We rijden rustig door het bos, het is hier prachtig. Ik rij een beetje achter aan en heb kate's paar, Lightning vast. Storm en lightning zijn wat met elkaar aan het praten. Ik luister soms mee. "Dus Storm, toch nog een baasje gevonden." "Moet jij makelijk zeggen, jij was ook een hele tijd daar bij Barnie." "Bah, Barnie, ik haat die vent. Ik mocht nooit wat extra brokjes en de rest wel. Bah, rot mens." "Nou, nou niet zo negatief Lightning, dat kwam omdat je vaak een wortel stal uit de voorraad." "Nou." Lightning briest naar Storm. "Hey, Lightning dat kan wel wat minder, wees blij dat je daar dan nu weg bent." "Verstaat zij mij?" ze kijkt vragend naar Storm. "Ja ze kan je verstaan hoor." "Nou uum, mia was het toch." "ja dat is mijn naam." Nou Mia, het is waar dat het fijn is dat ik daar weg ben, maar alsnog moet ik die hele reis met jullie mee. En daar heb ik geen zin in." Ze kijkt met een boze blik naar mij. "Het spijt me Lightning, maar daar kan ik ook niks aan doen." "Gebruikt je magie dan. Teleporteer me naar het kasteel." "Ik weet niet eens hoe ik mijn krachten moet gebruiken dus dat gaat moeilijk." Lightning kijkt nu boos vooruit. Ik richt me ook weer op de weg. Ik zie in de verte wat kleine stenen huisjes staan, maar ze zijn nog heel klein. "Waarom staan daar huisjes?" Madie komt naast me rijden. "Dat is Gefania. Het kleine dorpje in de rode bossen wordt het ookwel genoemt." "Het is een soort van dorpje waar wezens wonen die iets te maken hebben met vuur." Zegt Ember die even achterom kijkt. "Ik kom daar ook vandaan, ze hebben een hele lieve leider daar, haar naam is Cadie. Ze heeft ook een dochter zij heet Fiana." "Is het vertrouwt om mensen met de krachten van vuur in een bos te hebben." "Iedereen van Gefania heeft meteen hun krachten onder controle." "Oooh. Oke." Ember komt nu ook naast ons rijden. "Eigenlijk moeten we je nog een bijnaam geven." "Waarom?" "Iedereen heeft een bijnaam. De bijnaam presenteert je krachten. Zoals Madie die heet Madie the Earth Flower en ik heet Ember The Fire Fighter." "En hoe heet de rest?" "Nou." begint Ember. "Jeffrey heet Jeffrey the Air Friend, Peter The Flying Shadow, Sebastian The Big Friend, Lilith The Pink Knight, Kate The Blue Flame en Thomas The Posion Beast." "Wow bestwel krachtige namen, maar ik weet mijn krachten nog niet." "Dat is waar, we zullen het er later wel weer over hebben." Ik knik. In de tijd dat we hadden gepraat zijn we aan gekomen in Gefania. De huizen zijn gemaakt van grijze of rode stenen en de daken zijn allemaal van blauwe stenen gemaakt. Iedereen begroet ons vriendelijk. We komen aan bij een groot huis, daar woont waarschijnlijk Cadie en Fiana. We stappen van onze paarden af en zetten ze in de stallen naast het huis. Madie loopt naar de deur en klopt aan. De deur gaat langzaam open. Er komt een vrouw naar buiten Met rood oranjeg haar, Lila kleur ogen en een prachtige jurk aan. "Aah Madie, lang niet gezien." Ze geven elkaar de hand. "Ik zie dat jullie de negende hebben. Nou mijn naam is Cadie." Nu ik haar daar zo voor me zie staan is ze erg groot, waarschijnlijk zijn vuur wezens groot, want Ember is ook opzich wel groot. Er komt een meisje door de deur lopen en kijkt ons vriendelijk aan. Ze heeft rood haar, maar de puntjes van haar haar zijn blauw. Ze heeft Groene ogen en ze draagt een korte broek met een t-shirtje. "Dit is Fiana mijn dochter." We schudden elkaar hand. "Ik wil je wat laten zien." ze houd mijn hand vast en trekt me mee naar een grote, dikke boom. Ze klimt omhoog op een lader die er aan hangt. Ik klim ook omhoog. Wanneer ik boven kom zie ik een groot plato waar twee bedden op staan wat kussens en een kast. Boven bij het bladerdak is het open en kun je waarschijnlijk naar de sterren kijken. "Wat mooi." "Dankje. Dit is mijn slaapkamer, en waar ik me kan ontspannen. Jullie moeten een vere reis maken, jullie moeten hier blijven slapen want het is al laat, en het is niet veilig in het bos 's nachts. En wil je dan hier slapen, dat zou echt zo leuk zijn." "Ja dat zou ik heel graag willen, maar waarom is het zo gevaarlijk 's nachts." "Vampieren. Die wil je niet tegen komen, het zijn afschuwelijke wezens." "Ooh oke." Fiana wijst me een bed aan en ik ga er op zitten. "Jullie kunnen vanavond ook de vallende blauwe sterren zien." "Wat zijn dat?" "Dat zijn blauwe vuur feniksen. Ze vliegen dan van oost naar west naar die vulkaan met die blauwe lava." "Cool, landen ze ook of zien we ze alleen vliegen." "Mijn vriendin Gediarie land wel altijd, want we zien elkaar bijna nooit, alleen in dit soort momenten." "Aah. Hoe oud ben je eigenlijk." "Ik, ik ben 16 jaar, en jij." "Ik ben ook 16, bijna 17." We zitten een beetje stil op onze bedden totdat Fiana's moeder ons roept om te gaan eten. We klimmen uit de boom en lopen naar binnen. Het is een prachtig huis. De stenen aan de binnenkant van het huis zijn zwart en er hangen overal rode vaandels aan de muren met een vuur teken erop met een wolven poot erin. We komen aan bij een grote ruimte waar een tafel staat met allemaal verschillende soorten stoelen, maar wel allemaal dezelfde kleur. Ik ga naast Fiana en Ember zitten. Wanneer het eten komt en ik een hap neem spuug ik het perongelijk weer uit omdat het zo heet is, maar ik ben niet de enige. Ik zie soms ook hele rode hoofden wanneer sommige een hap nemen van het eten. Na het eten ga ik met Fiana naar haar boom. "Ik maak je vanavond wel wakker wanneer de blauwe vuur feniksen komen." Ik knik en val dan in slaap

Ja jongens... Weer een nieuw hoofdstuk. Sorry dat het zo lang duurde, had echt geen inspiratie. Maar nu gelukkig wel weer.

En als je nog een rol wil in dit boek vraag het maar. Ik zal je er dan natuurlijk indoen, want anders vraag ik het niet.

Hier nog wat plaatjes van Fiana en cadie.