Mijn Vrienden
Ik lig in het gras met mijn ogen gesloten. Ik hoor een bij zoemen, ik draai met mijn wolf oren waar hij precies is. Ik doe mijn ogen open en draai mijn hoofd naar rechts, daar zit de bij op een paardebloem. 'Hoi zoem.' 'hallo Mia.' zegt de bij terug. Opeens hoor ik iet naar me toe lopen, ik ga meteen rechtop zitten. Ooh het is mijn moeder maar. 'Hey, ik ben toch niet zo eng, of wel Mia.' 'Maaahaamm, je sloop gewoon zo op me af.' mijn moeder heeft een gote picknickmand vast, vol met spulletjes voor de middag picknick. Mijn zusje komt op mij afrennen en springt op me waardoor ik weer ga liggen. 'Ik heb je.' zegt mijn zusje met een lacherig stemmetje. 'Volgensmij heb ik jouw hoor Luna.' Ik begin haar te kietelen waardoor ze van me afrolt. 'N-niet k-k-kietelen d-daar k-k-kan ik n- niet o-over hahahhhaha.' Ik stop met kietelen en pak mijn hoed, ik hoor mijn zusje grinniken. 'Wat is er?' mijn vader komt er aan lopen en gaat zitten. 'Misschien is het die hoed, ik weet niet if je oren at wel leuk vinden.' zegt mijn vader met een lachje. Ik kijk naar de hoed en zie het, het is de hoed van mijn moeder. Mijn zusje begint nu heel hard te lachen, zij heeft mijn hoed. Ik sta op en sta klaar om haar aan te vallen. Mijn zusje ziet dat en staat zo snel mogelijk op en rent weg. Ik ren achter haar aan, ik heb haar te pakken en begin haar weer te kietelen, daardoor laat ze mijn hoed los en pak ik hem snel op en doe ik hem op. Mijn zusje steekt haar tong uit met een lachje. We lopen terug naar de picknick plek waar mijn vader al weer zit te smullen van een sandwitch. 'Schat die moeten we verdelen!' 'smorry.' zecht mijn vader met een mond vol. 'Kom hier met dat broodje, dan verdeel ik hem in drieen.' 'dlie, bwarom dlie.' omdat je al bijna de helft van het broodje hebt opgegeten.' ik begin een beetje te lachen, mijn vader eet altijd al veel, daar kun je niks tegen doen. Mijn moeder snijt het broodje in drieen en geeft één aan mij mijn zusje en aan haar zelf. Ik begin snel te eten, mijn vader pakt soms voor de grap ons eten af en eet het zelf op. Ik hoor gehuil in het bos, ik kijk om en ren er heen. Mijn vader houd me tegen "Mia niet verder, dit is de kant van de zuid wolven." "Nee hoor pap, dit is de kant van de Noorderen wolven, waar Chanchan in zit." Ik heb gelijk, ik zie een bruine wolf met groene ogen uit de bosjes komen, dat is inderdaad Chanchan. Hij glimlacht naar me en springt op me. "Aah, daar hebben Mia." "Hoi Chanchan." Ik zie ook andere wolven de bosjes uit komen, de hele noordse stam is er, ik zie de Alfa koning ook aankomen, hij is een grijze wolf met licht blauwe ogen en zijn naam is King, heel toevalig. "Aah Mia, de Alfa prinses, hoe gaat het met u." "Super goed!" Mijn vader loopt naar King en beginnen in hun eigentaaltje met elkaar te praten. Mijn zusje komt er ook aan, ze zit in haar wolf vorm en springt op een wolf af. Ze springt af op het zusje van Chanchan, ze heet Lieve en zij is de Omega Prinses, ze is een Witte wolf, met zwarte sokjes. Chanchan springt van me af en gaat naast me zitten. "Dus jullie moeten morgen weer naar Witberg." "Ja Chanchan, en dan zien we elkaar weer een heel jaar niet."
Like and comment 💓
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top