat doen wij hier nog?' vroeg een van de meisjes toen. Het was een mooi meisje met lang, blond haar dat ze in een losse staart op haar rug had hangen. Haar blauwe ogen keken me vriendelijk twinkelend aan.
'Even geduld, Esther,' zei Kit. Toen wendde hij zich tot ons.
'Wie van jullie kunnen er goed in bomen klimmen en hebben geen hoogtevrees?' Caden en ik keken elkaar tegelijk aan en ik zag aan zijn ogen dat hij terugdacht aan die ene nacht.
'Wij, meneer,' zei Caden.
'Mooi, dan mogen jullie met James, Esther en Dave mee naar de boomgaard, en dan mag die andere jongen met Bart en zijn groep mee naar het veld.' We knikten. 'Nou aan de slag dan,' zei Kit. 'Ik zal iedereen inlichten dat er eerste hulp aanwezig is bij de boomgaard,' zei hij nog tegen mij.
'Oké.' En toen liepen ook wij richting de velden. Ik kwam naast het meisje, Esther te lopen. Ze keek me lachend aan.
'Jullie zijn toch die nieuwen?' vroeg ze. Ik knikte.
'Ik ben Belle.'
'Esther,' zei ze. Maar dat wist je volgens mij al. Ik vind het trouwens echt knap dat jullie hier aangekomen zijn. Het is echt een hele lange reis vanaf Equador naar hier te voet.'
'Ja, zeg dat wel. We hebben er bijna een week over gedaan,' antwoordde ik. 'Maar we moeten dus in een boomgaard werken?' Esther knikte.
'Ja, onze taak is om de bomen in te klimmen, het fruit te plukken, en het in onze manden te doen. Maar dat laat ik je zo nog wel zien.' Na een tocht van tien minuten kwamen we aan bij een reusachtige boomgaard, waarin alle soorten fruit- en notenbomen stonden. James gaf me een mand aan, en liet ons zien wat we ermee moesten doen. Ik zette mijn rugzak op de grond bij een boom neer, waar de anderen hun spullen ook neer hadden gezet. Vervolgens bond ik de mand op mijn rug, en koos een mooie perenboom uit. Behendig klom ik erin, en plukte de vruchten die er rijp uitzagen. Deze legde ik dan in de mand neer, en zo ging ik heel de boom door. Bovenin moest ik extreem voorzichtig zijn, omdat de takken steeds dunner werden. Maar al snel werd ik er handig in, en ik leverde de ene na de andere volle mand met vruchten af aan het begin van de boomgaard. Caden werd er ook aardig handig in, en voordat we het wisten was het al lunchpauze. Caden en ik gingen bij James, Esther en Dave onder een van de bomen zitten. Ik deed mijn strohoed af, die trouwens echt heel handig was voor tegen de zon, en controleerde of mijn haar nog goed zat. Tot nu toe was er nog niemand langsgekomen die medische hulp nodig had. Of dat kwam doordat veel mensen nog niet van mij op de hoogte waren, of dat dat kwam doordat er gewoon niets gebeurd was? Ik wist het niet. In ieder geval zaten we met zijn vijven in de schaduw van de boom onze lunch op te eten terwijl we wat over koetjes en kalfjes babbelden. Zo leerden Caden en ik, James, Dave en Esther kennen. James had donkerbruin haar en bruine ogen. Was negentien jaar, en de oudste van een gezin van zeven. Hij had ook de leiding over ons groepje. Dave had donkerblond haar en donkergroene ogen. Hij had nog een jonger zusje en werkte al jaren in de boomgaard. En dan hadden we dus Esther nog. Van wie ik kon zeggen dat we meteen vriendinnen werden. Ze was ontzettend levendig en altijd opgewekt. Ik zag dat James af en toe naar haar keek, en ik had al snel door dat die twee elkaar leuk vonden.
'Gaan jullie ook naar het dansfeest?' vroeg Esther toen. Ik haalde mijn schouders op.
'Ik weet het niet. Volgens de bakkersvrouw is het een goede manier om iedereen hier een beetje te leren kennen.' Esther knikte enthousiast.
'Jullie moeten echt komen. Het wordt hartstikke leuk, en zo veel feestjes hebben we hier nou ook weer niet.' James en Dave knikten instemmend. '
Nou, het lijkt me wel leuk,' zei Caden toen.
'Jullie moeten wel met een date komen, hé. Het is niet voor niets een dansavond,' zei James toen. Ik grinnikte.
'Ik zal kijken wat ik kan regelen.' Op dat moment zag ik dat er twee jongens op ons af komen. Een van hen hield een bloederige doek tegen zijn arm aan. Ik krabbelde overeind.
