Hoofdstuk 3
Ik veeg tranen weg van mijn wangen.
Die avond zou ik nooit vergeten. Ik ben toen niet alleen mijn moeder verloren, maar ook een deel van mezelf. De man maakte gebruik van mijn kwetsbaarheid en heeft me gebroken achter gelaten, met een nog leger gevoel dan ik al had.
Ik had geluk dat ik niet zwanger werd en heb nog nooit over die nacht gepraat.
Zelfs mijn opa en oma weten er niet van. Ze zouden teleurgesteld zijn in me, want ze hebben het altijd over mijn moeder die op zo'n jonge leeftijd zwanger is geworden van mij.
Ik weet dat ze me eerst een fout vonden en wilde dat ik nooit bestond, maar later hielden ze van me en vergaf mijn moeder ze.
Alleen hebben opa en oma haar nooit financieel geholpen. Mijn moeder was op haar 22ste zwanger geworden van mij toen ze middin in een studie zat om zuster te worden. Ze wist wie mijn vader was, maar wilde er nooit over praten. Ik vroeg er dan ook nooit naar. Maar ze was ook van plan om te gaan studeren, alleen heeft ze haar studiegeld, die ze meer dan vier jaar heeft opgespaard, uiteindelijk moeten gebruiken voor onderdak voor mij en haar.
Ik kijk naar buiten en probeer het verleden achter me te laten. Ik zucht en fluister, terwijl ik de ring van mijn moeder ronddraai;
'Een nieuw begin mamma, bij oom Martin. Laten we hopen op een beter leven.'
Als ik mijn tas wil pakken om mijn flesje water te pakken, schud de bus en komt tot stilstand. Twijfelend hou ik mijn hand stil en kijk naar voren, me afvragend wat er gebeurd.
Ik kijk onderzoekend naar voren.
De chauffeur kijkt me in de achteruitkijkspiegel aan.
'Meneer, sorry, maar ik moet in LA zijn.' Zeg ik twijfelend. Ik ben de enige in de bus en hij kijkt me met medelijden aan.
'Sorry mevrouw, maar ik heb het geld hard nodig. Ze.. ze zeiden dat ze mijn familie zouden vermoorden. I..I- ik hoop dat u het begrijpt...'
Wacht wat, ik krijg een vreemd gevoel in mijn borst en ga rechtop zitten.
'Wat bedoelt u? Geld?'
Er stappen vier onbekende mannen in de bus, allemaal in pak. 'Ik...' Zegt de chauffeur. 'Het spijt me heel erg. Mijn familie weet u...'
Er komt een gespierde man naar me toelopen en de drie andere staan nog voor de chauffeur.
'Zoals belooft laten we uw familie met rust.'
Hij zegt het kalm, maar ik zie de chaos en waanzin in zijn ogen.
'Maar u weet veel, te veel..'
Ik kijk naar voren en ben verward. Ik bal mijn vuisten, klaar voor een gevecht.
'Wacht wat?!' Schreeuwt hij. 'U zei.. u zei, zonder geweld!'
De chauffeur kijkt de man die tegen hem spreekt angstig aan. 'Inderdaad meneer, zonder geweld voor uw familie.'
De man die had gesproken en voor de chauffeur staat, pakt een pistool en schiet hem door het hoofd. Alles gaat zo snel. Bloed spat op de ramen en de moordenaar stopt zijn pistool weer terug in zijn binnenzak. Hij haalt een zakdoekje uit zijn broekzak en veegt een aantal bloeddruppels eraan af.
'Pak het meisje en zet haar in de auto. Karl, regel het lijk en bel Case. Steve verdomme. Pak dat wijf op! De baas verwacht ons al om tien uur in z'n basis!'
Ik kijk de man voor me aan en mijn ogen worden groot. Ze zijn hier voor mij.
Snel sta ik op en schat mijn kansen in.
De man heeft het door, want hij pakt mijn arm vast.
Ik zwenk mijn rechterhand naar achteren en wil hem stompen in zijn buik, maar ik kom niet ver.
De man pakt me vast en gooit me over zijn schouders. Hij pakt mijn benen vast en slaat een arm rond mijn nek. Ik gil en begin een poging om los te komen door met mijn armen om zijn rug te slaan. 'Nee, laat me los!'
Ik probeer niet naar het slappe lichaam van de chauffeur te kijken en probeer de man een knietje te geven, maar die pakt mijn onderlichaam vast en bromt iets naar de schutter.
Een van de mannen die bij de dode chauffeur stond, loopt naar me toe met een wit doekje. De man die me over zijn schouder heeft gegooid, houd mijn benen stevig vast.
'Laat me gaan!' schreeuw ik zo hard als ik maar kan.
Ik kijk naar de man die het doekje vast heeft, en als hij hem op mijn neus duwt, wordt alles zwart en ik zink weg.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top