Hoofdstuk 19

POV Sara

Ik probeer in paniek van Justin weg te komen, maar loop een doodlopende gang in.
Shit!
Iedereen met hersenen weet wat hij wilde doen toen hij naar me toe leunde. En ik heb blijkbaar géén hersenen, want ik dúwde Justin! Een maffiazoon die waarschijnlijk al 600 verschillende manieren heeft bedacht om me te vermoorden, wat nog makkelijker wordt nu ik niet verder kan vluchten.
Ik zie geen andere uitweg dan weer teruglopen en hopen dat ik hier levend uit kom. Ik begin met terug te lopen, als ik een deur open zie gaan links van me. Er komt een lang meisje rond de 24 jaar uit, met een karretje vol lege borden, die kletterend tegen elkaar aankomen voorbij lopen.
Justin is me niet achterna gegaan, dus ren ik snel naar haar toe.
'Hallo...'
De dame laat het karretje los en buigt kort. 'Hallo, ik ben Nathalie. Wat kan ik voor je doen?' 

Wow. Waren alle mensen hier maar zo aardig. Ik heb wel een beetje medelijden met haar, want blijkbaar weet ze niet dat ik op de vlucht ben.
'Uhm, kan je me ergens verbergen? We doen verstoppertje, maar de zoeker staat verderop in de gang.'
Ik kan mezelf wel voor mijn hoofd slaan! Dat is de slechtste smoes ooit!
Nathalie lijkt het niet te geloven en ja hoor, ze vraagt om mijn naam.
'Ik eh, ik ben het zusje van de vriendin van de zus van Justin.' Wartaal, en zo denkt zij er schijnbaar ook over.  
Ze kijkt me even vreemd aan, maar zet dan weer haar beleefde masker op. Ze zal wel bang zijn als ik niet lieg voor wat er zou kunnen gebeuren met haar. 
'Je kan wel even hier schuilen. Ik kom zo terug, blijf waar je bent!'
En ze schuift me een kamer binnen. Een tel later hoor ik het geklingel van de bordjes weer als ze wegrijd met haar karretje.

Ik kijk rond en zie dat ik in een kleine kamer ben beland, waar een middelmatig grote keuken is, een verzameling aan stoelen en een tafeltje. Niet veel om me in te verstoppen dus.
Ik trek een paar willekeurige kastjes en lades open, zoekend naar een wapen. Blijkbaar bergen ze die goed op, of ik kan gewoon niet zoeken, want na zes lades heb ik nog steeds niks. Met een oncharmant gegrom trap ik tegen de muur aan, waarbij ik mijn teen hard stoot.
Ik let niet op de pijn en loop naar een van de stoelen. Er is een raampje waar ik nét niet uit kan ontsnappen, dus ik zit hier vast.
Ik ga probeer mijn nog steeds verwilderde ademhaling te kalmeren en ga zitten op een van de stoelen. 

Geen wapen, geen uitweg. Was dit wel zo'n goed idee, het weglopen? Het zal het in ieder geval niet waard zijn vergleken met de straf die ik krijg...

Ik verstijf bij het horen van porselein dat klingelend tegen elkaar aankomt. Ik hoop maar dat het Nathalie is.
Als het karretje stilstaat, gaat even later de deur krakend open. Ik glip achter een van de keukenkastjes om me te verstoppen voor 'het zusje van de vriendin van de zus van Justin'.
'Hallo?' Hoor ik op een zachte fluistertoon.
'Ben je daar nog?'
Iets dringerder.
'Hallo? Sara?'
Net iets harder.
'Sara?'
Wacht.
'Shit!' Met een angstige ondertoon.
Hoe weet ze mijn naam? Die heb ik nooit verteld, of wel?
De deur valt met een klap dicht en hoor gehaaste voetstappen aan de andere kant. Alsof ze voor haar leven rent.
Plotseling heb ik medelijden met haar. Ik probeer te ontsnappen, maar ondertussen wordt zij gestraft voor mijn daden. 
Ik wil net omhoog komen om Nathalie terug te roepen, als de deur met een harde klap weer wordt opengegooid.

Justin staat met stille woede te kijken naar me in de deuropening.
Op de een of andere manier wordt ik daar banger van dan wanneer hij schreeuwend naar binnen zou lopen.

Ik ben half bevroren in mijn houding.
Met wijd opengesperde ogen kijk ik hem aan.
In zijn ogen is even een flits van bezorgdheid te zien, maar zijn nu al weer woedend toegeknepen tot spleetjes.
'Wát. Dácht. Jij.'
Zegt hij met opeengeklemde kaken.
Ik hoop dat deze man manieren heeft geleerd... 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top