'Werk aan de winkel,' zei ik. De anderen lachten, en gingen ook weer aan de slag. Caden keek heel even van mij naar de gewonde jongen.
'Weet je het zeker?' Ik knikte. Ik had altijd al gezegd dat ik meer wilde dan alleen maar een net meisje in een kasteel spelen. En lord Ruud had me daarmee geholpen en me in de leer laten gaan bij de kasteeldokter. Ik genoot ervan om andere mensen te kunnen helpen. Dus toen Caden wegliep naar een kersenboom, liep ik met mijn rugzak op de jongens af.
'Hoi, wat is er gebeurd?' vroeg ik. De niet-gewonde jongen nam me even kritisch op.
'Ben jij de doktersassistent?' vroeg hij toen. Ik knikte.
'Clint,' kreunde de gewonde jongen. 'Laat nou.' De niet-gewonde jongen wierp me nog een nietszeggende blik toe, en zuchtte toen even.
'Een ongeluk met de zeis tijdens het koren hakken,' zei de jongen, Clint toen. Ik knikte. Zet hem daar maar in de schaduw neer.' Clint deed wat ik vroeg. Hij zette de gewonde jongen onder de boom neer, en keek mij toen afwachtend aan. Ik ging voor de gewonde jongen zitten, en haalde de benodigde spullen uit mijn rugzak. Verband, ontsmettingsmiddel, naald en draad, een schone doek, en een volle bidon. Heel voorzichtig haalde ik de doek van de arm van de jongen af. Een lelijke wond werd zichtbaar. Ik goot wat water op de schone doek, en begon voorzichtig op de wond te deppen om het bloed en het vuil te verwijderen. Het gezicht van de jongen vertrok even van pijn, maar hij zei verder niets. Toen ik al het bloed en vuil verwijderd had, pakte ik de fles met ontsmettingsmiddel.
'Dit gaat even pijn doen,' mompelde ik. De jongen beet zijn kaken op elkaar en keek me strak aan. Zodra ik wat van het goedje op de wond goot, slaakte hij een kreet van pijn.
'Belle? Gaat alles goed?' hoorde ik de stem van Caden achter me. Ik stak mijn hand op, en richtte me weer tot de jongen. Nauwkeurig bekeek ik de wond, en besloot toen dat deze gehecht moest worden. Dus pakte ik de naald en het draad, en naaide de wond met snelle, precieze steekjes aan elkaar. Precies zoals de kasteeldokter me geleerd had. Na de laatste steek, wikkelde ik wat verband om de arm van de jongen heen, en keek tevreden naar het resultaat.
'Klaar,' zei ik. De jongen keek me dankbaar aan, en stak toen zijn goede arm naar me uit.
'Dankje, ik ben Matt,' zei hij. Ik schudde zijn uitgestoken hand.
'Belle.' Matt grijnsde even naar zijn vriend en keek toen even naar mij.
'Zou ik je misschien als dank mee mogen nemen naar het dansfeest volgende week?' vroeg hij toen. Ik stond even met mijn mond vol tanden. De blonde jongen was absoluut niet lelijk, en hij zou vast wel aardig zijn, maar om nou met een bijna wildvreemde naar het dansfeest te gaan? Gelukkig redde Caden me hieruit. Hij sloeg een arm om mijn middel heen en keek allebei de jongens even indringen aan.
'Pech gehad, ze gaat al met mij,' zei hij. Ik keek hem even verbaasd aan.
'Is dat zo?' mompelde ik. Caden gaf me een por in mijn zij.
'Ja, dat is zo,' zei hij. De jongens keken even van mij naar Caden en weer terug naar mij.
'Oke, jammer. Tot ziens dan maar weer. Ik zal je vast nog wel een keer zien, Belle,' zei Matt. Clint mompelde ook wat, en toen gingen de twee jongens er weer vandoor.
'Dus,' begon Caden. 'Wil je met mij naar het dansfeest gaan? Ik dacht ik kan het beter maar snel vragen, want zo te zien is er genoeg interesse.' Er verscheen een grote glimlach om mijn lippen.
'Dat zou ik leuk vinden,' antwoordde ik. En toen deed ik iets wat niet mijn bedoeling was geweest. Ik ging op mijn tenen staan en drukte een kus op zijn wang. 'Ontzettend leuk.' Cadens mondhoeken krulden zich op en hij keek me grijnzend aan.
'Geweldig,' zei hij. 'Trek wat leuks aan.' Hij knipoogde even naar me, en liep toen weer terug naar zijn kersenboom. Ik keek hem na. Diep van binnen voelde ik me warm worden. En ik wist dat ik er helemaal geen problemen mee had, dat Caden me zojuist mee had gevraagd naar het dansfeest.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top