Hoofdstuk 16

Ik sta verbaasd in de deuropening te kijken. Ik had een kamer met een bed verwacht, misschien een kleine badkamer. Maar een heel huis, dat zeker niet.
Ik stap naar binnen en loop naar de kleine eettafel, die aan een zwarte keuken grenst. Overal zijn kleine plantjes en er is zelfs een hele kweektuin in de keuken. Mijn handen gaan onderzoekend over de verschillende kruiden en ik zie rozemarijn, koriander en meer. Alsof degene die dit heeft gedesigned regelmatig kookt.
Ook hier is bijna alles zwart, maar vreemd genoeg op een gezellige manier

Ik loop door naar de zitkamer. Alles zit best wel dicht op elkaar, maar heeft veel planten en licht. Het ziet er knus uit en als ik niet bezig was met ontsnappen, zou ik zo zijn gaan zitten.
Als ik een deur open doe, loop ik een klein gangetje in met twee deuren aan het einde van de hal.
Gezellig... alles zwart. Wat voor een humeur heeft deze man in de ochtend wel niet? Ik ben zelf ook niet zo'n ochtendpersoon trouwens, dus dan wordt het nog leuk.
Ha.
Dus niet.

Ik kijk naar de fotolijstjes op de muur. Er zitten niet echt afbeeldingen bij van Justin, maar ik zie wel twee jonge kinderen. Een jongen en een meisje. Zouden dat de oudere broer en zus zijn van Justin?
Ik loop door naar de rechter deur en duw hem open.
Een groot raam laat veel licht binnen en ik zie mezelf al op de bank zitten met een goed, dik boek. Tegen alle muren van de kamer staat een goed gevulde boekenkast. Ik wil dolgraag naar toelopen en kijken in de kast, maar er staat nog een onbekende ruimte achter een andere deur. Dus ik loop weer naar de deuropening, en na een laatste blik te hebben geworpen op de kleine bibliotheek voordat ik de deur dichttrek.

Ik kan het niet helpen, ik sta benieuwd voor de linkerdeur. Ik heb alles al gehad, behalve de slaapkamer. Een klein deel van me is bang dat die verbonden is met de kamer van Justin, om wie weet wat te doen.  
Ik trek hem open en mijn hart staat even stil.
Wauw.
Een gigantisch - zwart - tweepersoonsbed.
Ik loop naar het bed toe en draai mijn rug naar het hoofdbord. Met een zachte plof beland ik op de zijdezachte dekens, die nu al warm aanvoelen op mijn blote benen. 

Ik zink net niet te ver weg in de vulling en ik zou zo in slaap kunnen vallen.
Ik weet zeker dat de dekens alleen al superduur zijn, aangezien ik gok dat ze ook echt van zijde zijn. Opluchting verspreid zich door mijn lichaam, wanneer ik zie dat er geen deur in verbinding staat met mijn gigantische slaapkamer. Ik voel me even kalm als ik naar het sierlijk bewerkte plafond kijk en me bedenk dat het hier helemaal niet zo slecht hoeft te zijn. 
Mijn ogen vallen langzaam dicht en sluiten zich. Terwijl ik droom over alles dat me te wachten staat, heb ik eindelijk een vredig gevoel.


Ik schrik wakker van een hard geluid.
BONS
BONS
BONS
Shit. Snel schiet ik omhoog en kijk rond in mijn kamer, klaar om weg te rennen. Er komt al een zwak licht uit de ramen schijnen, de zon is pas net opgekomen. Ik moet de nacht door hebben geslapen. Ik kijk naar de wand recht voor mijn bed, nu pas zie ik dat er een deur is aan de andere kant van de kamer, waarschijnlijk de badkamer. Ernaast staat een enorme kledingkast die -je raadt het al- zwart is. Mijn vermoeide gezicht staart terug uit de spiegels die twee deuren vormen.
Nog twee geïrriteerde bonzen. 
'Kom op Sara, ik weet dat je daarin zit! En nu opschieten, want anders ga ik naar binnen!'
Roept Justin, duidelijk pissig.
Snel druk ik mijn haar plat en spring van het bed af. Nadat mijn jurk is gladgestreken, sprint ik naar de deur en doe hem een stukje open, mijn gezicht nauwelijks zichtbaar.
'Hoi.' Zeg ik.
'Is dat alles? Ga je me niet uitleggen waarom ik meer dan 10 minuten op je heb moeten wachten?'
Uhm nee.
'Moet dat dan?'
Hij kijkt me boos aan.
'Hier, trek dit aan. Dat is het enige wat je past. We gaan morgen online kijken voor kleren.' 
Hij geeft mee een stapeltje kleren.
Hm. Leer. Ik moet er maar aan wennen.
Snel pak ik het aan en voordat hij iets anders kan zeggen, sla ik de deur dicht. Ik hoor een geërgerde grom aan de andere kant en denk net dat hij de deur inbreekt, wanneer ik geschuifel hoor aan de andere kant.
'Over 10 minuten ben je beneden! Naakt of met kleren!'
Yes sir, denk ik spottend.
Ik leg de kleren op mijn bed en rek me uit.

Na ik mezelf heb weten te wurmen in de leren broek en witte trui, doe ik er een lang vest over aan, zwart... De hakken zijn super hoog en moeilijk aan te krijgen, maar ik ben trots op het eindresultaat. Ik besluit dat het een goed idee is om even mijn tanden te poetsen, ik hoop dat er spullen liggen, en naar de wc te gaan. En meteen de badkamer te zien.
Ehh, niet bepaald mijn steil, denk ik meteen als ik de deur open sla. Alles is heel erg blauw, turquoise, koper en ietswat oubollig.

Aan een van de wanden hangt een heel erg grote spiegel en ik zie mijn outfit. 
Ik vind het vervelend om het toe te geven, maar Justin heeft wel smaak. Of degene die mijn kleren heeft gepakt. Alleen mag het leer wel weg, daar ben ik niet zo van. 
Maar ik hoef niet te klagen, alles is beter dan de sexy jurk van gisteren tijdens de veiling. 

Als ik me omdraai, zie ik een luxe douche waar een heel gezin in zou kunnen douchen.
Ik kijk met afkeer naar alle rijkdommen om me heen, borstel ik mijn tanden en ga ik naar de wc. Ik moet nu ongeveer beneden zijn, dus ik ren (zo snel als ik kan met de torenhoge hakken) snel via mijn slaapkamer, naar de hal en terug naar de voordeur van mijn "huis" naar de hal voor de trap. 

Ik hoor beneden zachte stemmen, die abrupt stoppen als de deur een eindje achter me dicht valt. Vreemd.
Vlug loop ik de trap af en langzaam komt Justin in beeld met een andere man, die eenzelfde ondeugende blik in zijn ogen heeft als Justin had. 

'Je kwijlt schatje.' Zegt hij na een volle 10 seconden. Ik haal mijn schouders op, het maakt me helemaal niet uit dat ik heb staan staren.
Justin kijkt even nijdig naar de man en richt zijn blik daarna op mij.
'Dit is Victor, mijn broer. We hebben geen tijd voor lange introducties nu. We brengen je naar de ICT kamer voor verder onderzoek van je oom.'

'Ik zeg toch de hele tijd dat ik niets weet.' Roep ik uit, ik sla mijn vest om mijn lichaam en mijn maag knort.  
'Toch gaan we.' Zegt hij steng.
Hij zet een stap naar me toe en pakt mijn pols vast.




Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top