3. De verkeerde jongen

Mijn vader heeft me gedwongen te trouwen met iemand die ik niet kent. Ik weet hoe hij heet, Manuël. Verder weet ik niks van hem. Maanden lang heb ik gezeurd, gehuild en geklaagd over deze bruiloft, maar niks kon hem op andere gedachtes brengen. "Het is goed voor de zaken" zei hij steeds. De vader van Manuël is mijn vaders grootste concurrent in de business. Blijkbaar was Manuël erg populaire bij te meiden, want als ik tegen iemand zei dat ik met hem moest trouwen zeiden ze allemaal dat ik geluk heb.
Het was de nacht voor de bruiloft en nog steeds was ik er fel tegen. Mijn moeder was in mijn kamer en probeerde mij te sussen. "Alles komt goed. Je zult zien dat hij een hele leuke jongen is." Misschien was dat wel zo, Maar ik wilde niet met iemand trouwen die ik niet kende. Daarom besloot ik om uit het raam te vluchten wanneer iedereen sliep. Om ervoor te zorgen dat mijn moeder weg ging zei ik maar dat ze misschien wel gelijk had. Ze bleef nog even in mijn hotelkamer en ging toen weg.

Rond middernacht pakte ik een rugzak die ik mee had en stopte er van alles in, drinken, wat te eten, een oplader en Mijn telefoon. Ik besloot om een briefje achter te laten voor mijn ouders.

Ik ben 's nachts uit het raam gevlucht. Ik wil niet met Manuël trouwen (niks persoonlijks btw), maar het gaat goed met me ik ben (waarschijnlijk) 100% gezond en heb mijn telefoon bij me
Kusjes, jullie dochter

Ja, ik had niet veel meer inspiratie. Ik vouwde het briefje dubbel en legde het op mijn kussen. Voor de zekerheid wachtte ik nog 20 minuten, daarna knoopte ik 3 lakens aan elkaar vast. Ik liep naar het raam toe. Het was de eerste verdieping, ook al zou ik vallen ik zou niet dood gaan. Het laatste laken knoopte ik vast aan het bed. Ik trok er een paar keer aan om te zien of het een beetje stevig was, het bed bewoog niet. Ik gooide de lakens over het balkon heen. Ik keek nog een keer achterom en ging toen aan de lakens hangen. Het ging aardig goed ik was bijna op de grond. Ik deed mijn best om zo geluidloos op de grond te stappen. Ik was beneden gekomen. Yes. Mijn ogen moesten wennen aan het donker. Na een tijdje kon ik een beetje zien, zo stil mogelijk liep ik naar de uitgang van de grote tuin toe. Opeens botste ik op iemand. Geschrokken keek ik om. Het was een jongen, jaar of 20. "Wie ben je en wat doe je hier?" Siste hij. "Ik kan je precies hetzelfde vragen" zei ik tegen hem. "Maar ik vroeg het eerst" zei hij koppig. "Oké," zei ik zuchtend "Elisa". Opeens pakte de jongen mijn arm vast en trok me mee tot dat we een straat verderop waren. Hijgend bleven we stilstaan. "Manuël" zei hij met een grijns.

Eindelijk weer een verhaaltje!

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top