Hoofdstuk 37
POV Sara
Met een uitdrukkingloos gezicht kijk ik Adam aan. Ik sta in de slecht verlichte hal van Gavin's woning, die blijkbaar nét buiten het landgoed is. Gavin, Adam en Justin zijn alle drie in pak, en ik voel me vreemd met mijn alledaagse kleding.
'Wat fijn dat je er bent.' zegt Adam met een misselijkmakende lach.
Justin's handen ballen zich tot vuisten en ik bid tot alle goden dat hij geen misplaatste opmerking maakt of Adam naar de keel vliegt.
'Ook fijn om jou weer te zien.' zegt hij uiteindelijk.
Adam negeert hem en pakt tot mijn verassing mijn koffer vast.
'Laten we je naar je kamer brengen, Gavin is zo vrij geweest ons allebei een kamer te geven in zijn prachtige huis.'
Hij loopt voor me uit en ik werp Justin een verontwaardigde blik toe. Hij kijkt echter met een kwaad gezicht naar Adam's rug en klemt zijn kaken op elkaar. Dan kijkt hij naar zijn oudere broer, er ligt iets in zijn blik dat ik niet kan plaatsen, zorg en dreiging door elkaar. Alsof hij hem smeekt me niet pijn te doen, en hem tegelijkertijd bedreigt als hij het wel doet.
Gavin geeft geen zichtbare reactie.
Hij draait zich om naar mij en legt een hand op mijn onderrug. Snel stap ik naar voren en de hand valt langs Gavin's zij. Even zie ik een gekwetste blik op zijn gezicht, maar het is al zo snel weg als het gekomen was. Hij gebaart met zijn hand naar de richting waar Adam was toegelopen. 'Die kant op.'
Ik werp nog één laatste blik op Justin en loop met mijn andere koffer de hal uit, ik kijk niet om. We hadden al in zijn appartement afscheid genomen en beslist dat het beter was zo weinig mogelijk emotie te tonen. Justin schraapt zijn keel en een paar tellen later hoor ik de voordeur opengaan en met een zachte klik dichtvallen.
Hopelijk zie ik hem nog terug.
*
De slaapkamer is net zoals de hal van Gavin's huis, niet te donker, niet te licht, net goed. Het bed schreeuwt comfortabel, met alle kussens, lakens en het de omvang van het matras. Ik laat mijn vingers langs de okergele deken gaan en voel de zachte textuur van de zijde. Als ik niet in een huis zou zijn waar ik waarschijnlijk gemarteld zou worden, dan was ik neergeploft zonder zorgen.
Gavin geeft me een rondleiding door mijn kamer en de aangrenzende badkamer. Alleen de noodzakelijke spullen zitten in mijn twee koffers, de rest wordt later naar mijn kamer gebracht.
'Ik heb een bediende laten komen om al je spullen uit te pakken, normaal zijn er geen in het huis, maar voor de komende weken wel.' Gavin wijst naar mijn koffers, 'die hoef je dus niet zelf uit te pakken.'
'Ik kan heus zelf wel mijn kleding opvouwen en in een kast leggen.' zeg ik met opgetrokken wenkbrauwen. Gavin balt zijn vuisten en zucht, 'een gastheer zorgt voor zijn bezoekers' Zegt hij.
Ik haal mijn schouders op en antwoord: 'Je bent mijn gastheer niet. Jij en ik weten allebei waarom ik hier ben. Zelfs een mooie kamer en een bediende maken dat niet goed. Nooit.'
Na die woorden loop ik weg uit mijn kamer en laat hem daar met een gekwetste uitdrukking achter.
Slaapkamer van Sara
Ik kan het niet leuk vinden om hier te zijn met Gavin, maar hij heeft zeker smaak. Overal zijn er donkere kleuren, die in balans worden gebracht met comfort en lichtjes. De gordijnen zijn bijna bij elk raam gesloten, waardoor het huis in donker gehuld is.
Ik loop voorbij een aantal gesloten deuren waar ongetwijfeld meer slaapkamers, werkkamers en bibliotheken zijn. Op een enkele zitten er ook codes en ik vraag me af wat erachter zou zijn.
Gavin leidt de beveiliging en hackers in zijn familie, wie weet zijn er daar rijen met computers en andere high-tech dingen.
Verveeld, maar op mijn hoede, slenter ik verder door het huis en bedenk me dat er zeker drie vleugels moeten zijn. Ik kom weer terug bij een van de weinige ramen die openstaat en loop de verlichte kamer binnen. Aan de weerszijden van het raam staan twee grote boekenkasten, tot de nok toe gevuld met boeken. Ook al ben ik bezig met Lord of the Rings, kijk ik toch even in de boekenkast voor een goed boek. Ik haal het niet in mijn hoofd om terug te gaan naar mijn slaapkamer, Gavin zou er nog kunnen staan, of ik kan Adam tegen het lijf lopen.
Ik besluit een boek te pakken en verlies mezelf in de eerste paar hoofdstukken. De tijd tikt voorbij en al snel ik mijn hele ochtend gevuld met lezen. Niemand is me komen zoeken - noch Gavin of Adam- en ik vraag me af of ze me echt met rust laten of me simpelweg kwijt zijn.
