fantastisch of niet?

Ik stap van Storm af en leid haar naar de stal, de rest volgt. Madelijntje kijkt op vanuit haar stal en hinnikt vrolijk. "Hoi Mia." "Hoi Madelijntje." Ik geef haar een zoen op haar neus. Madelijntje kijkt even vreemd op naar de rest die volgt en naar de paarden. "Wie zijn dat?" vraagt ze. "Ik ben één van de negen Relics en hun zijn daar ook deel van." "Nou, gefeliciteert." madelijntje kijkt dan meteen naar Storm." "Storm?" "Ja dat ben ik." "Wat fijn om je weer eens te zien, ik dacht dat ik je nooit meer zou ontmoeten. Ooh en Mia, je zusje heeft haar eigen pony gekregen, hij staat aan het einde van de stalen." "Ik zal wel even hoi zegen." Ik richt me nu weer op de rest. "Zet je paard maar gewoon in een stal, het maakt niet uit waar." Ik zet Storm in de stal van Mesila. Ik zucht even zwaar maar denk er niet te veel aan, ze leeft nog, ik moet niet altijd aan de slechte dingen denken. Ik zie de pony van mijn zusje achter in de stal staan. hij kijkt me even vreemd aan, maar draait zich dan om. Ik loop naar de stal toe en kijkt naar de bruin witte pony. "Hallo, ik ben Mia en je kunt gewoon tegen me praten, ik versta dieren." De pony draait zich om en kijkt me strak aan. "Hallo Mia, mijn naam is Rocky." "Hallo Rocky, het is leuk om je te ontmoeten." De pony briest en draait zich weer om. De deur van de stal gaat open en ik zie mijn vader vreemd rond kijken, totdat zijn blik op mij valt. Hij loopt op me af en geeft me een knuffel. "Het is zo fijn om je weer te zien Mia. We hebben je zo gemist." "Ik heb jullie ook gemist, hoe is het met mam en Luna." "met je moeder gaat het prima, maar- uuuh.... je moet maar kijken hoe het met je zusje gaat." Hij bijt op zijn lip en kijkt een beetje rond. "Iedereen kom maar mee naar binnen, mijn vrouw zet wel even een kopje thee voor jullie." Mijn vader zou nooit zo van onderwerp veranderen, wat zou er mis zijn. We lopen naar mijn huis en mijn vader doet de deur open. Mijn moeder staat in de keuken, ze kijkt een beetje gefrustreerd. Wanneer ze mij ziet veranderd dat gefrustreerde gezicht in een blij en opgeluchte blik. Ze loopt op me af en aait me over mijn hoofd. "Ik heb je zo gemist." Fluisterd ze in mijn wolfsoor. "Ik jou ook mam." We knuffelen elkaar, dat moment leek eeuwen te duren. Totdat Mam een gefrustreerde zucht laat horen. "Wat is er." "Je zusje, ze.... Ach je moet het zien." Madie komt de keuken binnen lopen en kijkt even vreemd op. "Je moeder is één van de krachteste heksen ooit, en dat vertel je niet eens." "Ook leuk om jou te ontmoeten." Madie kleurt een beetje rood en loopt snel op mijn moeder af en schud haar hand. "I-ik ben Madie, Madie Greenfall." "Nou hallo Madie, mijn naam is Gail Wolf, de Rode heks."

