Hoofdstuk 4

Een plotseling geluid haalt me uit mijn diepe slaap en ik open knipperend mijn ogen.
Een fel licht verrast me en ik knijp mijn ogen weer dicht. Als ik ze weer open, zie ik een wit plafond en hoor ik mannenstemmen rechts van me.
De herinneringen van de bus komen langzaam weer terug en ik laat een zacht geluidje horen. Ik ben ontvoerd. De chauffeur is dood. 
Mijn ogen prikken en ik merk dat ik naakt onder een deken lig. Wanneer ik probeer te bewegen, voel ik dat mijn handen en enkels strak zitten vastgebonden met een rafelig touw. 
Ik begin in paniek te raken en kijk om me heen. 
Waar zijn mijn kleren? Waarom zit ik vastgebonden? Ik worstel om los te komen, maar de deken verschuift te ver en bedekt nog net mijn sleutelbeenderen. De stemmen in de kamer stoppen wanneer ze merken dat ik wakker ben.
Een van de stemmen maakt een opmerking waardoor ik stil blijf liggen. 'Zo zo, die nicht van hem is wel een mooie. Die zal wel snel worden verkocht!' Hij lacht, loopt naar me toe en gaat boven me staan.
Die zal snel worden verkocht? Ben ik bij een escortbureau?
Ik kijk de man aan en schat hem rond de 40 jaar.

Een van de andere mannen komt op me aflopen. Ik denk dat hij een belangrijke functie heeft, want de mannen die aan het praten waren, zijn meteen stil. En dat niet alleen, hij is in pak gekleed en heeft een norse uitdrukking op zijn gezicht. 

Hij pakt onverwacht mijn hoofd ruw vast en draait hem zo dat ik hem wel moet aankijken. Mijn nekspieren protesteren en ik hoop dat hij snel mijn hoofd loslaat. 
'Wat weet je van je oom?' vraagt hij op een rustige, zware toon.
Als ik niet antwoord en hem alleen maar aan kijk, pakt hij met zijn andere hand mijn bruine haren vast en geeft er een harde ruk aan. Ik bijt hard op mijn tanden om geen geluid te maken. Na een stomp in mijn buik, besluit ik te praten.
'Ik weet niet veel van hem, echt niet!' ik probeer niet te huilen, maar de druk op mijn haren is te sterk. Kwaad denk ik aan mijn oom, wat heeft hij gedaan om ervoor te zorgen dat ik wordt ontvoerd?
'Vertel dan wat je wel weet, anders heb ik niet veel aan je. Je weet hoe we te werk gaan, en mijn geduld raakt snel op. Ik hoop dat ik je nu al wat meer heb aangespoort iets te zeggen, want ik heb ook nog andere klusjes te doen. En nu snel praten.'
Ik slik de vernietigende woorden die ik wil uitspreken weg en kijk de man aan. Hij knijpt zijn ogen tot spleetjes en geeft een extra rukje aan mijn al pijnlijke haren om me aan te sporen.
Ik zucht en besluit alles wat ik weet maar te vertellen, want wat kunnen ze nou met deze informatie? Misschien laten ze me wel gaan. Ik duw de naïeve gedachte uit mijn hoofd, want een man vermoorden zonder goede reden, geeft hen geen andere reden om dat niet met mij te doen.
'Mijn oom is 38 jaar en heet Martin. Hij had een zus die mijn moeder was, maar die is overleden aan een hartaanval. Hij runt een bedrijf. Martin heeft twee geadopteerde zonen en voor zover ik weet zijn die 22 en 27 jaar. Ze heten Travis en Nathan, allebei monteur, en hebben ook een eigen bedrijf. Meer weet ik niet.' Mijn stem breekt bij de laatste woorden en ik hoop dat ik hem genoeg heb verteld. 

De man kijkt me een kort moment aan voordat hij in lachen uitbarst.
Hij trekt aan mijn haren en dwingt me omhoog, waardoor het beetje deken dat ik nog over mijn borst heen had, nu ook weg is. Ik piep en probeer de deken weer te pakken, maar hij slaat mijn geboeide handen weg. De twee mannen die in de ruimte staan grijnzen en ik voel mijn wangen rood worden van schaamte. 
'Ik zou dit nog ook geloven als ik niet wist dat je het nichtje van Martin was. Ha! Wat ben jij een goede leugenaar!' zegt hij zonder een spoortje humor in zijn stem. Zijn ijzige ogen zijn op mij gericht en hij keurt mijn naakte lichaam geen blik waardig. 
Ik doe nog steeds pogingen om de witte deken over me heen te slaan, maar nu heeft hij ook zijn hand als een ijzersterke greep om hij polsen geslagen. 'Vertel me nu maar de waarheid aan mijn leugendetector hier, en ik zie zo wel of je nog steeds bereid bent om dood te gaan voor je oom.' Hij lacht nog een keer kil en laat dan mijn haren en polsen los en loopt de kamer uit.
De twee gigantische mannen volgen hem en gooien de deur hard achter hen dicht.

Wanneer ik hun voetstappen niet meer hoor, barst ik in snikken uit.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top