*
Ik sla een bladzijde om van mijn boek en hoor ineens de deur opengaan van de kleine bieb. Als verstijft zit ik tussen de twee boekenkasten in het nisje en sla het boek zachtjes dicht. In de hoop dat Gavin of Adam me niet zal zien, klem ik mijn benen tegen mijn borst aan en maak me zo klein mogelijk.
Dan hoor ik een bekende stem.
'Sara, ben je hier? We gaan over een klein kwartiertje eten.' zegt Jeanne.
Opgelucht adem ik uit, niet alleen omdat het niet Gavin of Adam is, maar ook omdat ik Jeanne aardig vind.
Ik kom tussen de twee kasten vandaag en doe mijn handen in de zakken van mijn (eigenlijk Justin's) hoodie.
'Kon Gavin dat zelf niet vertellen?' Zeg ik vijandig, maar ik heb meteen spijt van mijn opmerking.
Jeanne kan er niks aan doen dat ze moet werken voor deze familie, ze doet ongetwijfeld haar best.
Jeanne kijk me alleen maar aan met haar bruine ogen en geeft geen antwoord op mijn vraag.
'Kom lieverd, ik heb een ovenschotel gemaakt.' En ze wenkt naar de deur.
'Je kan het boek meenemen.' zegt ze glimlachend.
Even mis ik mijn moeder, haar glimlachjes en opmerkingen.
Maar het gevoel is al zo snel weg als het gekomen was, ik sluit het buiten.
Want de tranen voel ik al opwellen als ik denk aan mama's blaffende lach en haar omhelzingen.
Dus ik loop achter Jeanne aan, de gangen door en de trap af.
Ze slaat de rijkelijk bewerkte deuren open van wat de eetkamer moet zijn en ik loop nog steeds met mijn handen in mijn zakken.
'Ik zal zo terugkomen om het eten te brengen, ga maar alvast aan tafel zitten Sara.'
Ik knik en kijk haar kort even aan. Haar grijze haar ligt golvend over haar schouders heen en haar ogen bestuderen al mijn houdingen.
Ineens heb ik een vreemd idee dat Jeanne zou kunnen werken voor een van de Mendós familieleden. Dat ze mijn vertrouwen moet winnen, of me in de gaten moet houden.
Maar voordat ik haar kan confronteren, klinkt er een stem vanuit de eetkamer.
Jeanne draait zich om en laat me alleen met de man die ik nu het meeste haat.
'Sara! Klaar met verstoppertje spelen?' Adam heeft zijn benen gekruist en kijkt me met een duivelse glimlach aan.
'Ik kon je niet vinden, waar zat je zo lang?' Hij tolt de rode wijn rond in zijn glas en kijkt me bijna dierlijk aan. Alsof ik het avondeten ben, en niet de schotel van Jeanne.
'Ik probeerde jou te vermijden en al je geniepige trucjes.' Mompel ik, terwijl ik loop naar de lange tafel en tegenover Adam ga zitten.
'Tut tut tut, dat hoorde ik.' Hij neemt een slokje van zijn wijn en kijkt me over het glas aan.
'Laten we wat aardiger voor elkaar zijn, aangezien we de komende maanden met elkaar gaan doorbrengen.'
Heeft die man zelf geen maffia om te runnen? Kan hij niet gewoon naar huis gaan verdomme.
Ik snuif en kijk hem zo dodelijk mogelijk aan.
'Ik zou je voor nog geen miljoen euro als een vriend behandelen.'
Zijn ogen glinsteren na mijn giftige woorden en hij likt overzijn lippen.
'Ook niet voor twee miljoen? Ik sta open om te onderhandelen.'
Ik klem mijn kaken op elkaar en besluit dat het beter is hem gewoon te negeren, hij zal vanzelf zijn mond wel houden.
Adam lijkt mijn tactiek door te hebben wanneer overal naar kijk behalve hem.
'Justin boft wel met jou.'
Ik verstijf en die eikel merkt het.
'Hij geeft volgens mij best wel veel om je. '
Zo gevaarlijk. Hij komt te dichtbij de waarheid.
'En ik dacht dat hij je juist moest aftuigen.'
Ik denk aan alle momenten dat Justin zijn hand op mijn nek lag en zijn lippen de mijne raakten. De keren dat zijn vingers langs die van mij streken en hij me aankeek met zijn bruine ogen.
'Maar toch zie ik nergens een blauwe plek. Hoe zou dat komen?'
Ik hef mijn hoofd en net als ik hem wil antwoorden, loopt Gavin naast me en legt zijn hand op de rugleuning van zijn stoel.
'Is alles oké hier?'
Adam werpt nog een blik op me voordat hij naar Gavin glimlacht.
'Jazeker, wat heeft Jeanne voor ons gekookt?'
Gavin en Adam praten rustig verder en Jeanne loopt even later de kamer binnen en zet een stomende ovenschotel op tafel.
Het eten smaakt als droge as in mijn mond en ik heb moeite het binnen te houden.
Maar alles waar ik aan kan denken, is Adam zijn blik die hij om de zoveel minuten op mij werpt.
Een stille belofte voor de waarheid die hij zal ontrafelen, en de gevolgen die hij in werking zal zetten.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top