Wat later zitten we in de huiskamer thee te drinken. "Mia, je zou nu maar eens naar je zusje moeten gaan. En zien wat er mis is." Ik kom langzaam uit mijn gedachten. "Sorry wat?" "Naar je zusje toe gaan." Zei mijn moeder sloom. Ik sta op en loop naar de hal toe, de trap op en sta stil voor de slaapkamer van mijn zusjes kamer. Ik klop zacht op de deur. Ik hoor gestommel in de kamer, daarna gaat de deur een stukje open en zie ik de groene ogen van Luna die gigantisch worden. Ze pakt mijn arm vast en trekt me haar kamer binnen. Het is een dikke bende in haar kamer, er ligt spul overal. Kleren, speelgoed en veel meer. Ik schrik me eventjes rot doordat Luna me een knuffel geeft. Ik hoor haar snikken en pak haar stevig vast en knuffel haar terug. Ik aai zachtjes over haar hoofd en haar wolfsoren. Ik kijk even vreemd op. Haar wolfsoren voelden minder harig en kleiner. Ik pak haar bij haar schouders vast en kijk in haar met traan gevulde ogen. Haar tranen rollen over haar wangen en vallen op de grond. Ik schrik eventjes omdat haar pupillen opeens spleetjes worden, maar die veranderen al snel weer in haar normale ogen. "I-ik heb i-i-iets h-heel doms g-g-gedaan." Zegt mijn zusje snikkend. "Ssss, rustig maar. Je kan het wel aan me vertellen." Haar ogen schieten de kamer rond, ze schut zich los uit mijn beet. Ze loopt naar een hoekje van de kamer toe en zakt daar in elkaar, snikkend en huilend. Ik loop rustig naar haar toe en zak naast haar neer op de grond. Ze luint zachtjes tegen me aan en ik aai haar zachtjes over haar schouder. "Het was een man." Begon ze. "Hij had een zilveren masker voor... En een, uum, zwart gewaad." Ze haalt zich van me af en kijkt me diep aan. Ik zag in haar ogen dat ze naar de juiste woorden zocht zodat ik niet geschokt of kwaad werd. "Hij had dat boek bij zich." Ze wees naar een boek met een zwarte kaft. Het boek was aan de binnenkant verbrand, maar de kaft was niet beschadigt. Ik wil opstaan om hem te pakken, maar mijn zusje houd me tegen. "Niet aanraken, het is vervloekt. Ik heb het proberen te vernietigen, maar het lukte niet." Haar onderlip begint een beetje te trillen en er rolt weer een traan over haar wang, maar ze richt zich weer naar mij en gaat verder. "De man zei dat ik het boek mocht heben als ik hem uit zou lezen. Ik zei ja, maar toen ik er in begon te lezen voelde ik de duistere krachten die er in waren gestopt. Op de één of andere manier kon ik niet stoppen met lezen. Toen trok ik mijn toverstok en zette de bladzijdes in brand." Ik staarde haar verbouwereerd aan, waarom zou iemand dat een jong meisje van veertien jaar nou aan doen. "Maar, Luna wat is er gebeurt met je oren." Ik wijs naar haar wolfsoren, okal wist ik niet zeker of het nou nog we echt wolfsoren waren. "Dat komt door het boek, ik had iets gelezen over een sabeltand tijger." Ze stopt even en haalt diep adem. "Er zat een spreuk in, een spreuk om iemand in een vreselijk monster te veranderen." Ze had het vast over de sabeltand tijger. Ik had wel eens gelezen dat sabeltand tijgers eerst mensen waren die door een duistere magie in dat beest waren veranderd. "Ik ben nu deels kat en wolf." Ik druk mijn zusje stevig tegen mij aan en geef haar een kus op haar hoofd. "Het is oké, het is niet jou schuld." "I-is het w-w-wel." Stotterde ze "Mam zegt a-altijd dat we ni-niks van onbekende mensen a-aan mogen nemen. Mam was echt heel boos op me." De tranen stromen over haar wangen. "Laat zien." Zeg ik zacht. "w-wat?" Ze kijkt me met grote ogen aan. "Ik kan die vorm niet onder controle houden, straks val ik je aan." "Heei, ik weet dat je mij nooit pijn zou doen, en anders als je me bijna aanvalt hou ik je wel tegen. Weet je nog wat we vroeger tegen elkaar zijden." Luna knikt en zegt. "De zussen Luna en Mia zullen er altijd voor elkaar zijn, ookal is het te moeilijk, wij zullen nooit stoppen elkaar te beschermen." Ik glimlach naar haar. "Zo is het." Ik sta op en loop naar de deur van Luna's slaapkamer, doe hem op slot en draai me dan naar haar toe. Ze staat in het midden van de kamer, te trillen van angst. "Toe maar, ik ben bij je." Luna verandert in de vorm van het beest. Eerst leek er niks mis te zijn, maar wanneer het beter te zien begon te worden zag ik dat de kop en de staart in ieder geval er anders uit zien. Wanneer ze helemaal is veranderd begint ze hard te grommen, ze komt langzaam op me aflopen. "Nee Luna, hou het onder controle." Ze keek me eerst nog ongeïnteresseerd aan. Daarna veranderd haar blik en gaat ze op de grond zitten. Ik liep langzaam naar haar toe en ging naast haar zitten. Ze veranderd weer in haar zelf en ademd zacht. "Dankje." Zegt ze op een fluistertoon. "Geen probleem kleine zus." Mijn moeder komt de kamer binnen lopen, waarschijnlijk had ze de deur met een spreuk open gemaakt omdat ik hem op slot had gedaan. Ze gaat naast ons op de grond zitten en geeft ons een dikke knuffel. "Dankje dat je haar weer hebt laten vertrouwen in haar zelf." Fluistert mijn moeder in mijn oor. "De zussen Wolf zijn er altijd voor elkaar mam."

We zitten wat later in de huiskamer wat te drinken. Ik druk me zachtjes tegen Peter aan de me dan zachtjes over mijn schouder aait. Mijn moeder kijkt ons scherp aan, vragend wat dit nou tussen ons is. Ik wist het zelf ook niet zo goed, hadden we nou verkeren of niet? We hadden het nooit gezegt. Ember kijkt naar buiten en schraapt dan haar keel.
"Ik denk dat we maar eens naar bed moeten." Madie en de rest stemt in.
"Goed idee, we moeten morgen maar vroeg vertrekken. En familie Wolf." Mijn ouders en zusje kijken op naar Madie.
"U bent uitgenodigd op bij ons in het kasteel te blijven wonen." Mijn moeders ogen schieten naar die van mijn vader, maar die heeft ze in die van Madie geprikt.
"Maar ons huis, wie gaat daar voor zorgen?"
"Ik" we kijken allemaal om ons heen en vragen ons af wie dat zou hebben gezegt. Opeens zie ik door een raampje het witte hert staan.
"Ik denk dat zij het zei." Iedereen kijkt naar de plek waar ik naartoe wijs. Opeens hoor ik Peter geschrokken adem halen. Wanneer ik naar hem kijk staat er alweer een glimlach op zijn gezicht. Maar het was een geforceerde. Ik had niet veel zin om het me af te vragen. Ik sprong op van de bank en sprinter naar buiten.





















Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top